Startpagina Melkvee

Een kritische blik op het gebruik van voedingssupplementen

De klauwgezondheid wordt beïnvloed door tal van factoren zoals de kwaliteit van de stalvloer, genetica, de algemene gezondheid van het dier en ten slotte ook de voeding. Gezonde, sterke klauwen zorgen voor een daling van problemen op het niveau van de voet. Dit geeft op zijn beurt aanleiding tot een verbetering van de melkgift, van de algemene gezondheid en van het welzijn van het dier.

Leestijd : 6 min

Een onevenwicht in de mineralen-, vitaminen-, aminozuren- en vetzurenvoorziening kan leiden tot de vorming van fragiele hoorn, waardoor de klauwen een grotere kans hebben op kloven en scheuren en daarop volgend het ontwikkelen van infecties. De algemene energiebalans van de koe, met verhoogde bloedspiegels aan NEFA’s (niet-veresterde vetzuren) en ketolichamen als indicatoren, beïnvloedt eveneens in grote mate de klauwgezondheid.

Hieronder belichten we enkele belangrijke componenten van het rantsoen.

Aminozuren met zwavel

Belangrijke nutriënten voor een klauw in optimale staat, zijn onder meer aminozuren zoals de zwavelbevattende aminozuren cysteïne en methionine, die een impact hebben op de functionele en structurele integriteit van de hoorncellen. De verhouding tussen deze 2 aminozuren moet correct zijn, anders wordt de hoornvorming in de klauw verstoord. Deze aminozuren bepalen in zekere mate de sterkte van de klauwhoorn. Microbieel eiwit dat afkomstig is uit de pens, is een essentiële bron van methionine. Voor hoogproducerend melkvee is deze bron echter vaak ontoereikend. Granen en maïskuil bevatten bovendien over het algemeen weinig zwavel.

Mineralen hebben effect op elkaar

Hoeveelheid

Mineralen kunnen grofweg ingedeeld worden in macro- en micromineralen (tabel 1). Van macromineralen hebben dieren dagelijks enkele grammen nodig. Ze dragen bij tot de algemene structuur van het lichaam en spelen onder andere een rol bij de overdracht van zenuwprikkels en het in evenwicht houden van diverse levensbelangrijke systemen (zuurbasebalans, osmotische druk…). Bij micromineralen of sporenelementen daarentegen, spreken we over een behoefte van milligram of microgrammen per dag (tabel 2). De sporenelementen zijn bijvoorbeeld ingebouwd in hormonen en enzymen.

3276-MINERALEN1 (2)

3276-MINERALEN2

Invloed op elkaar

Mineralen zoals calcium en zink zijn betrokken bij diverse biochemische processen in het lichaam. Ze spelen onder meer een rol in het metabolisme, het immuunsysteem, de vruchtbaarheid en bepalen daardoor in zekere zin de prestaties van het dier. Bepaalde mineralen kunnen elkaar zowel in positieve als negatieve zin beïnvloeden. Een hoge concentratie calcium in het voeder, vermindert bijvoorbeeld in sterke mate de opname van zink. Nog een voorbeeld is de verminderde koperabsorptie door de aanwezigheid van zink en molybdeen.

Vorm Ook de vorm waarin het mineraal wordt aangeboden, is van niet te onderschatten belang. Een zogenaamd ‘aminozuurcomplex’ (AAC) hanteren, verbetert de opname van het mineraal. Organisch zink, zoals zinkmethionine, is beter beschikbaar voor het dier in vergelijking met anorganisch zink zoals zinksulfaat of zink- chloride. Zo wordt calcium uit kalksteen minder efficiënt geabsorbeerd in vergelijking met calciumcarbonaat en calciumchloride.

Het is dus onvoldoende om enkel te kijken naar de absolute hoeveelheid van een bepaald mineraal! Er moet evenzeer rekening worden gehouden met de aanwezigheid van andere mineralen en de vorm waarin het mineraal wordt aangeboden. Een bepaalde component in overmaat supplementeren, is bovendien niet altijd even onschuldig. Zo kan een te hoge concentratie selenium aanleiding geven tot ernstige klauwproblemen, mankheid en staarthaarverlies. De hoeveelheid mineralen varieert enorm van batch tot batch in kracht- en ruwvoeder en bijproducten. Een onderzoek in 2015 gaf aan dat manke koeien significante veranderingen van bepaalde mineralen in het bloed vertoonden. Onder meer selenium, calcium, ijzer en molybdeen waren sterk gecorreleerd aan de graad van mankheid.

Vitaminen

Ook vitaminen zijn van belang bij het in stand houden van gezonde klauwen. Vitamine E is een belangrijk antioxidans en vitamine A speelt een rol bij de groei en onderhoud van het skelet en de huid. De opgenomen hoeveelheid vetoplosbare vitaminen A, D, E en K mag niet te hoog zijn, aangezien dit toxisch kan zijn voor het lichaam. Een teveel aan wateroplosbare vitaminen wordt uitgescheiden via de urine, wat ervoor zorgt dat zij minder toxisch zijn. Biotine zorgt samen met de sporenelementen zink en koper voor de productie van sterke hoorn die beter bestand is tegen uitwendige stressoren.

Biotine is belangrijk voor keratinevorming

Biotine wordt vaak aangewend in het kader van klauwproblemen, al is de kennis hierover nog vrij beperkt. Dit wateroplosbare vitamine behoort tot het vitamine B-complex en is uitermate belangrijk voor de vorming en de kwaliteit van keratinebevattend weefsel zoals haar en hoornweefsel.

Biotine wordt geproduceerd in de pens door de pensflora, waarbij de concentratie aan B-vitaminen in sterke mate beïnvloed wordt door de samenstelling van het rantsoen. Een labostudie toonde aan dat de biotinehoeveelheid in de pens daalt bij rantsoenen waarbij meer dan 50% van de droge stof bestaat uit graan. Dit kan te wijten zijn aan een lagere aanmaak of een hoger verbruik door de aanwezige pensflora. Bij gebruik van meer hooi en minder graan steeg de biotineproductie in de pens. Over het algemeen wordt aangenomen dat de biotineproductie in de pens vrij beperkt is. Men dient dit B-vitamine gedurende een lange periode te supplementeren vooraleer er een effect waargenomen wordt.

Bovendien hebben sommige studies ook een positief effect op de fertiliteit en melkproductie aangetoond. Dit zou een direct of indirect effect kunnen zijn, bijvoorbeeld door een verbeterde klauwgezondheid. Ook in melk kan biotine aangetroffen worden, maar dan in lage concentraties. Een analyse van mageremelkpoeder en wei toont aan dat de biotineconcentraties beduidend hoger zijn bij grazende koeien in vergelijking met koeien die een totaal gemengd rantsoen (TMR) krijgen.

Klauwaandoeningen en voedingssupplementen

De hoornwand van manke koeien bevat aanzienlijk minder zink in vergelijking met gezonde dieren en is daardoor minder hard. Een tekort aan zink wordt bovendien gelinkt aan huidontstekingen zoals Italiaanse stinkpoot of de ziekte van Mortellaro. In een onderzoek waarbij koper- en zinksulfaat gecombineerd met zinkglycinaat werd gegeven aan de koeien, zaten minder Treponemakiemen in de mest. Treponemakiemen worden aanzien als de oorzaak van de ziekte van Mortellaro.

Sommige wetenschappers geloven dat het spijsverteringstelsel van de koe een soort reservoir van dergelijke kiemen vormt. In een Amerikaanse studie zagen onderzoekers bij het supplementeren van een metaalspecifiek aminozuurcomplex aan een groep dieren (1 jaar), een vermindering van het aantal gevallen van dubbele zolen, wittelijndefecten, zoolbloedingen en Italiaanse stinkpoot. Dit complex omvatte zinkmethionine (360 mg/dier/dag), koperlysine (125 mg/dier/dag), mangaanmethionine (200 mg/dier/dag) en kobaltglucoheptonaat (25 mg/dier/dag). Louter zinkmethionine (360 mg/dier/dag) toedienen aan de koeien had bij de evaluatie na een jaar schijnbaar geen effect gehad op de klauwgezondheid, wat nogmaals wees op het belang van het langdurig toedienen.

In een onderzoek in 2003 zag men dat biotine enkel een positief effect had op zoolbloedingen, al waren bij aanvang van de studie relatief weinig klauwaandoeningen aanwezig. In veel andere studies ziet men amper een invloed op het voorkomen van zoolbloedingen: subklinische bevangenheid en omgevingsfactoren bleken in deze studies een veel belangrijkere rol te spelen. Wetenschappers vonden dat het aantal wittelijndefecten bij koeien aanzienlijk daalde na het langdurig supplementeren van 20 mg/dag biotine. Dit kan te wijten zijn aan het vormen van stevigere klauwen met een sterkere witte lijn.

Een Indisch onderzoek uit 2008 toonde na 5 maanden een flinke daling in het aantal (milde) hielhoornkloven aan. Het optreden van ernstige hielhoornkloven bleef ongewijzigd, wat wellicht te maken heeft met de relatief kortdurende toediening. De de klauwhoorn bij genezende zoolzweren zag er onder de microscoop na 2 maanden beduidend beter uit bij koeien die 40 mg biotine per dag kregen. Het aantal koeien die mankten ten gevolge van de ziekte van Mortellaro, wittelijndefecten, zoolzweren of panaritium nam sterk af. Over het algemeen kan gesteld worden dat het langdurig supplementeren van biotine een positief effect heeft op de klauwgezondheid. Er zijn echter ook studies die het positief effect van deze supplementatie tegenspreken. In 2004 zagen Engelse wetenschappers geen enkel effect na supplementatie van 2 g zinkmethionine en 20 mg biotine per dag bij dieren in de eerste of tweede lactatie.

Regelmatige klauwverzorging met registratie van de gegevens is noodzakelijk voor een goede klauwgezondheid. Pas wanneer dat volledig op punt staat, kan overwogen worden om voedingssupplementen te verstrekken voor een verdere optimalisatie.
Regelmatige klauwverzorging met registratie van de gegevens is noodzakelijk voor een goede klauwgezondheid. Pas wanneer dat volledig op punt staat, kan overwogen worden om voedingssupplementen te verstrekken voor een verdere optimalisatie. - Foto: Anne-Sofie Vermeersch

De (on)zin van supplementatie

Vooraleer men overgaat tot het gebruiken van supplementen met het oog op het verbeteren van de hoornkwaliteit van de klauwen, moet het rantsoen met een kritisch oog bekeken worden. Het rantsoen moet sowieso in orde zijn vooraleer men naar supplementen als een extra hulpmiddel grijpt. De biobeschikbaarheid van de supplementen optimaliseren, kan gezien worden als een efficiënte investering. Hou bovendien in het achterhoofd dat bepaalde elementen elkaars werking negatief kunnen beïnvloeden. Te hoge hoeveelheden van bepaalde stoffen kunnen dus ook schadelijk zijn op koe- en bedrijfsniveau en kosten bovendien handenvol geld. Uiteraard moeten een goede klauwverzorgingsaanpak (goed bekappingsschema, het gebruik van voetbaden…) en een goede stalomgeving een veel grotere prioriteit krijgen en allereerst op punt staan alvorens men zijn toevlucht zoekt tot voedingssupplementen.

Anne-Sofie Vermeersch, UGent

3276-MINERALEN1 (2)
3276-MINERALEN2
3276-MINERALEN1 (2)

3276-MINERALEN2

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken