Startpagina Vleesvee

Ras in de kijker: Blonde d’Aquitaine, een robuust vleesveeras met een eigen aanpak

De kudde Blonde d’Aquitaines van Hof ter Driehoek in Damme staat te pronken in de zon. De zachtbruine kleur van hun vacht en hun elegante bouw doet heel wat mensen stoppen langs de wei. Chris Dhondt en Vicky Wildemeersch: “Het is een plezier om het lekkere vlees van deze runderen in onze eigen hoeveslagerij te kunnen verkopen.”

Leestijd : 7 min

Chris Dhondt groeide op op een typisch Vlaams landbouwbedrijf met zeugen, melkkoeien, vleesvee en akkerbouw. Na zijn studies industrieel ingenieur richting dierlijke productie in Gent belandde hij als vanzelf in de veehouderij. “Ik startte bij een varkensfokkerijorganisatie. Ik leerde er onder meer veel over hybriderassen.” Intussen is Chris al geruime tijd manager van de Vlaamse Piétrainfokkerij vzw (VPF). Op het thuisfront in Damme draait alles echter rond het Blonde d’Aquitaine-ras.

Kiezen voor Blonde d’Aquitaine

“Begin de jaren 90 zaten mijn ouders, Louis Dhondt en Jeanine Caere, met de vraag of ze moesten stoppen met hun 25 dubbeldoelkoeien”, herinnert Chris zich. “Was het niet aangewezen te diversifiëren naar melkvee en vleesvee? Ze veranderden uiteindelijk naar 14 Holstein melkkoeien en een 20-tal Belgisch witblauwrunderen. Maar we belandden van de regen in de drup… Ik zorgde samen met mijn moeder voor het kalven. De witblauwe koeien vergden veel extra zorg rond de geboorte, keizersnede was standaard. Het was ‘ons ding’ niet. We wilden een ander ras waarbij bijvoorbeeld het kalf snel zelfstandig kon gaan drinken.”

Chris informeerde zich, ging langs bij collega’s en las artikels over diverse rundveerassen. De familie Dhondt koos na rijp beraad, in 1996, voor het ras Blonde d’Aquitaine. “We kochten 8 vaarzen van 8 maanden oud van Franse oorsprong. Nadien kochten we nog een Franse stier en enkele bijkomende vaarzen.”

De dekking gebeurt op natuurlijke wijze met eigen stier. In 1998 raakten alle vaarzen al drachtig. “Maar we betaalden in dat eerste jaar veel leergeld. We lieten de dieren ‘te los’. Dat resulteerde in 3 dode kalfjes, slechts 5 levende… We hadden weinig collega’s om raad te vragen.” De ongunstige conditie van de moederkoe bleek de oorzaak. “We hadden te veel gevoederd, wat een te vet kalf opleverde. Een te vet kalf zorgt voor een moeilijke geboorte. Nu wordt op het einde van de dracht veel aandacht gegeven aan de juiste conditie van de koeien. Sinds we dit doen, hebben we iets kleinere, maar vitale kalfjes.”

Monitoring vanop afstand

Chris kent beroepshalve de varkensfokkerij op zijn duimpje. Thuis past hij de fokkerijprincipes toe op zijn rundveebedrijf. Hij heeft bij de genetica dan ook veel aandacht voor duurzame kenmerken en de authenticiteit van het ras. “De opbouw van onze huidige stapel verliep vlot. Onze kudde telt vandaag een veertigtal zoogkoeien en 2 dekstieren. Dit resulteert jaarlijks dus ook in zo’n 40 eigen kalfjes. De Blondes hebben een goede langleefbaarheid. We hebben zelfs koeien van meer dan 10 jaar oud. Daarnaast kopen we ook zo’n 40 stiertjes aan voor afmest.”

De dekperiode valt in de zomer. “De ene stier staat bij de vaarzen, de andere bij de zoogkoeien. We zien zelden springgedrag. Het zijn ‘Christelijke dieren’, denk ik”, lacht Chris, “Het dekken gebeurt ’s nachts.” De koeien zijn dus drachtig tijdens de winter. Van maart tot juni loopt het kalverseizoen. “Tijdens het laatste deel van de dracht zitten de meeste koeien nog op stal, zo kunnen we hen goed in het oog houden. Dit ras kalft normaal gezien op een natuurlijke manier. Bij 20% van de kalvingen helpen we bij het geboorteproces, bij 10% roepen we de dierenarts erbij. Het is dus zaak om in de buurt te zijn wanneer een koe moet kalven. Het kalfje moet binnen de 2 uur geboren zijn, anders moet je hulp inroepen.”

Volgens Chris zijn vooral de vaarzen gevoelig. De vaarzen kalven voor het eerst tussen een leeftijd van 2 jaar 9 maanden en 3 jaar. “Die jonge dieren zijn dan nog niet volledig ‘uitgegroeid’. Het geboortekanaal is nog krap. Daarom monitoren we hen van nabij wanneer de geboorte nadert.”

Vermits zowel Chris als Vicky een job buitenshuis hebben, en het gezin ook 2 kinderen - Sam (14) en Britt (11) - telt, is dit niet evident. “Dat is inderdaad zo”, bevestigt Chris. “Daarom installeerden we 3 jaar geleden een handig camerasysteem. Via 4 camera’s volgen we op de voet wat in de stal gebeurt. De beelden kunnen we via een app op onze gsm bekijken. Ook Sam volgt mee. We houden elkaar op de hoogte van het verloop. Die app vermijdt bovendien onnodig opstaan tijdens de nacht.”

Probleemkoeien voert Chris af. “Een vlotte kalving is een belangrijk fokdoel. We willen dit ras behouden zoals het is. Een koe waarbij een keizersnede nodig bleek, blijft dus niet. Daar zijn we kritisch over.” Chris fokt daarnaast ook op het karakter, de groei (voldoende grote dieren) en de melkproductie.

Chris Dhondt kan de robuuste Blondes goed benaderen, maar is wel steeds op zijn hoede.
Chris Dhondt kan de robuuste Blondes goed benaderen, maar is wel steeds op zijn hoede. - Foto: AV

Eigen aanpak nodig

Chris verwijst voor het rantsoen naar de afkomst van dit ras. “Aquitaine, vandaag Nouvelle Aquitaine, in het zuidwesten van Frankrijk tussen Bordeaux en Toulouse is een eerder schrale regio. De dieren hebben dus van nature uit maar een karig onderhoudsrantsoen nodig. Die eigenheid is gebleven. Het rantsoen bestaat hier voornamelijk uit gras met een beetje snijmaïs als ‘krachtvoeder’. We voederen niet of zelden bij op de weide.”

“Telkens we naar de weide gaan, hebben we wel wat ‘snoepvoeder’ mee. De Blondes zijn namelijk echte kuddedieren. Met dat snoepvoeder maakten we de dieren van jongs af aan eigen aan onze aanwezigheid. Ze reageren onmiddellijk als ik, mijn zoon of mijn vader, aankom.” Louis (83) rijdt tijdens het weideseizoen nog elke dag van weide naar weide. “Vader is echt verknocht aan dit ras, en geniet ervan telkens hij ze gaat opzoeken.”

Chris herinnert zich uit de beginjaren nog een heikel punt. “De dieren verhuizen van de stal naar de weide was geen probleem, maar hoe moesten we ze weer naar de stal krijgen? De Blonde d’Aquitaines zijn immers snelle lopers. Als die hele kudde op gang komt, vormt ze wel een bedreiging voor je veiligheid. We lieten daarom in de beginjaren op zulke momenten de Holsteins mee in de weide, die zorgden voor de nodige rust. Wanneer de Holsteins naar binnen kwamen voor het melken, volgden de Blondes hen gedwee. Het is ook een weetje dat je bij Blonde d’Aquitaine best voor de dieren uitloopt. Ze zijn nieuwsgierig waardoor ze je volgen. Wanneer je zoals gebruikelijk achter de koeien loopt om hen vooruit te jagen, draaien ze voortdurend en raak je dus niet verder.”

Chris gebruikt het snoepvoeder ook als hij dieren moet verplaatsen, bijvoorbeeld als ze bij de stier moeten gaan of bij het einde van het weideseizoen. “Ik lok ze hiermee in de vangbox om het opladen te vergemakkelijken. Naargelang het weer eindigt het weideseizoen hier tussen september en december. Meestal haal ik de dieren in verschillende fasen naar de stal.”

