Startpagina Economie

De nevenactiviteit doordacht aangepakt

Wie aan landbouwverbreding wil doen, moet uniek zijn én het in zich hebben én kapitaal bezitten. Het mag je dus duidelijk niet ontbreken aan ondernemerszin. Laat de moed niet in de schoenen zinken want landbouwverbreding is meer dan ooit bereikbaar voor ‘verbredingstarters’. Dat werd duidelijk tijdens de inspiratiesessie op de Agridagen.

Leestijd : 7 min

Dat de landbouw een evolutie doormaakt, is al even geweten. Natuurlijk bestaan de klassieke landbouwvormen nog, maar meer en meer kiezen landbouwers ervoor om een extra nevenactiviteit op te nemen in hun bedrijfsvoering, hetzij om puur een extra inkomen te genereren, hetzij omdat hun interesse daarnaartoe lijdt, of een combinatie van die twee.

In de provincie Antwerpen is de verscheidenheid aan landbouwbedrijven groot. Het is een mix van kleinschalige en grootschalige bedrijven, die aan gangbare landbouw doen of aan biolandbouw, in samenwerkingsverband of als eenmanszaak, met een verkoop aan de volgende schakel of met eigen verkoop,... “Die mix is noodzakelijk om in te spelen op de verschillende vragen uit en evoluties van de markt. Vanuit de provincie Antwerpen vinden we het zeer belangrijk om al deze productievormen te ondersteunen”, aldus Ludwig Caluwé, gedeputeerde landbouw van de gelijknamige provincie.

Provincie Antwerpen bundelt aanbod

Hij bemerkt dat vooral op vlak van landbouweducatie en korte keten de stap naar verbreding werd gezet, maar benadrukt dat iedere ondernemer op zoek moet gaan naar zijn eigen concept. “Als provincie zetten we in het kader van verbrede landbouw specifiek in op hoeve- en streekproducten en landbouweducatie. Voor beide bundelt de provincie het aanbod op een website om zo samen sterker naar buiten te komen”, vervolgt hij. De provincie Antwerpen zal op die manier ervoor zorgen dat het publiek in contact komt met de lokale producten. Geïnteresseerde landbouwers kunnen zich opgeven op de volgende websites: www.lekkersmetstreken.be en www.bezoekdeboerderij.be

Ook de gedeputeerde voor Plattelandsbeleid van de provincie Antwerpen Peter Bellens gaat hiermee akkoord: “Verbredingsactiviteiten dragen in hoge mate bij tot het maatschappelijk draagvlak voor de sector.” Vanuit de eigen Dienst Landbouw en Platteland en vanuit het platform voor plattelandsontwikkeling vzw RURANT wordt aandacht besteed aan georganiseerde communicatie-acties en vormingsmomenten.

Financiële steun voor verbreding

De inzet van financiële middelen is cruciaal bij de opstart van een nieuwe nevenactiviteit. De provincie Antwerpen ondersteunt de land- en tuinbouwers daarom vanuit diverse fondsen met subsidies die kunnen variëren van enkele honderden tot  € 130.000.

Om in aanmerking te komen voor de steun moeten wel enkele principes gehanteerd worden. Zo moet de activiteit vernieuwend zijn. Met die originaliteit bedoelt de provincie dus geen hoevewinkel of een automaat. “Als u zelf niet zo creatief bent, raad ik aan om eens op voorhand eens met andere mensen over uw idee te spreken”, tipt Peter. Verder ziet de provincie samenwerking als een belangrijk principe, of dat nu met collega’s, het gemeentebestuur of een vereniging is, samenwerking zorgt voor het voortbestaan van het project. Een derde en niet onbelangrijke pijler is dat het project structureel moet worden ingebed, en kan ‘voortleven’ zonder de ondersteuning van de provincie. Ten slotte moet het project maatschappelijk relevant zijn. Peter is hier duidelijk in: “Iedereen moet beter worden van het project. Projecten die enkel om infrastructuur draaien, krijgen vandaag geen plattelandssubsidies meer.”

Verschillende subsidiemogelijkheden

De provincie Antwerpen kan een nieuw project steunen op verschillende manieren. De belangrijkste financiële middelen staan hieronder opgelijst.

Subsidiekorf Platteland of Landbouw

“Dit is de meest laagdrempelige subsidiekorf. Zowel voor Landbouw als Platteland kan de provincie autonoom beslissen om steun te geven aan initiatieven die ons beleid mee uitdragen en dat voor een bedrag van maximaal  € 10.000”, aldus Peter. De projecten worden voor 100 % gecofinancierd. De subsidiekorf is wel niet bedoeld voor particulieren en samenwerking is cruciaal. Een voorbeeld is het samenwerken van horecazaken met lokale land- en tuinbouwers.

LEADER

LEADER is de afkorting van 'Liaison Entre Actions de Dévelopement de l'Economie Rurale' wat in het Nederlands zo goed betekent als ‘'samenwerken aan de ontwikkeling van het platteland'. Het is een fonds dat wordt gefinancierd door de EU, de Vlaamse overheid en de provincie Antwerpen. “31 gemeenten in de provincie Antwerpen komen in aanmerking voor de LEADER-subsidies”, verzekert Peter. Hier is het stramien dat mensen uit de eigen streek de projecten beoordelen. De drie LEADER-gebieden in de provincie hebben thema’s waarrond projecten kunnen worden uitgewerkt: ‘open ruimte’, ‘landbouw- en natuureducatie’, ‘agrobiodiversiteit’, ‘streekidentiteit’ en ‘armoede op het platteland’. Meer informatie is te vinden op www.leaderprovincieantwerpen.be.

Het fonds is bedoeld voor ondernemers en particulieren. Zij kunnen jaarlijks een projectvoorstel indienen. Bij goedkeuring kan de provincie een maximum van  € 100.000 toekennen, en dat bij een maximum van 65 % van de totale kostprijs. 35 % moet van de ondernemer of particulier zelf komen.

Omgevingskwaliteit

Voor de subsidielijn ‘omgevingskwaliteit’ kunnen ook particulieren en ondernemers terecht. Zoals de naam doet vermoeden moet het project te maken hebben met het verbeteren van de omgeving. De vier thema’s waarop de provincie zich inzet zijn ‘beleving en streekidentiteit’, ‘open ruimte’, ‘leefbare dorpen’ en ‘kwetsbare groepen op het platteland’. Er kan tot  € 130.000 gefinancierd worden, en dat bij een maximum van 65 % van de totale kostprijs.

Platteland Plus

Platteland Plus werkt met dezelfde thema’s als bij de subsidielijn omgevingskwaliteit (‘beleving en streekidentiteit’, ‘open ruimte’, ‘leefbare dorpen’ en ‘kwetsbare groepen op het platteland’), maar kennen als vijfde thema ‘een functioneel wegennet op het platteland’, waarbij men vernieuwend wil werken rond trage wegen. Ook hier kan tot  € 130.000 gefinancierd worden, en dat bij een maximum van 65 % van de totale kostprijs.

Gedrevenheid

Financiële steun is zonder twijfel een must bij het opstarten van je nevenactiviteit. Uniek zijn in wat je doet is een voorwaarde om kans te maken op steun. Stephanie Van Hove (Zorgboerderij Trezemieke), Raf Van Mol (Loei Dolle Pret), Evi Van Camp (Zorgboerderij Vercammen) en Guy Cotemans (Stadsboerderij De Troef Turnhout) zijn alle vier ondernemers die een unieke vorm van landbouwverbreding uit de grond konden stampten en er nog aan werken.

Het is volgens hen ook cruciaal je eigen passie te volgen. Stephanie: “Ik wil landbouwverbreding zeker aanraden, maar ik wil echt benadrukken dat je uniek moet zijn. Het moet iets zijn wat je zelf wil en waar je ook achter staat. Wat je buur doet, kan niet steeds werken in jouw geval.” Alle vier benadrukken ook dat je als mens sociaal moet zijn, positief ingesteld en constructief moet willen werken. “En mondig moet je ook zijn. Je moet je verhaal goed kunnen vertellen, want mensen zijn kritisch.” Bovendien mag de landbouw ook positief in het licht komen te staan. Raf: “Ik wil mensen laten weten wat de landbouw net inhoudt, ze moeten weten wat het is. Als je daaraan ook kan verdienen is dat mooi, naast de inkomsten van de melk.” Buiten dat geven Stephanie en Raf beiden aan dat het niet kan werken als hun naasten niet achter de plannen staan.

Tijdens de inspiratiesessie landbouwverbreding tijdens de Agridagen werden verschillende ondernemers uitgenodigd om te spreken over hun ervaringen.
Tijdens de inspiratiesessie landbouwverbreding tijdens de Agridagen werden verschillende ondernemers uitgenodigd om te spreken over hun ervaringen. - MV

Gevoel voor zorg

De zorgboerderij is een al iets gekendere vorm van landbouwverbreding. De sprekers tijdens de inspiratiesessie hebben er gevoel mee. Stephanie werkte al met jongeren met beperkingen, en zo was voor haar de stap gauw gezet. Ook de vrouw van Raf (Bieke) heeft een pedagogische achtergrond. Raf: “En dan is het logisch dat je de taken verdeelt naar de talenten die je hebt. Zo is mijn vrouw bezig met de zorg en de kinderfeestjes, terwijl ik me weer ontferm over de teambuilding en de bedrijfsbezoeken.” Toch is een diploma zeker geen vereiste, klinkt het. Stephanie vertelt dan ook over haar overtuiging: “Ik vind een diploma geen must. Zelf heb ik werkervaring, maar geen diploma in de zorgsector. Zoiets moet uit het hart komen en moet je willen doen. Met zorggasten werken is een soort van gave dat je moet hebben, dat moet van binnen komen.”

Help, wetgeving!

Hoewel je ergens achter kan staan, loopt niet alles over rozen. Omdat elk bedrijf uniek is, kent ook elk zijn eigen zorgen. Verschillende zaken kwamen toch geregeld naar boven tijdens het gesprek met de gedreven landbouwers. Zo kan de wetgeving soms haaks op de plannen staan, of bemoeilijkt het het opstartproces. Raf: “10 jaar geleden ging ik nog uit werken. Toen ik ermee wou starten had ik eerst het Innovatiesteunpunt gecontacteerd. Ik zat vol wilde ideeën, maar er kon van alles niet vanwege de wetgeving. Ik heb nog een cursus gevolgd en ging stap per stap vooruit. Ook de nieuwbouw verliep trager dan verwacht omdat alles moet afgestemd worden op de activiteiten. Het moet dan ook voldoen aan strenge eisen, zoals voor veiligheid.”

En ook Evi leerde de wetgeving kennen: “Wij zijn bijgestaan door het steunpunt hoeveproducten en het innovatiesteunpunt om het ons plan uit te werken. Dat was niet evident om op punt te stellen, zeker in het begin, maar later verliep het vrij vlot. Innovatiesteunpunt keek ook naar het uittekenen van de hoevewinkel in de loods. We kregen ook marketingtechnisch hulp.” Ze gaf aan dat het moeilijk is om vergunningen te bekomen: “We moeten zelf een heel duidelijk dossier opstellen. Ook bij de bank was het niet gemakkelijk om een lening te krijgen: men rekent met gemiddelde cijfers uit de sector wat niet klopt met korte keten door onder andere een andere prijszetting.”

Meer dan voltijdse job

Wat ook duidelijk werd, is dat een goede planning heilig is. Op ieder bedrijf zijn de taken verdeeld en dan nog komen er soms handen te kort. Bij het CSA bedrijf van Guy is dat zeker het geval. Hij geeft aan zeven op zeven bezig te zijn. In de zorg blijft de vraag ook steeds maar stijgen: “We denken eraan om in de toekomst stagiairs aan te nemen”, klinkt het bij Evi.

Stephanie is ook vaak veel tijd kwijt: “Je besteedt tijd aan voorbereiding, je moet naar de winkel,... Je moet wel kunnen combineren met de boerderij. Dus goed over nadenken is degelijk de boodschap en beseffen dat wat je doet, tijd vraagt.” Een zorgboerderij is dan ook intensief, maar spijt blijkt niemand te hebben. “De zorggasten zijn voor mij een soort familie geworden.”

MV

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken