Tuin: hoe zelf de maretak te kweken
Tot op de dag van vandaag is deze groenblijvende plant omgeven met symboliek. Zo wordt de maretak in de kerstperiode vaak opgehangen in de woonkamer en bezorgt diegene die eronder door loopt een jaar vol voorspoed en geluk. Ook los van de symboliek is de maretak een intrigerende plant: hij ziet er anders uit dan de meeste andere planten en hij lijkt zeer kieskeurig wat betreft zijn groeiomgeving. Bovendien is het een halfparasiet die in de kruin van andere bomen groeit, waar hij 's winters als bladhoudende plant, een opvallende verschijning vormt.
Veel volkse benamingen
Mede vanwege die opvallende verschijning heeft deze plant heel wat volkse benamingen meegekregen. Zo staat hij onder meer bekend als boomkruid, mistel (ook de Duitse benaming), vogellijm, lijmkruid, duivelsnest, heksennest, hulster, kersterhout, mistletoe (ook de Engelse benaming), mattekruid, slangentong, hamspoen en natuurlijk als maretak. Sommige van deze namen (vogellijm, lijmkruid) verwijzen naar de kleverige bessen waar een lijmstof uitgehaald werd om vogels mee te vangen. Ook de wetenschappelijke naam
Veel van de andere volksnamen verwijzen naar de mythische krachten die onze voorouders aan deze plant toedichtten. Andere, minder positieve namen, ontstonden dan weer als gevolg van de kerstening, die de oude, traditionele verering van bomen en de traditionele jaarfeesten wou vervangen door christelijke symbolen en feestdagen.
Botanisch
Plantkundig werd deze plant vroeger ondergebracht in de vogellijmfamilie. Momenteel is hij ingedeeld bij de sandelhoutfamilie,
De gaffelvormig groeiende plant heeft groenbruine takken die op een korte stam staan en heeft bleekgroene, leerachtige bladeren die als kleine propellers aan het einde van de stengels staan. In de lente verschijnen kleine, eerder onopvallende mannelijke of vrouwelijke bloemen aan de plant. Op de vrouwelijke planten verschijnen nadien de kogelronde, witte bessen, die nadat ze zijn opgegeten door vogels (voornamelijk lijsters) zorgen voor verspreiding van het zaad.
Het geheim...
Het groeigebied van de maretak is eerder beperkt en sterk afhankelijk van een zeer specifiek microklimaat dat nodig is om de maretak zijn eerste groei-jaar te laten overleven. Enkel op die plekken waar een gunstig microklimaat voorkomt, kan de maretak zich op natuurlijke wijze voortplanten. In het eerste jaar leeft de maretak als een epifyt: dit zijn planten die de boom enkel gebruiken als groeiplaats en dus moeten ze hun voedsel en vocht uit de omgeving (regen, lucht) halen.
In de tropen komen epifyten vaak voor, zoals orchideeën en bromelia's. Bij ons zijn enkel korstmossen en sommige mossen epifyten en dus ook de maretak in zijn eerste levensjaar. Het kleine kiemplantje is gedurende dat eerste jaar extreem gevoelig voor uitdroging en zal op natuurlijke wijze alleen overleven in gebieden met regelmatige neerslag, met een hoge luchtvochtigheid (vaak in de nabijheid van zee of rivieren) en met mist en nachtelijke condensvorming gedurende warme en droge perioden in de zomer. In dergelijke gebieden kan de maretak zich, en dan nog enkel in gunstige jaren, op natuurlijke wijze verspreiden.
Zelf zaaien
In het eerste jaar groeit een kleine, groene kiem uit het zaadje, dat zich wegkeert van het licht en dus naar de tak groeit. Waar het kiempje de tak raakt, vormt zich een z
Wie graag een exclusiviteit in de tuin heeft, kan gerust eens proberen een maretak te zaaien. Wanneer men dit doet op een gezonde, volwassen boom, zal deze hier geen hinder van ondervinden.