Aanplakken aan kerk
Dit gaf enkele jaren geleden nog aanleiding tot een afwijzing van onteigening omdat de aanplakking gebeurde aan de deur van de verkeerde parochiekerk. In de rechtsleer werd daarom meermaals gesteld dat de oude onteigeningswetgeving tot op de draad versleten is. De in de praktijk meest gebruikte onteigeningswet, met name deze van 1962, bleek dan weer dikwijls te resulteren in een afwijzing van de onteigening omdat deze wet eigenlijk alleen maar in geval van echte spoedeisendheid mocht worden gebruik. De laatste jaren was er daarbij een duidelijke tendens in de rechtspraak om deze vereiste hoogdringendheid streng te beoordelen.
Twee fases
In het nieuwe onteigeningsdecreet worden twee belangrijke fases van de onteigening geregeld: met name een bestuurlijke fase en een gerechtelijke fase.
De bestuurlijke fase omvat alle noodzakelijke stappen die een overheid administratief moet zetten om tot een effectieve onteigening te kunnen overgaan. Eénmaal deze bestuurlijke fase volledig en correct werd doorlopen kan de onteigenende overheid starten met de gerechtelijke procedure tot onteigening. Deze volledige fase voor de rechtbank, wordt aangeduid als de gerechtelijke fase.
Wie zal kunnen onteigenen?
De Vlaamse Regering, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de gemeenten en provincies beschikken voortaan over een algemene rechtsgrond om tot onteigening over te gaan. Daarnaast opteerde de decreetgever ervoor om de bestaande instanties die bevoegd zijn om te onteigenen, onveranderd op te nemen als bevoegde instanties, en de mogelijkheid te voorzien om in een latere fase andere entiteiten deze bevoegdheid te verlenen. Op dit vlak brengt het Vlaamse decreet dus weinig nieuws.
Voorafgaande machtiging nodig
Vooraleer een gerechtelijke onteigeningsprocedure kan worden opgestart, moet de overheid die wil onteigenen een machtiging krijgen. Dit systeem werd behouden, alleen werd de bevoegdheid om deze machtiging tot onteigening te verlenen, deels overgedragen aan de provincies en gemeenten.
Onderhandelings- verplichting
Eén van de nieuwigheden is de invoering van de onderhandelingsplicht. De onteigenende instantie moet in eerste instantie proberen door onderhandeling het onroerend goed bij minnelijke overeenkomst te verkrijgen. Hoe die onderhandelingen moeten plaatsvinden, werd niet decretaal geregeld. Op dit punt krijgen de onteigende instanties dus veel vrijheid, al zullen ze wel bewijs moeten kunnen leveren van de poging tot minnelijke aankoop.
Openbaar onderzoek
Onder het nieuwe decreet wordt een openbaar onderzoek verplicht. De onteigenende instantie organiseert het openbaar onderzoek en licht de eigenaars en de eventuele houders van zakelijke rechten in. De eigenaar moet de houders van de persoonlijke en zakelijke rechten op de hoogte brengen van het bestaan van het openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek moet dertig dagen lopen.
Beroepsinstantie
Eens het onteigingsbesluit is genomen, krijgen de belanghebbenden een eerste maal de mogelijkheid om deze onteigening juridisch aan te vechten. Het definitieve onteigeningsbesluit kan door de belanghebbenden immers bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
Beroepen tegen de definitieve onteigeningsbesluiten worden door een belanghebbende ingesteld binnen een termijn van vijfenveertig dagen, die ingaat als volgt: hetzij de dag na de kennisgeving van het definitieve onteigeningsbesluit; hetzij de dag na de bekendmaking van het definitieve onteigeningsbesluit in het Belgisch Staatsblad in alle andere gevallen.
Doelneutraliteit
Een andere belangrijk onderdeel van het nieuwe onteigeningsdecreet is de verankering van de doelneutraliteit en de planneutraliteit.
De doelneutraliteit is een algemeen rechtsbeginsel en wordt nu ook uitdrukkelijk neergeschreven in het Onteigeningsdecreet. De onteigenende instantie, noch de onteigende mogen zich bij de onteigening beroepen op een waardevermindering of waardevermeerdering die voortvloeit uit het doel van de onteigening zelf of uit de uitvoering van de werken waarvoor de onteigening is toegestaan.
In het geval van een regularisatie van onwettig uitgevoerde werken, handelingen of veranderingen en voor de definitieve uitspraak over de vergoeding, kan de meerwaarde wel worden vergoed. Het dient aan de rechter te worden overgelaten hoe dat concreet wordt ingepland in de hangende procedure.
Planneutraliteit
Naast de doelneutraliteit regelt het nieuwe decreet ook uitdrukkelijk de planologische neutraliteit. De onteigeningen die plaatsvinden ter verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan, voorkeursbesluit of projectbesluit, worden voor de waardebepaling van de te onteigenen onroerende goederen geacht een geheel te vormen op de datum van het eerste onteigeningsbesluit. Hiermee wordt landbouwgrond die door een ruimtelijk uitvoeringsplan voortaan bestemd wordt als industriegrond of bedrijventerrein toch onteigend aan de waarde van landbouwgrond.
Deze planologische neutraliteit is van toepassing ongeacht de aangewende rechtsgrond van de onteigening, maar slechts in zoverre daadwerkelijk wordt onteigend ter realisatie van een ruimtelijk uitvoeringsplan en onder vergelijkbare voorwaarden als vervat in betreffende artikelen van de VCRO.
Inwerkingtreding
Na bekrachtiging en publicatie van het Onteigeningsdecreet in het Staatsblad zullen de drie federale onteigeningswetten niet langer van toepassing zijn binnen het Vlaamse Gewest, met uitzondering van de onteigening door de federale overheid of door de federale overheid gemachtigde instellingen die op federale bevoegdheden betrekking hebben.