Scannen helpt planning

De weiden liggen in een straal van zo’n 10 km rondom het bedrijf. De vaarzen met kalfjes staan meestal op de weides nabij de boerderij. Ze gaan al kort na de geboorte naar buiten. De kalfjes van de oudere koeien worden op een leeftijd van 5 à 7 maanden gespeend.

“Meestal zijn die zoogkoeien dan al opnieuw gedekt. De stier blijft na het spenen nog een drietal weken in dezelfde weide. Om te weten of de koeien drachtig zijn, scannen we ze. Niet-drachtige koeien worden na het spenen meestal ook wel tochtig, ze gaan dan opnieuw naar de stier. De jonge koeien komen minder snel in bronst. Sowieso worden alle koeien gescand op dracht voor ze op stal gaan voor het winterseizoen.” Door meermaals te scannen, kent Chris de werpdatum op een maand nauwkeurig. “De tussenkalftijd op ons bedrijf ligt op 1 jaar. De koeien kalven dus bijna elk jaar in dezelfde maand.”

Sterke groeiers

Blonde d’Aquitaine is een sterk ras. Ze zijn weinig gevoelig voor ziekten en hebben een goede weerstand. “Dit wil echter niet zeggen, dat ze niet ziek kunnen worden”, benadrukt Chris. “Je moet alert zijn. Zieke Belgisch witblauwe runderen zullen sneller stoppen met eten en gaan liggen. Wanneer een Blonde ligt, ben je al te laat! Je moet het gedrag van je dieren dus goed kennen en opletten tijdens het voederen.”

Dit ras is een sterke groeier. “We streven voor onze stieren naar 1,5 à 1,7 kg groei per dag tussen geboorte (30-40 kg) en slachtleeftijd. Ze worden op een gewicht van ongeveer 850 kg afgevoerd. De dieren krijgen tijdens de afmest veel maïs en gras, aangevuld met aardappelen en een correctie met een kern met 35-40% eiwit. Ze krijgen zo weinig mogelijk krachtvoeder om de verhouding eiwit/energie optimaal te houden. Tijdens de laatste 3 maanden krijgen ze een finisher allmash.” De vrouwelijke dieren worden vanaf 6 tot 8 jaar afgemest. “Ze krijgen een klein beetje maïs, voordroog en een eigen speciale allmash voor koeien. Die combinatie vinden we belangrijk voor de smaak van het vlees dat we in onze eigen hoeveslagerij verkopen.” (zie kader)

Chris en Vicky startten hun hoeveslagerij Hof ter Driehoek in 2018.  Het is een plezier om dit lekkere vlees van eigen Blondes aan de man te brengen.
Chris en Vicky startten hun hoeveslagerij Hof ter Driehoek in 2018. Het is een plezier om dit lekkere vlees van eigen Blondes aan de man te brengen. - Foto: Hof ter Driehoek

Beter Leven, beter voor dier en veehouder

Chris levert sinds 2014 zijn Blonde d’Aquitaine-stieren in het Nederlandse label ‘Beter Leven’. “Hiervoor moet je onder meer voldoen aan heel wat regels omtrent dierenwelzijn. De dieren mogen bijvoorbeeld niet routinematig via keizersnede op de wereld gezet worden. Bij de afmest van de stieren moet je ook minimaal 80% ruwvoeder gebruiken. Dit lukt wel bij die typische Franse vleesveerassen, Belgisch witblauw is hiervoor niet geschikt.”

De instap werd ook bemoedigd door de betere afzetprijs. “We kregen indertijd voor de Beter Leven-productie een mooie labeltoeslag. Het bedrag van die toeslag daalde intussen wel, maar het voordeel blijft nog wel gunstig. Ons bedrijf wordt jaarlijks grondig gecontroleerd door de organisatie.

Om aan bepaalde vereisten van het label te voldoen, bijvoorbeeld de hokbezetting, bouwden we in 2015 een nieuwe afmeststal, met plaats voor 80 dieren. De stal is volledig ingestrooid. De oudere dieren zitten in groepen van 8, de jongere zitten met 4. Deze stal is niet alleen aangenamer voor de dieren, ze is ook ergonomischer en efficiënter, kortom een verandering die ook zorgde voor meer werkvreugde!”

Anne Vandenbosch

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken