Met zo’n sterke sector heeft iedereen wellicht de neiging om stil te blijven zitten. Een fout, concludeert de CD&V-politica. De wereld blijft immers niet stil zitten. De concurrentie vanuit bijvoorbeeld Oost-Europa, Zuid-Amerika en Azië neemt toe. Of we het nu leuk vinden of niet, de landbouw in België is veroordeeld tot een voortdurende race op kostprijs. Wie de concurrentie in het oog houdt, weet dat die slag niet zomaar gewonnen kan worden.
Een mooi voorbeeld van samenwerking is de nieuwe suikerfabriek in Seneffe (p.5). Het is dit jaar nu of nooit, of zoals de Engelsen zo mooi zeggen “do or die”. De nieuwe coöperatie moet bietenplanters controle bieden over de afzet, en daarmee controle over de kosten en inkomsten die de volgende schakel maakt. In een suikermarkt die steeds meer wordt bepaald door de grillige wereldmarkt is dat geen sinecure. Het is ook niet eenvoudig, en het initiatief is niet zonder risico’s.
Maar de suikerfabriek in Seneffe toont alvast aan dat landbouwers niet lijdzaam afhankelijk hoeven blijven van, in dit geval, een suikerfabriek in het buitenland. Het bewijst ook dat landbouwers wel degelijk vertrouwen in elkaar durven stellen - de belangrijkste voorwaarde voor een vruchtbare samenwerking. Een nieuw varkensvleesinitiatief van supermarktketen Colruyt (p.7) toont aan dat samenwerking niet binnen een schakel hoeft te blijven. Om de toevoer van voldoende biologisch varkensvlees te garanderen, heeft het supermarktbedrijf met partners een keten opgezet.
Supermarkten worden traditioneel door landbouwers en voedingsproducenten met wantrouwen bekeken. In de praktijk zijn ook supermarkten de race naar de bodem zat, en zoeken ze toegevoegde waarde in beter of lokaal geproduceerd voedsel. De samenwerking zou nog verder kunnen gaan, en vaker ook de overheid en kennisinstellingen (onderzoek, onderwijs, voorlichting, ...) betrekken.