De maïsafrijping gaat gestaag vooruit
Het aantal locaties, waar de afrijping van de maïs wordt opvolgd is deze week uitgebreid. De evolutie van het drogestof gehalte wordt nu op 11 locaties in Vlaanderen gemeten.
Op de locatie Meeuwen laten de vroege rassen een droge stofpercentage van meer dan 35% zien en zijn bijgevolg oogstklaar. Bij de late rassen bedraagt dit ca 30%. Rekening houden met de stijging van de afgelopen week zijn deze rassen binnen een 10-tal dagen ook oogstklaar.
Oogstmoment nadert voor vroege rassen
Ook op de locatie Tongeren nadert zeker voor de vroege rassen het oogstmoment.
Op de andere locaties, gezaaid tussen 20 april en 5 mei lag vorige week donderdag het gemiddelde droge stofgehalte tussen de 20 en 26%. De locatie in Geel is een maand later gezaaid en het droge stofpercentage ligt gemiddeld op 19%.
Percelen individueel goed opvolgen
We willen hierbij nogmaals de oproep doen om de percelen goed op te volgen. Nog meer dan vorige week laten zich binnen de percelen grote verschillen zien. Er zijn planten aanwezig die een quasi normaal afrijppatroon zullen volgen, de verdroogde buurplant kan echter geen kolf bezitten en nauwelijks verder afrijpen. De laatste dagen komen we ook bijna bruine planten tegen met een goede kolf (met reeds harde korrels) maar waarbij de kolf begint de hangen en soms al valt.
