Hoeve ‘t Alkeveld doet geen concessies: landbouw én verbreding moet sterk zijn

Leen en haar man Chris leiden samen het bedrijf. Ze hebben 2 kinderen.
Leen en haar man Chris leiden samen het bedrijf. Ze hebben 2 kinderen. - Foto: Alkeveld

IJs, yoghurt, zachte kazen, boter, chocomousse of karnemelk… Hoeve ‘t Alkeveld van Chris en Leen Steenhuyse-Gielis in Zottegem maakt het allemaal. Zo ongeveer het enige zuivelproduct dat het bedrijf niet maakt, zijn harde kazen. Grotendeels produceert men voor de eigen hoevewinkel, waar ook een verbruiksruimte aan vast zit, en deels voor horeca en retail in de buurt.

Hof ‘t Alkeveld maakt een breed pallet producten.
Hof ‘t Alkeveld maakt een breed pallet producten. - Foto: JCB

In het hoogseizoen zitten in de verbruikersruimte soms wel 300 mensen. De hoeve telt dan ook 2 vaste werknemers. Eén voor de productie, en één voor de winkel en het rondbrengen van bestellingen. In het hoogseizoen komen daar nog de nodige jobstudenten bij. “In de zomer zijn we soms met 12 man”, zegt Leen.

Corona hakt erin

Vandaag is dat anders. corona hakt erin… Na enkele maanden sluiting mag de verbruiksruimte weer open. Het aantal tafels en zitplaatsen is meer dan gehalveerd. Klanten halen wat ze gaan nuttigen zelf op bij een balie zodat er geen bediening met mondmaskers hoeft rond te lopen. Personeel met mondmaskers… het geeft geen prettig gevoel, denkt Leen. “Het herinnert je als het ware voortdurend aan gevaar.”

De klanten ontsmetten de tafels zelf. Ook dat geeft vertrouwen, vindt Leen. “We hebben overal flessen met ontsmettingsmiddel. Maar ik denk dat door corona mensen echt liever zelf even hun tafel ontsmetten voor en na het eten en drinken, dan dat er een personeelslid tussendoor komt. Normaal sta je het liefst dicht bij je klanten, maar nu moet je even afstand bewaren. Het zijn rare tijden.”

De hoevewinkel bleef wel steeds open en de producten van ’t Alkeveld worden sinds de crisis meer en meer verkocht via de eigen winkel en de retail. “De horeca is dicht, en dus onze verbruiksruimte ook. Maar tegelijk is het volume via de eigen winkel en de retail toegenomen. De eigen winkel misschien het meest, omdat we ook veel klanten kregen die geen zin hadden aan te schuiven in de supermarkt… te druk.”

Vanwege corona moest het bedrijf de verbruiksruimte tijdelijk sluiten.
Vanwege corona moest het bedrijf de verbruiksruimte tijdelijk sluiten. - Foto: JCB

50% minder omzet

Netto is de omzet met eigen zuivelproducten toch gehalveerd. En niet alleen dat raakt het bedrijf. De hoeve staat ook open voor team-building, verjaardagsfeestjes, en schoolklassen. Ook dat is nu door corona weggevallen. Verjaardagsfeestjes zijn sinds kort weer mogelijk met maximaal 10 kinderen. In juli wordt dat 50. Of ouders het aandurven?

“Dat is moeilijk te zeggen. Ik merk dat mensen de zenuwen krijgen van corona. Sommigen hebben tijdelijk of voor altijd smetvrees. Het vertrouwen is weg… ook tussen mensen.”

Een volwaardig melkveebedrijf

Het bedrijf verwerkte niet altijd een groot deel van de melk van haar koeien zelf. De eerste stappen werden in 2005 gezet, toen Chris met een vers diploma op zak het bedrijf samen met zijn ouders ging uitbaten. Zijn hart lag meer bij de koeien dan de akkerbouw. Bij zijn vader was dat precies andersom. Het bedrijf evolueerde navenant. Op het moment dat Chris in het bedrijf stapte, telde het 50 koeien. Inmiddels zijn dat er 120, die door 2 robots worden gemolken.

Het bedrijf houdt de melkkoeien op stal. “Daar heb je de grootste controle op wat er gebeurt en uiteindelijk levert dat de beste resultaten.” Het jongvee graast buiten. “Het is ook belangrijk dat mensen dieren in de wei zien.”

Een bedrijf van 120 koeien is duidelijk groter dan gemiddeld. Waar anderen die in de verbreding stappen soms puur inzetten op beleving en vooral een romantisch beeld van de boerderij willen scheppen, blijft Hoeve ’t Alkeveld dan ook in de eerste plaats een landbouwbedrijf. Wat niet wegneemt dat in elke hoek wat te zien is, speeltuigen voor de schoolkinderen, een bak met bloemen… Gezelligheid en zakelijkheid gaan hand in hand.

De koeien staan in een nieuwe robotvriendelijke melkstal die in 2008 verrees. De oude stal wordt gebruikt voor opslag en voor het houden van wat drachtige koeien en kalfkoeien. Waar het bedrijf eerder puur een landbouwbedrijf was, zocht men met Chris erbij de verbreding. Het ijs-maken had Chris geleerd tijdens een stage, en op de landbouwschool in Horst (NL).

Het melkveebedrijf is alles behalve een bijzaak geworden voor de onderneming. Ook hier streeft het bedrijf naar een gezonde groei.
Het melkveebedrijf is alles behalve een bijzaak geworden voor de onderneming. Ook hier streeft het bedrijf naar een gezonde groei. - Foto: JCB

Een dochter van de serres

In 2013 stapte Leen mee in het bedrijf. Eigenlijk noodgedwongen. Als dochter van een glastuinder in Lier groeide ze op in de serres, maar ze koos voor een loopbaan als tuinarchitecte. Net voordat Leen instapte in het bedrijf, stond ze op het punt een kantoor te huren aan de Grote Steenweg. “Ik stond vrij letterlijk op een kruispunt.”

Een ernstig ongeluk maakte dat haar schoonvader langdurig uit de running geraakte. De moeder van Chris was daarom vaak in het ziekenhuis. Twee arbeidskrachten vielen dus weg. “Uit noodzaak ben ik toen beginnen meedraaien. Eerst na kantooruren, in het weekend… uiteindelijk heb ik besloten er vol voor te gaan. Maar ik vond wel dat er wat tegenover moest staan ook. Ik verdiende als tuinarchitect immers niet slecht.”

Dus bouwde ze samen met Chris – die zich vooral meer met de landbouwactiviteiten bezighoudt – de ijsmakerij uit. De kleine verbruiksruimte werd een grote verbruiksruimte, er werd geïnvesteerd in decoratie, een huisstijl, de website, een Facebookpagina, folders… De klandizie nam toe. “Van fietstoeristen tot toevallige voorbijgangers en van schoolklassen tot kantoorbedienden die een dag wat willen samen doen.”

De boerderij werd vanwege de grote belangstelling in het weekend volledig opengesteld voor bezoek. “Ook om de mensen wat te spreiden. Het werd druk. Het kan ook helpen om het maatschappelijk draagvlak voor de landbouw te vergroten.” Met de openstelling kwam ook de vraag of men geen evenementen kon organiseren op de boerderij. Inmiddels ontvangt het bedrijf in een normaal jaar circa 3.000 leerlingen.

Nu verwerkt de boerderij 10 tot 15% van de melk zelf. Met een nieuwe productieruimte die in aanbouw is, moet dat percentage langzaam klimmen naar 50%. Niet in 1 klap, maar geleidelijk. Uit liefde voor het product, maar ook omdat zo meer marge op de boerderij blijft. “Nu maakt de melkerij voor het grootste deel onze prijs. Als we het zelf verkopen, maken wij de prijs.”

Het bedrijf wil het percentage melk dat ze zelf verwerkt verder opvoeren, met behulp van een nieuwe installatie.
Het bedrijf wil het percentage melk dat ze zelf verwerkt verder opvoeren, met behulp van een nieuwe installatie. - Foto: JCB

Heeft het bedrijf plannen voor verdere verbreding, zoals het aanbieden van een overnachting in de prachtige Vlaamse Ardennen? “Nee, dat echt nooit”, lacht Leen. “We werken enorm hard, 7 dagen per week, maar ’s avonds willen we toch de deur dicht kunnen doen en even kunnen rusten!”

Jan Cees Bron

Meest recent

Meest recent