Er zijn dus twee soorten vrijloopkraamstallen te onderscheiden: enerzijds de kraamhokken zonder kraamkooien, waarin de zeugen dus in principe niet kunnen worden opgesloten en anderzijds de kraamhokken waarin zich wel nog een kraamkooi bevindt en de zeugen dus tijdens de meest kritieke periode kort na het werpen tijdelijk kunnen worden opgesloten. Intussen zijn er van beide types praktijkvoorbeelden waarbij nagenoeg dezelfde prestaties worden neergezet als bij klassieke kraamkooien, zij het niet tegen dezelfde kost. Het is wel belangrijk...
Dit artikel is alleen voor abonnees
U heeft uw maandelijkse limiet van gratis beschikbare artikels bereikt
Al abonnee of geregistreerd?
Log in of Activeer uw abonnement