Niet sollen met wetenschap

Deze week kwamen de leiders van de 28 lidstaten van de EU opnieuw niet tot een besluit over onkruidverdelger glyfosaat. De stemming werd uitgesteld. De tijd dringt: in 2018 vervalt de toelating van glyfosaat, dat de werkzame stof is van het grootste merk in gewasbeschermingsland: Roundup. De Europese Commissie wilde de lidstaten eerder verlenging van de toelating met 15 jaar voorstellen. Onder druk van een aantal landen die glyfosaat liever vandaag dan morgen verboden zien, werd de toelatingsperiode teruggeschroefd naar 10 jaar. Op dit moment zou de Commissie aan de tekentafel werken met 5 tot 7 jaar. Vijf jaar zou passen bij de wens van het Europese Parlement.

De Wereldgezondheidsorganisatie classificeerde glyfosaat in maart 2015 als “mogelijk kankerverwekkend voor mensen.” Daarbij wijst de organisatie op het mogelijke gevaar van aanwezige stoffen, maar doet het geen uitspraak over risico’s bij normaal gebruik. Glyfosaat kwam in dezelfde lijst als rode wijn en ‘s nachts werken. De Europese voedselveiligheidswaakhond EFSA en het Europees agentschap voor chemische middelen kwamen tot het oordeel dat glyfosaat veilig is.

In België wordt glyfosaat in de landbouw op vrij grote schaal toegepast. Het product wordt vooral gebruikt om weiden en akkers onkruidvrij te maken voor het zaaien of planten. Volgens Boerenbond zijn alternatieven duur, onbestaand of leiden tot meer verspilling van milieu en arbeid– omdat de boer vaker met een ander middel het land op moet. Maar behalve de directe hinder van een verbod loopt de sector een groter risico: kan de Europese boer er nog op vertrouwen dat als wetenschappelijk veilig beoordeelde productiemiddelen beschikbaar blijven? Emotie kan in een democratie niet worden genegeerd. Maar als er grote belangen spelen, zoals nu bij glyfosaat, is het de verantwoordelijkheid van politici om de electorale scoringsdrang te negeren en feiten en emotie te scheiden. J-C. B.

Meest recent

Meest recent