“Samenwerken

met de vijand”

Mijn grootmoeder voederde de overschotten van het gezin aan de varkens”, begint oprichter Ruud Zanders zijn verhaal. “Samen met mijn grootvader hield ze ook nog kippen, enkele koeien, en bewerkte ze het land. Na de oorlog moest de voedselproductie omhoog. De mantra ‘zoveel mogelijk, zo goedkoop mogelijk’ kwam in zwang. Toen mijn vader overnam deed hij meteen de varkens weg. Later verkocht hij ook de koeien en het land. Specialiseren en groeien, dat moest je doen.”

“Ze hebben het goed gedaan, mijn ouders en hun hele generatie boeren. Je ziet hier nog amper armoede, laat staan honger. Maar intussen hoor je overal dezelfde problemen. Kun je er wel van rondkomen? Doe je het milieu geweld aan? En wat met dierenwelzijn?”, stelt Zanders vast. “Zijn we niet te ver gegaan met dat ‘zoveel mogelijk, zo goedkoop mogelijk’?”, vraagt hij zich af.

Via ngo’s naar de consument

Zanders’ hart ligt bij de pluimveesector. Hij is er opgegroeid. Zijn eigen bedrijf ging over de kop. “Ik raakte alles kwijt”, zegt hij daarover. Later ging hij aan de slag als lector gezonde pluimveehouderij. De droom om ooit weer zelf pluimvee te gaan houden borg de ondernemer echter nooit op. Hij bleef zoeken naar een model weg van de ‘zoveel mogelijk, zo goedkoop mogelijk’-gedachte, gesteund door de consument. Vandaag houdt hij, samen met drie compagnons, opnieuw 24.000 kippen, in een stal gebouwd naar de wens van de consument.

Wat willen consumenten eigenlijk? Geen makkelijke vraag. “Consumenten weten niet wat ze willen”, grimast Zanders. Waarop baseerde hij zich dan? “Ik vind ngo’s erg belangrijk. Ze hebben invloed op burgers en consumenten, maar ook op de retail. Bovendien durven ze verder in de toekomst te kijken dan 20-30 jaar.”

Klimaatneutrale eieren

Aldus ging Zanders praten met verschillende ngo’s. Milieuvereniging Milieudefensie werd betrokken bij de plannen, keurmerk Milieukeur gaf zijn goedkeuring aan het uiteindelijke bedrijf. “Onze eieren zijn klimaatneutraal”, stelt Zanders. Op het dak liggen zonnepanelen, 1.097 in totaal. Verder beperkt het bedrijf haar uitstoot van fijnstof met ruim 90  % dankzij filters. Meteen ook een gezondheidsvoordeel voor omwonenden, boer en kip.

De kippen eten niets dan restjes: de overschotten en misbaksels van bakkerijen. “Is het wel ethisch om goede maïs en granen aan dieren te geven?”, motiveert Zanders die keuze met een vraag.

Zijn die resten wel goed voor de gezondheid van de dieren? “In het begin hadden we wat problemen met het hoge zoutgehalte, maar die zijn nu opgelost. Nu kijken we nog uit naar een extra bron van proteïne. Bietenloof of tomatenstengel behoren tot de opties, of zelfs insecten”, droomt Zanders.

Blij met het Kipster-ei

Hij ging ook praten met dierenrechtenorganisaties. De Nederlandse Dierenbescherming dacht mee na over het ontwerp van de stal. Die vereniging beheert ook het Beter Leven keurmerk. Dat beloonde de producten van Kipster met drie sterren, even veel als biologisch gehouden kippen. Met die andere organisatie, Wakker Dier, zit Zanders nog steeds elke week samen. Zij spraken een radiospot in voor het bedrijf, waarin ze uitleggen waarom ze blij zijn met het Kipster-ei, en consumenten aanmoedigen om voor die eieren te kiezen.

Waarom kunnen de dierenrechtenorganisaties zich vinden in het Kipster-concept? Enerzijds beschikken de dieren over een binnen- en een buitenloop - te klein voor biologische productie - vol boompjes, boomstammen en takken, met veel daglicht en een aangenaam klimaat. Ventilatoren jagen verse lucht van buiten door de stal. Maar het bijzonderste is dat de leghaantjes - de mannelijke kuikens - niet worden vergast. Op een andere locatie worden ze 17 dagen lang afgemest. Daarna slacht een familiebedrijf de dieren. Verwerkt tot ‘hanenburgers’ vindt het vlees ten slotte zijn weg naar de winkelrekken.

Partner voor afzet: Lidl

De hanenburgers kan je kopen in de Nederlandse afdelingen van supermarktketen Lidl. Die verdeelt ook de Kipster-eieren. Voor vijf eitjes betaalt de klant € 1,19. Omgekeerd komen de bakkerijresten van de supermarkt in het voer van de Kipster-kippen terecht.

De verzekerde afname die de supermarkt biedt is erg belangrijk voor het bedrijf, benadrukt Zanders. “We stelden ons project aan de mensen van Lidl voor. Ze vroegen ons wat we nodig hadden. Een contract, antwoordden we.”

Hoe ziet dat contract er nu uit? “De eierprijs is oké. Afhankelijk van de prijs van het voeder verdienen we wat meer of minder. Eerst was er sprake van een contract van tien jaar. Uiteindelijk is het vijf jaar geworden, met een verhoging van de eierprijs met één cent”, licht Zanders toe. “Het feit dat we zo nauw samenwerken met een supermarkt is op zich ook innovatief.”

Uitbreiding onderweg

Het gebouw heeft een bezoekerscentrum, dat elke dag open is van 10u tot zonsondergang. Door de glazen wand kijk je binnen, op het domein kan je rond de buitenloop wandelen. Die is goed afgesloten om het risico op besmetting met vogelgriep enigszins in te dijken. De vorm van het gebouw is strak en modern. “We wilden indruk maken”, lacht Zanders.

“We hebben hier en daar problemen, maar in het algemeen is wat we doen goed mogelijk”, evalueert Zanders. Lidl kondigde onlangs aan haar aanbod Kipster-eieren te gaan verdubbelen. Om aan die vraag te voldoen bouwt de pluimveehouder volgend jaar een tweede vestiging. Niet in Oirlo nabij Venray in de Nederlandse provincie Limburg, zoals de eerste, maar in de Randstad, het meest verstedelijkte gebied van Nederland.

Veganisten hebben ongelijk

Voor Zanders ligt de samenwerking met de ngo’s aan de basis van het succes. “Het is samenwerken met de vijand”, lacht hij. “We willen mensen blij maken met wat we doen. Natuurlijk zijn er ook mensen die niet blij zijn. Vele conventionele pluimveehouders werken met minimale standaarden, wij met maximale. Omdat wij bijna al ons fijnstof opvangen vrezen ze dat ze dat ook zullen moeten doen.”

“Maar het minst gelukkig met ons zijn de veganisten. Dat zijn er in Nederland toch zo’n 15.000”, gaat Zanders verder. “Wij zijn uitgegaan van de vraag: Hoe voeden we de wereld op een eerlijke manier, en welke plaats hebben dieren daarin? Het antwoord is eenvoudig. Ze benutten marginale gronden en reststromen. Van plantaardig proteïne moet je bovendien ongeveer een kwart meer eten dan van dierlijk om voldoende binnen te krijgen.”

“Dieren hebben wel degelijk een rol te vervullen in het voeden van de wereld”, stelt hij scherp. “Het is gek. Eind jaren ‘40 trokken mensen de straat op om te betogen voor meer vlees. Nu, goed een halve eeuw later, eisen ze het omgekeerde. De Dierenbescherming is opgericht in 1865. Misschien had ze beter al in de tijd van mijn ouders met de boeren gepraat.”

Meer informatie vind u op www.kipster.nl. Pluimveehouders die zich voor dit concept of andere mogelijkheden voor verduurzaming interesseren, nemen best contact op met Ruud Zanders via info@hetpluimhuis.nl of 0031 478 745 038. Een bezoekje aan de Kipster-stal kan elke dag tussen 10u en zonsondergang in de Wusterweg 9 te Oirlo in Nederland.

DC

Meest recent

Meest recent