Startpagina Tuin

Tuinplant van de maand april: Clematis

Vorige week vertelden we al dat er heel wat soorten en cultivars van deze schitterende tuinplant op de markt zijn. Als we weten dat de meeste Clematissen genoeg hebben aan een lapje grond en een vrije muur om ze omhoog te leiden dan mogen we echt spreken van een plant die past in elke tuin. Voorzie wel een goede klimsteun want clematis hecht zich niet vast tegen een muur, ze hebben nood aan een klimstructuur waaraan ze zich met hun rankende takken kunnen omheen winden.

Leestijd : 5 min

Het nadeel van de grootbloemige cultivars die vorige week uitgebreid aan bod kwamen, is dat ze nogal gevoelig zijn voor verwelkingsziekte, een ziekte die veroorzaakt wordt door schimmels die in de bodem aanwezig kunnen zijn. Een alternatief is het aanplanten van een selectie van een botanische soort; De bloeiperiode is vaak wat korter maar de planten zijn meer bestand tegen plagen en ziekten.

Botanische soorten

Het is duidelijk dat niet alle (+/-300) oorspronkelijke soorten worden gekweekt als tuinplant. Alleen de goed winterharde soorten komen hiervoor in aanmerking. Van de meeste botanische soorten zijn ook een aantal mooie cultuurvormen, ontstaan door natuurlijke mutaties, op de markt. Botanische soorten zijn vaak minder spectaculair maar wel puur natuur, waardoor ze vaak sterker zijn dan de 'gekweekte tuinhybriden'

Clematis vitalba: Deze soort komt bij ons, verspreid over het hele land, vaak in de natuur voor. De Nederlandse naam is bosrank. Het is de krachtigste groeier van het hele geslacht, die een hoogte van wel 10 meter kan bereiken, uitbundig bloeit met kleine, witte bloemetjes van juli tot september en daarna opvallend veel sierlijke vruchtjes vormt, die typerend zijn door hun vruchtpluis. Deze soort is door zijn krachtige groeiwijze enkel geschikt voor wilde, natuurlijke tuinen en heeft de neiging om op vochthoudende, kalkrijke gronden te gaan woekeren met een groot aantal zaailingen.

Clematis viticella: Deze slanke struik wordt ook wel Italiaanse bosrank genoemd omdat hij in Italië van nature voorkomt. Hij heeft een bossig uiterlijk en bloeit van juli tot september met violetblauwe, knikkende bloemetjes. De struik kan in de winter volledig terugvriezen maar groeit in het voorjaar gemakkelijk terug vanuit de wortelkluit. Verder mag de plant vroeg in het voorjaar diep teruggesnoeid worden. De plant loopt dan krachtig uit (tot 4 m) en zal in de zomer rijkelijk bloeien. Mooie tuinvariëteiten zijn o.a.: 'Alba Luxurians’ met witte bloemen met een blauwe waas, 'Kermesina' met wijnrode bloemen en ‘Royal Velours' met 7 cm grote, fluwelig donkerpaarse bloemen.

Clematis alpina: deze volledig winterharde soort, afkomstig uit de Alpen, bloeit in mei-juni met knikkende, diepblauwe bloemen. Opvallend zijn de grote, spatelvormige staminodiën, een soort honingbladeren, waardoor de bloemen enigszins gevuld lijken. Deze minder sterke groeier klimt tot 2 meter hoog en is ook geschikt als bodembedekker of begroeier van struiken, zonder ze te beschadigen of te belemmeren in hun ontwikkeling. De mooiste exemplaren worden aangetroffen op koele, licht beschaduwde plaatsen op kalkrijke bodems. Mooie tuinvariëteiten zijn ondermeer 'Burford White', 'Pamela Jackman' met azuurblauwe bloemen en vaak een rijke nabloei, 'Sibirica', een witbloeiende variëteit, en 'Ruby' die rozerood bloeit met witte staminodiën.

Clematis macropetala: Deze uit Siberië afkomstige, ijzersterke soort met verhoutende stengels is zeer winterhard. De plant bloeit in mei-juni met paarsblauwe knikkende klokvormige, vrij grote bloemen. Deze soort wordt niet erg hoog, meestal tussen 1,50 m en 2 m en doet het ook goed als bodembedekker. Mooie tuinvariëteiten zijn de blauwe 'Lagoon' , 'White Swan' en de donkerroze 'Markham Pink'.

Clematis tangutica: Deze mooie, rijkbloeiende soort wordt tot 5 meter hoog, bloeit in juni en juli en heeft vaak nog een opvallend rijke nabloei tot september met heldergele, knikkende, klokvormige bloemetjes. De bloei wordt gevolgd door vruchtjes met opvallend mooi vruchtpluis. Een vereiste voor een uitbundige bloei is een zonnige standplaats. Mooie tuinvariëteiten zijn 'Helios' met gele platte bloemen en 'Anita' met platte, witte bloemetjes.

Clematis flammula: Deze soort groeit o.a. in Zuid-Frankrijk veelvuldig in het wild. Ze bloeit van augustus tot oktober met witte, naar vanille geurende bloemen. De plant kan tot 5 m hoog worden en sterft tijdens de wintermaanden bovengronds af om in het voorjaar opnieuw uit te lopen. Als mediterrane plant geeft hij de voorkeur aan een zonnige standplaats, beschut tegen koude voor- en najaarswinden. In het najaar snoeit men na de bloei. 'Rubromarginata' is een selectie waarvan de witte bloemblaadjes een violetrode rand hebben.

Snoei van Clematis

Om ervoor te zorgen dat hij ieder jaar opnieuw zo rijk gaat groeien, dient Clematis in het voorjaar vakkundig gesnoeid te worden en dat zorgt vanwege de grote diversiteit vaak voor nogal wat verwarring. Nochtans is het niet zo moeilijk als we rekening houden met de bloeigewoonte van de te snoeien Clematis. Om het gemakkelijk te maken werden de Clematissen ingedeeld in drie snoeigroepen.

Groep 1 : bestaat uit de vroegbloeiende en de wintergroene soorten en hun gekweekte vormen. Ze bloeien op de stengels die het voorgaande groeiseizoen gevormd en gerijpt zijn en mogen daarom pas gesnoeid worden na de bloei. Snoei alle dode en zwakke stengels weg en verwijder of snoei de scheuten die buiten de klimsteun groeien terug. Na de snoei ontstaan nieuwe scheuten die later in het seizoen uitrijpen en het volgende jaar zorgen voor de bloei.

Groep 2 : bestaat uit de meeste grootbloemige, bladverliezende hybriden die twee keer per jaar bloeien. De hoofdbloei gebeurt in het begin van de zomer op verhoute scheuten en een nabloei in de nazomer op nieuwgevormde scheuten. Bij deze groep is de snoei erop gericht om een gestel te behouden van oud hout en nieuwe scheutvorming te stimuleren. Dit kan door in het vroege voorjaar alle dode en zwakke stengels te verwijderen en de overige stengels terug te zetten op het hoogste paar gezonde, dikke okselknoppen. Deze planten kan men ook telen met een minimale snoei door ze om de 3 à 4 jaar terug te zetten tot kort boven de grond. De zomerbloei in het jaar van de snoei gaat dan wel verloren maar de nazomerbloei zal des te rijker zijn.

Groep 3 : bestaat uit de later bloeiende soorten die bloeien op scheuten die in het voorjaar gegroeid zijn. Deze groep moet drastisch gesnoeid worden door alle bovengrondse delen in het vroege voorjaar terug te snoeien tot op krachtige okselknoppen zo’n 20 tot 40 cm boven de grond. Bij vorstschade kan men ook dieper terugsnoeien, bij de meeste soorten uit deze groep ontstaan dan meestal nieuwe grondscheuten.

Om het helemaal gemakkelijk te maken of als je twijfelt in welke groep jouw Clematis thuishoort kan je de volgende vuistregel hanteren: Clematissen die voor eind juni bloeien: niet snoeien in het voorjaar, want ze bloeien op scheuten uit het vorige seizoen. Je kan ze om de 3 à 4 jaar terugsnoeien, zo blijven ze jong en groeikrachtig.

G.B.

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken