Startpagina Veeteelt

Teveel afgestudeerde dierenartsen

Jaar na jaar studeren er te veel dierenartsen af aan Belgische universiteiten. Het overaanbod aan dierenartsen in ons land is een gekend probleem. Toch bestonden er tot voor kort geen cijfers die deze stelling ondersteunden. Master in de diergeneeskunde Ashkan Joshghani (Universiteit Gent) ging op onderzoek.

Leestijd : 2 min

Dierenartsen lijden onder het overaanbod, de lage lonen en de concurrentie. Depressie bij dierenartsen is geen uitzondering. Veel afgestudeerde studenten worden zich bewust van de situatie in de laatste jaren van hun opleiding. Sommigen zijn uiteindelijk zo gedemotiveerd, dat ze er zelfs niet aan beginnen. Joshghani: “Sommigen trekken naar het buitenland en richten daar een praktijk op. Anderen kiezen voor een carrière in bijvoorbeeld de industrie, onderwijs, onderzoek of de volksgezondheid.”

Romantisering van het beroep

Het gegeven is gekend. Waarom komen dan toch zoveel studenten op de opleiding af? In onze buurlanden kan niet iedereen zich inschrijven voor de opleiding, met als gevolg dat er onder meer heel wat Nederlanders naar België komen om te studeren. Maar ook de romantisering van het beroep, onder andere in tv-programma’s, wordt vaak als oorzaak aangeduid van het hoge aantal studenten.

Moet er ook in België een toelatingsexamen met quotum worden ingesteld? Waarom is dat er nog niet? Joshghani: “Minder studenten toelaten ligt gevoelig: in ons Belgisch systeem is de vrije toegang tot onderwijs een democratisch basisrecht. Voor geneeskunde en tandheelkunde zijn er wel toelatingsexamens. De overheid redeneert: hoe meer artsen en tandartsen er afstuderen, hoe vaker mensen een beroep doen op hun diensten. Dat leidt tot hogere kosten voor de sociale zekerheid. Bij dierenartsen komt de sociale zekerheid niet tussenbeide, waardoor dit geen rol speelt.”

Omgekeerd is het voor de onderwijsinstellingen net financieel voordeliger als er zich zo veel mogelijk studenten inschrijven in het eerste jaar. Want hoe meer studenten, hoe meer middelen ze ontvangen.

Centrale databank

Joshghani: “In mijn masterproef heb ik het overaanbod voor het eerst in kaart gebracht. Maar dat was niet eenvoudig: de cijfers in België zijn versnipperd en verspreid over verschillende instanties. In Duitsland en Frankrijk was het wel mogelijk om een gedetailleerd overzicht te krijgen van het aantal dierenartsen, met onderscheid per specialisatie.”

Hij pleit daarom voor een centrale databank: “Een effectief beleid kan je alleen voeren op basis van correcte cijfers. De Nederlandstalige en Franstalige Ordes der Dierenartsen spelen hierin een sleutelrol.”

Naar scriptieprijs.be

Promotoren: Prof. dr. Sarne De Vliegher en Prof. dr. ir. Jeroen Buysse

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken