Aardappelkwekers nu en vroeger maken nog gebruik van traditionele technieken. Wanneer na vaak 12 jaar, een nieuwe variëteit werd geselecteerd, moest die vermeerderd worden door klonen (aseksuele voortplanting). Men steekt één aardappel in de grond en op het eind van het jaar worden dan ongeveer acht aardappelen geoogst, die ook in de grond moeten om nog meer aardappelen te krijgen het volgende jaar. Op die manier gaat het jaar na jaar door, waardoor na zeven jaar genoeg volume gecreëerd kan worden om het ras te commercialiseren. Probleem bij deze methode is dat in de...
Dit artikel is alleen voor abonnees
U heeft uw maandelijkse limiet van gratis beschikbare artikels bereikt
Al abonnee of geregistreerd?
Log in of Activeer uw abonnement