Startpagina Agrotoerisme

Is hoevetoerisme een meerwaarde voor jouw boerderij?

De coronapandemie doet heel wat burgers het Vlaamse platteland herontdekken. Daar valt dan ook heel wat te beleven! Je kan er niet alleen van alles doen, maar er ook op leuke plekjes verblijven. Het aanbod – gaande van B&B’s, vakantiehuisjes tot campings – is ruim en aantrekkelijk. Er is voor iedereen wat wils. Wil je zelf starten met hoevetoerisme? Dat kan, maar doe dit vooral doordacht! Dat leerden we van Carl de Braeckeleer en Ineke Denys van studie- en adviesbureau DLV.

Leestijd : 8 min

Studie- en adviesbureau DLV volgt de ontwikkelingen in het kader van agrotoerisme op de voet. “DLV heeft op verschillende domeinen heel wat expertise. Verbredingsactiviteiten in de land- en tuinbouw vallen daar zeker onder”, stelt Carl De Braeckeleer, bestuurder en tevens adviseur bij DLV. “We denken dan niet alleen aan het starten met hoevetoerisme, maar ook aan activiteiten met kinderen, boerengolf, een ijssalon, een hoevewinkel, een pluktuin, paardenwandelingen… We hebben al heel wat mooie projecten op het platteland helpen opstarten. En elk initiatief was uniek, met een individueel verhaal.”

“Een extern blik op je project helpt om alles op een rijtje te zetten en de juiste beslissing te nemen. Starten met hoevetoerisme moet immers een doordachte keuze zijn.”, adviseren Carl De Braeckeleer en Ineke Denys van studie- en adviesbureau DLV.
“Een extern blik op je project helpt om alles op een rijtje te zetten en de juiste beslissing te nemen. Starten met hoevetoerisme moet immers een doordachte keuze zijn.”, adviseren Carl De Braeckeleer en Ineke Denys van studie- en adviesbureau DLV. - Foto: Renée Moreels

Toch kan en mag je niet zomaar met een (betalend) aanbod starten. Los van de wettelijke aspecten sta je ook best met 2 voeten op de grond.

Verschillende fasen doorlopen

De Braeckeleer ziet verschillende fasen bij de start van een verbredingsproject. “Ten eerste is er natuurlijk de voorbereidende fase. Meer concreet, waarom wil je met je bijkomende initiatief starten? Wat zijn je beweegredenen? Zijn dit ideologische redenen? Economische overwegingen? Of is er nu eindelijk tijd beschikbaar om je idee te realiseren?

Daarnaast is er het wettelijke verhaal. Is je project stedenbouwkundig mogelijk? Heb je gedacht aan alle vereisten van de omgevingsvergunning? Ten slotte is er natuurlijk nog de eigenlijke start van je project.”

Van dromers tot denkers

Volgens Carl De Braeckeleer komen heel diverse projectaanvragers bij DLV aankloppen: “Wij zien hier alle uitersten. Enerzijds zijn er de dromers die we moeten wijzen op het nodige realisme, anderzijds mensen met knappe ideeën maar die bang zijn voor de investering of voor iets nieuws op het bedrijf. Deze laatsten hebben soms een duwtje in de rug nodig. Sowieso is de economische haalbaarheid bij elk project van groot belang. Daarom bespreken we dit aspect ook in de eerste fase. Het is soms – zonder begeleiding - moeilijk in te schatten welke impact een bijkomende bedrijfstak zal hebben op je uitbating. Ben je er als ondernemer klaar voor? Is er al een rendabiliteitsstudie uitgevoerd? Is er arbeid beschikbaar? Onze ervaring leert dat men gelukkig meestal niet over één nacht ijs gaat vooraleer men hier aanklopt. Een aantal komt zelfs met een plan of een Excel-berekening op zak raad vragen.

Zeker zo belangrijk is vooraf na te denken over de impact van je plannen op je privésituatie. Zal je nog voldoende tijd hebben voor je gezin, voor je sociale leven? Past je project trouwens bij je persoonlijkheid en uitstraling? Wanneer je bijvoorbeeld logies wil aanbieden, ben je liefst een open en sociaal persoon die interactie met andere mensen niet schuwt. Daarom vind ik het ook belangrijk om ter plaatse poolshoogte te nemen. Zo kunnen we beter de situatie inschatten en gerichtere vragen stellen. Dat lukt moeilijker met advies op afstand.

Een onafhankelijk oordeel en een extern blik helpen dikwijls om alles op een rijtje te zetten en de juiste beslissing te nemen. De realisatie van zo’n verbredingsproject moet immers een doordachte keuze zijn. Het mag vooral geen middel van de laatste hoop zijn!”

Wat kan of mag in landelijke gebied?

“In een eerste gesprek proberen we inderdaad het bedrijf en de bedrijfsleiders te doorgronden”, vertelt Ineke Denys, die als DLV-adviseur geïnteresseerde land- en tuinbouwers begeleidt in dit proces. “We polsen naar het idee of helpen om hét juiste idee te vinden dat past bij de bestaande situatie. Wat wil je aanbieden? Wat is je unieke product, welke meerwaarde kan je bieden? Wanneer je een B&B wil uitbaten, kan het volstaan om een mooie locatie te hebben. Wanneer je iets wil verkopen, moet je er rekening mee houden dat potentiële klanten meestal enkel omrijden voor een uniek verhaal of product, niet voor een bulkproduct.”

Op heel wat actieve hoeves zijn er gebouwen aanwezig die niet (meer) gebruikt worden voor de eigenlijke bedrijfsuitbating. Sommige eigenaars willen aan die leegstaande loods of schuur een nieuwe bestemming geven, gaande van logies tot een hoevewinkel of vergaderzaal.

Het is zeker zo belangrijk om vooraf na te denken over de impact van je plannen op je privésituatie.
Het is zeker zo belangrijk om vooraf na te denken over de impact van je plannen op je privésituatie. - Foto: Gasthof Bethania

Bij aanvang van een project moet er echter met heel wat (wettelijke) aspecten rekening gehouden worden. Ineke Denys somt er enkele op: “Het is belangrijk te weten of het land- of tuinbouwbedrijf in (landelijk waardevol) agrarisch gebied ligt of in een andere zone van het gewestplan. Want, je kan niet zomaar eender welk project overal realiseren natuurlijk. Wanneer men bij ons komt aankloppen, bekijken we onder meer de ruimtelijke aspecten. Wat kan waar volgens de ruimtelijke plannen van je gemeente? Oudere hoeves kunnen ook bijvoorbeeld geklasseerd zijn als onroerend erfgoed. De verbouwing van zo’n locatie verschilt naargelang deze geïnventariseerd of beschermd is. Als het pand erfgoedwaarde heeft, moet je dit immers respecteren. Dit wil niet zeggen dat je het pand niet mag verbouwen. Je kan immers een bestemmingswijziging verkrijgen na goedkeuring van de erfgoedconsulent.

De toeristische activiteit moet sowieso ondergeschikt blijven aan de actieve land- of tuinbouwuitbating. Betreft het een niet-actief landbouwbedrijf, dan is een vergunningsaanvraag voor de functiewijziging noodzakelijk.

Een nieuwbouw zetten voor verbredingsactiviteiten wordt niet altijd toegelaten. De aanvragen worden geadviseerd door het departement Landbouw en Visserij. Zij verkiezen steeds dat de nieuwe bestemming inpasbaar is in de bestaande gebouwen. Zo niet, dan kunnen verdere mogelijkheden, zoals een nieuwbouw, bekeken worden.”

Omgevingsvergunning

Voor de verbouwings- en inrichtingswerken beginnen, moet ook de omgevingsvergunning - de opvolger van de bouwvergunning - in orde zijn. “Om je logies te kunnen uitbaten, moet je in de meeste gevallen beschikken over een omgevingsvergunning. Dat is onder meer zo als je een constructie optrekt, verbouwt of de functie van een gebouw wijzigt. Die aanvraag moet gebeuren bij de dienst Omgeving van je gemeente wanneer je inrichting behoort tot klasse II of bij de deputatie wanneer je behoort tot klasse I”, vervolgt Ineke Denys.

Je hebt 2 jaar tijd om te starten met de uitvoering van de werken. Binnen de 5 jaar na het verlenen van de omgevingsvergunning moet je ook starten met de uitbating.

VLIF-steun

Wanneer het een actief landbouwbedrijf betreft, dat voldoet aan alle voorwaarden van het VLIF, dan kan men tevens beroep doen op VLIF-steun voor het opstarten van hoevetoerisme. Deze subsidie wordt zowel toegekend voor het opstarten met een hoevewinkel, het verwerken van hoeveproducten als voor dag- of verblijfsrecreatie. Ineke Denys adviseert om je zeker tijdig te informeren, want het is belangrijk dat je de steunmaatregel aanvraagt vóór de effectieve opstart van je project.

Erkenning door Toerisme Vlaanderen is een meerwaarde

Ineke Denys wijst er op dat wanneer je wil starten met een of andere vorm van betaalde logies je steeds vooraf moet gaan aankloppen bij Toerisme Vlaanderen . “Elk logies moet bij deze Vlaamse overheidsdienst aangemeld worden. Sinds 1 april 2017 geldt immers het Vlaamse logiesdecreet. Dit decreet vereenvoudigt de administratieve regels voor wie toeristen tegen betaling laat overnachten. Veiligheid en kwaliteit zijn essentieel. Voor elk logies gelden dezelfde basisvoorwaarden in verband met (brand)veiligheid, verzekering en hygiëne, aangevuld met meer specifieke uitbatingsnormen per type logies.” Het is volgens Ineke Denys een meerwaarde als je je logies ook laat erkennen door Toerisme Vlaanderen. “Hierdoor kan/mag je uitpakken met een officieel label of de beschermde benaming (B&B, hotel, vakantiewoning, hostel, camping, vakantiepark, camperterrein).

Na erkenning van je logies ontvang je van Toerisme Vlaanderen herkenbare panelen.
Na erkenning van je logies ontvang je van Toerisme Vlaanderen herkenbare panelen. - Foto: Greenfield

Een logiesadviseur van Toerisme Vlaanderen komt dan langs om de voorwaarden te checken. Het erkenningsschild aan je muur en op je website, nieuwsbrief of drukwerk is echt wel een kwaliteitslabel dat vertrouwen wekt. Met deze erkenning kan je bovendien aanspraak maken op logiessubsidies van de overheid.”

Lekkers van bij ons

Gaat het bij jou puur om overnachten zonder extra diensten, bijvoorbeeld voor een vakantiewoning waar de gasten zelf hun potje klaarmaken, dan is geen registratie bij het Federaal Voedselagentschap (FAVV) nodig. Maar heel wat uitbaters van een logies op een landbouwbedrijf willen de gasten ook laten genieten van hun kookkunsten, dikwijls met lokale producten. Ineke Denys: “Ook hier moet je goed weten waar je aan begint: een lekker ontbijt verzorgen, is niet hetzelfde als een meergangenmenu bereiden. Dan moet je voldoen aan meer regels. Wanneer je enkel een ontbijt aanbiedt, zoals bijvoorbeeld in een B&B, moet je je enkel registreren bij het FAVV. Worden er ook nog andere maaltijden aangeboden, dan is een toelating van het FAVV vereist. De toelating verschilt naargelang je aanbod.”

Vergeet niet dat je ook voor bijvoorbeeld een hoeveterras, verbruikszaal, hoevewinkel… een toelating van het FAVV nodig hebt. Wanneer je wil starten met een hoeveslagerij, dan is een FAVV-erkenning vereist. Voor meer informatie kan je terecht op www.favv.be/professionelen/hoeveverkoop.

Kamperen in de wei

Na de oproep van SOSzomerkamp om jongeren in deze coronaperiode toch een leuke kampplaats te bezorgen, denken heel wat land- en tuinbouwers er dit jaar misschien ook voor het eerst aan om hun weiden of gebouwen ter beschikking te stellen van jeugdbewegingen. “Dit kan zelfs zonder te veel rompslomp”, zegt Ineke Denys. “Op voorwaarde dat de lokale regelgeving dit niet verbiedt, kan je immers 120 kalenderdagen per jaar, meer bepaald 4 maal 30 opeenvolgende dagen, een ‘andere’ activiteit aanbieden op je bedrijf zonder wettelijke vereisten of vergunningen. Onder dat stelsel mag je dus kampeerplaatsen aanbieden, ten minste indien je geen blijvende constructies, zoals bijvoorbeeld verhardingen, op je terrein aanbrengt. Ook eens een zaaltje ter beschikking stellen voor een feestje of een hangar om een groep in te laten slapen valt hieronder.”

Effectief een camping starten in je weide kan natuurlijk ook. “Dan moet je een functiewijziging melden en dan val je ook onder het eerder aangehaalde logiesdecreet. Je moet dan voldoen aan de wettelijke voorwaarden omtrent brandveiligheid, watervoorziening et cetera. Maar dan kan je de campingplaatsen wel netjes inkleden en ook sanitaire faciliteiten voorzien.”

Pak uit met je ‘nieuwe kindje’!

Je logies, hoevewinkel, ijsjeszaak, arrangement… draait natuurlijk niet zonder klanten. Alhoewel DLV daar geen advisering rond doet, wordt het thema toch ook meestal aangehaald tijdens de gesprekken met de toekomstige uitbaters. “Natuurlijk mag je niet vergeten om je marketing- en promotieverhaal tijdig op te starten”, merkt Carl De Braeckeleer op. “Zorg ervoor dat potentiële klanten je vinden, zowel fysisch met de noodzakelijke signalisatie als online. Een aantrekkelijke website, met bijvoorbeeld storytelling over je logement of over jouw aanbod, maar ook over de regio, helpen daarbij. Wees zeker actief op sociale media. Let wel op dat je verhalen kloppen, zowel wettelijk als voor je klanten. Een eenmalige onprettige ervaring krijgt jammer genoeg sneller ruchtbaarheid dan een langdurig mooi verhaal…”

Anne Vandenbosch

Lees ook in Agrotoerisme

Hoeve ‘t Alkeveld doet geen concessies: landbouw én verbreding moet sterk zijn

Agrotoerisme Chris is een manusje van alles met een grote passie voor koeien. Zijn vrouw Leen is eigenlijk tuinarchitecte maar nu vooral ijsmaker. Hun bedrijf Hoeve ’t Alkeveld is een begrip in Oost-Vlaanderen. Om de kwalitatieve zuivelproducten die op de hoeve gemaakt worden en wat je er kunt beleven. “We geloven niet in bulk maar in toegevoegde waarde”, aldus Leen.
Meer artikelen bekijken