Startpagina Archief

‘We staan toch wel bekend

als een bank die veel vragen stelt’

Agribex gaat voor een goed deel over machines, waarvoor landbouwers een krediet moeten afsluiten. Crelan behoort tot de grootste kredietverleners van de Belgische landbouw. De bank vindt het toenemend belangrijk dat boeren blijk geven van visie en ondernemerschap, aldus Wim Vranken, die bij Crelan de agrarische kredietportefeuille overziet. Boeren vinden Crelan soms veeleisend, aldus Vranken, maar uiteindelijk bouw je volgens hem zo de sterkste relaties.

Leestijd : 6 min

Waar staat Crelan in de Belgische kredietmarkt en waar wil het naartoe?

“Crelan heeft in Wallonië een marktaandeel van 50 procent en in Vlaanderen een marktaandeel van 25 procent. Onze grote concurrent is KBC, voor wie de verhoudingen wellicht ongeveer andersom liggen. Zij zijn groter in Vlaanderen maar weer kleiner in Wallonië. We kunnen geen cijfers voor de hele markt trekken maar zien bij onszelf nog steeds elk jaar het uitstaand krediet in de landbouw toenemen.”

Wat voor verschillen zien jullie tussen sectoren, wat betreft de kredietvraag?

“In de varkenshouderij hebben we een investeringsgolf gezien toen de voerwinsten dat, eindelijk, toelieten. In de melkveehouderij zien we juist terughoudendheid. De prijs van melk is goed hersteld maar boeren zijn voorzichtig geworden. Na de afschaffing van het melkquotum is de markt volatieler geworden en ze hebben een voor de melkveehouderij vrij ongekende twee jaar met lage prijzen achter de rug. De melkveehouders bouwen buffers op, en dat lijkt me verstandig. In de akkerbouw zie je dat al langer. Daar is het nu wat lastiger, vanwege de aanhoudend lage graanprijs, maar is men langer dan bijvoorbeeld de melkveehouderij gewend aan marktschommelingen. Daar investeert men vaak gelijkmatiger.”

Zou de varkenshouderij dan niet hetzelfde moeten doen? Het is een sector met magere marges.

“Ja, maar die structureel lagere marges betekenen ook dat de sector structureel tekort schiet. Ik zie varkenshouders vooral in rendement verhogende zaken investeren, zoals een nieuw stallensysteem. Het cliché van boeren die bij een wat betere prijs meteen een nieuwe trekker of auto bestellen, gaat voor hen zeker niet op.”

Is het lastig concurreren tegen een bank die sterk wordt geassocieerd met Boerenbond, toch een invloedrijke speler in de Belgische landbouw?

““Boerenbond heeft een niet enkel een financiële invloed in KBC, vroeger waren boeren direct bij de aansturing van de bank betrokken. Die lijnen en geschiedenis verdwijnen natuurlijk niet zomaar. Maar ook Crelan heeft natuurlijk ook een sterke historische band met de landbouw. Niet alleen zijn we een coöperatieve bank, we hebben ook vertegenwoordigers van de landbouwsector in onze raad van bestuur. Mensen van ABS en FWA die precies weten hoe het er in de praktijk aan toe gaat op een boerenlandbouwbedrijf.”

Dat het om ABS gaat, is vast niet toevallig. Boerenbond zal niet graag meewerken aan een concurrent van KBC. Er staat geld op het spel.

“Oh ik weet niet of dat zo is. Nou, laat ik zeggen dat ik Sonja De Becker (voorzitter Boerenbond, Red) niet zo snel zie toetreden tot onze Raad van bestuur. Maar de polarisering neemt ook in onze sector af. Vroeger kocht een landbouwer die aangesloten was bij Boerenbond-boer vaak alle voer bij Aveve, werd het geld geleend bij KBC, financieel advies ingewonnen bij SBB etc. Die verzuiling, als je het zo zou willen noemen, is wel voorbij.”

Men koopt zakelijker haar bedrijfsmiddelen, inclusief krediet, in?

“Ik denk dat zakelijker inderdaad de juiste term is voor de veranderde mentaliteit. De emotie verliest het wat van de ratio. Op zichzelf denk ik dat het goed is als besluiten op basis van goede argumenten worden genomen, en niet alleen omdat vader en moeder en de grootouders het op een bepaalde manier deden. Bedrijven zijn toch veranderd door schaalvergroting en technologie, en dat maakt dat de hele bedrijfsvoering professionaliseert.”

Bedrijven worden steeds groter. Is dat per se een positieve ontwikkeling?

“Groeien om te groeien is wat ons betreft geen goede strategie. Het is beter samen te rekenen aan wat nou de optimale bedrijfsomvang zou zijn voor een bedrijf met bepaalde omvang, financiële situatie etc. Soms blijkt dat groei wat oplevert, maar soms ook dat hele sterke groei helemaal niet meer geld oplevert. Dat zelfs meer kan worden verdiend door kleiner te blijven.”

Moet u veel kredietaanvragen afwijzen?

“Nee, bij ons op het hoofdkantoor wordt meer dan 95 procent van de kredietaanvragen goedgekeurd. De cijfers zijn misschien wel wat vertekend, want we werken met een eerstelijnsdienst van 120 zelfstandige agenten. Dat zijn mensen die weten hoe een landbouwbedrijf werkt en op exclusieve basis voor ons adviseren over investeringsplannen. Zij stellen dus nog voordat het hoofdkantoor in zicht komt al vragen, waarna een landbouwer plannen kan intrekken of aanpassen. Daardoor wordt de slagingskans natuurlijk groter. Maar – het is geen geheim - we staan toch wel bekend als een bank die veel vragen stelt. Een bank die spreekt met kennis en die een goed voorbereid dossier belangrijk vindt. ”

Staat u terecht bekend als een veeleisende bank?

“Dat hangt af van wat je verstaat onder veeleisend. Sinds 10 jaar vragen we van landbouwers die een belangrijke investering doen of aan verbreding willen doen om een bedrijfsplan op te leveren. Dat leverde in het begin wel wat gemor op, want landbouwers waren het niet gewend. Crelan is er van overtuigd dat een bedrijfsplan met daarin de visie van de ondernemer op alle aspecten van het bedrijf voor de financierder maar ook voor de ondernemer meerwaarde heeft. We zien deze werkwijze eerder als het geven van goed advies in plaats van veeleisend te zijn. Het zit niet in ons DNA om na twee jaar al mandaten om te gaan zetten of mensen buiten de deur te plaatsen. Als we samen in een boot gaan zitten, willen we ook de finish halen.”

Gaat het desondanks nog wel eens mis?

“Markten laten zich niet altijd sturen. In een aardappelseizoen kan de prijs zowel verdrievoudigen als tot een derde van zijn oorspronkelijke waarde zakken. De solvabiliteit is vooral in de sectoren zonder grond niet altijd goed, maar ook niet heel problematisch. Faillissementen zijn zeldzaam. Als bedrijven het moeilijk krijgen, gaan we met de landbouwer op zoek naar een oplossing. Belangrijk is dat er dan snel een liquiditeitsplan ligt waarin de landbouwer laat zien hoe de financiële huishouding in elkaar zit. Hoeveel en wanneer komt geld binnen en hoeveel en wanneer gaat geld eruit? Veel bedrijven komen dan overigens tot de ontdekking dat inzicht in geldstromen ze enorm kan helpen, en blijven zo’n plan gebruiken, ook bij een hoogconjunctuur.”

De gemiddelde landbouwer staat er redelijk goed voor?

“Niet slecht, maar het is belangrijk dat voor ons het gemiddelde bedrijf niet echt bestaat. Vaak zien we dat zelfs bij een laagconjunctuur er nog wel bedrijven zijn die nog wel geld verdienen, terwijl er ook bedrijven zijn die het zelfs in een hoogconjunctuur moeilijk hebben. Die verschillen maken ook dat wij als Crelan bij het verlenen van krediet geen echte sectorbenadering hebben, maar met de sector als geheel in het achterhoofd kijken naar individuele bedrijven.”

U zei al dat de vraag naar krediet nog steeds toeneemt. Vraagt men een ander soort financiering?

“We zien een paar ontwikkelingen. Markten zijn volatieler geworden en daarom vragen landbouwers ook een bepaalde souplesse van de bank. Dat betekent dat we wat flexibel zijn als het minder gaat, zoals dit jaar met de droogte. Maar ook dat als het goed gaat we bedrijven de mogelijkheid bieden versneld af te lossen zonder dat dit direct een wederbelegvergoeding oplevert. Daarnaast zien we een grotere vraag naar leasing van bedrijfsmiddelen, omdat het denken over eigendom is veranderd. Datzelfde zien we niet bij pacht. We denken dat het pachtareaal ongeveer gelijk zal blijven.”

Wordt meer vast of meer gekoppeld aan de dagelijks veranderende Euribor-rente gefinancierd?

“Een vaste rente is binnen de Vlaamse landbouw nog steeds de norm en ik zie dat ook niet snel veranderen. Maar we zien ook steeds meer ondernemers die een combinatie willen van de vastigheid die een vaste rente biedt, en de flexibiliteit van een Euribor-constructie. Vanuit het oogpunt van risicomanagement is dat niet zo gek, die combinatie.”

De rente is nu uitzonderlijk laag, mede dankzij het goedkoopgeldbeleid van de Europese Centrale Bank. De Euribor, met een looptijd van 3 maanden (interbancaire rente), was jaren geleden 4 tot 5 procent en nu enkele tienden van een procent. Hoe zit dat met bedrijfsleningen?

“De rentevoeten op bedrijfsleningen zijn ook enorm gedaald. De marktrente is een factor, maar daarnaast bepalen uiteraard ook factoren zoals de aard van de investering en het risicoprofiel de rentevoet van een lening.”

Is er geen risico dat landbouwers straks bij ‘normaal’ monetair beleid opeens aanlopen tegen fors hogere rente?

“Nee. Kapitaalkosten zijn voor boeren de grootste financiële kostenpost. Maar daarbij moet worden opgemerkt dat kapitaalaflossing in feite geen kost is, maar het teruggeven wat je ontleend hebt. De kost is de vergoeding die je hiervoor betaalt. De interesten zijn niet onbelangrijk, maar een normaal monetair beleid zal niet leiden tot massale financiële problemen.”

J.C.B.

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen