Mondiale daling graan- en zuivelprijzen

De FAO-voedselprijsindex wordt opgesteld door landbouweconomen die werken voor de wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties. De index zet de huidige prijsniveaus die internationaal worden betaald af tegen het gemiddelde in de periode van 2002 tot en met 2004. De totale index waarin alle landbouwgrondstoffen zijn opgenomen bleef in september zo goed als gelijk op 165,4 punten.

Granen

Granen hebben als basisvoedsel en spilgewas de grootste invloed op de index. De FAO baseert de index onder meer op de termijnmarkten in Chicago, Parijs en Londen en cijfers die de handel door geeft. De gemiddelde graanprijs die internationaal wordt betaald, daalde in juni en juli maar steeg in augustus. In september is sprake van opnieuw een daling, deze keer van 2,8%, wat vooral komt door nieuwe oogstramingen.

De prijsindex ligt nog wel 8% ligt boven het niveau in de corresponderende maand vorig jaar. De grootste daling (meer dan 4%) bij de granen was zichtbaar bij maïs. Een maand steeg de maïsprijs nog door ‘slow-selling’ in Brazilië en Argentinië. De landbouwers in Zuid-Amerika hebben niet zelden grootschalige opslag en wachten betere prijzen af voordat ze verkopen aan de grote handelshuizen die de maïs naar vooral Azië brengen.

Nieuwe ramingen wijzen echter op een ‘bumper crop’, een grote oogst in de VS – ’s werelds grootste maïsexporteur. Wereldwijd is de maïsvoorraad ten opzichte van het verbruik groot te noemen, wat druk zet op de prijs. De tarwemarkt stond in augustus nog in het teken van een vooral door droogte en hitte gedecimeerde oogst in de EU en de Russische Federatie, die de hoeveelheid die beschikbaar komt voor de export zou raken.

De EU en de Russische Federatie concurreren in hoofdzaak op dezelfde markt: Noord-Afrika en het Midden-Oosten. In september bleek Rusland haar relatief recent gewonnen positie als topexporteur gewoon door te zetten. Het land wordt daarbij ook geholpen door een zwakke roebel, die hen op de wereldmarkt goedkoper maakt. De sterkere Thaise munt en het feit dat de Filipijnen terug op de markt zijn beperken volgens de FAO de prijsdaling.

Zuivel

De zuivelprijsindex daalde 2,4% tot 191,5 punten, ten opzichte van de voorgaande maand. De daling zet nu alweer vier maanden achter elkaar door. In september daalden internationale prijzen voor boter, kaas en volle melkpoeder, terwijl de prijs van magere melkpoeder juist aantrok. Wereldwijd zijn reserves groot. Magere melkpoeder ontsnapt aan de malaise omdat de vraag naar vers geproduceerde melkpoeder toeneemt.

Sinds het begin van het jaar zijn prijzen voor magere melkpoeder, dat onder meer in Hannover en Nieuw-Zeeland verhandeld wordt, met 16,2% toegenomen.

Suiker

Internationale suikerprijzen stegen in september met gemiddeld 2,6%, maar liggen nog altijd een schokkende 43% lager dan in september 2017. De hogere prijs in september is vooral gevolg van droogte in Brazilië, de grootste suikerproducent- en exporteur ter wereld. De oogst van suikerriet is er in volle gang en de eerste ramingen wijzen op een tegenvallende oogst.

In India en Indonesië is in het regenseizoen minder regen gevallen, wat alweer leidt tot de verwachting dat minder suiker van het land komt dan eerder begroot. Met name India is een grote suikerproducent- en consument, al exporteert het normaliter maar bescheiden hoeveelheden.

Plantaardige oliën

De gemiddelde prijs voor plantaardige oliën is ten opzichte van augustus met 2,3% gedaald. Het is de achtste maand op rij dat de prijsindex voor onder meer soja, koolzaad, palmolie en zonnebloemzaad is gedaald. De grootste teruggang was zichtbaar bij palmolie, waar de prijs met 25% is gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Bij soja en koolzaad staat de prijs onder druk omdat de importvraag is afgenomen.

In het geval van zonnebloemzaad speelt de nieuwe oogst die beschikbaar komt in de Zwarte Zee-regio de markt parten.

Vlees

De vleesprijsindex van de FAO is traditioneel het minst betrouwbaar- omdat de prijsvorming minder transparant is. Internationaal zijn prijzen volgens de marktvorsers licht gedaald ten opzichte van een maand eerder, waarbij prijzen voor rundvlees en varkensvlees voor het grootste deel stabiel bleven en schapen- en geitenvlees en pluimveevlees in prijs stegen. Schapen- en geitenvlees wordt beter betaald omdat relatief weinig product uit Oceanië komt en Aziatische landen meer naar het product vragen.

Bij varkensvlees is de prijs onder druk aan het komen door de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in de Chinese varkenshouderij, terwijl gevreesd wordt dat het virus in België zal overslaan van de wilde everzwijnen naar de varkenshouderij.