De lichte daling van de gemiddelde melkprijs komt vooral door de daling van de melkprijs die het Ierse Glanbia uitbetaalt. In februari lag de prijs van Glanbia duidelijk hoger door een seizoenstoeslag. Naast Glanbia hebben alleen het Duitse Hochwald en Franse Danone de melkprijs verlaagd.
De meeste zuivelondernemingen hebben de melkprijs ongewijzigd gelaten. Milcobel betaalde zo ook net als in februari 32,72 euro, en bleef daarmee duidelijk onder het Europese gemiddelde. Als we kijken naar het voortschrijdend gemiddelde van de afgelopen 12 maanden, dan ligt de melkprijs van Milcobel met 33,02 euro wat dichter bij de Europese concurrentie (33,68 euro). FrieslandCampina liet de melkprijs met - inclusief weidegangpremie - 35,97 euro eveneens ongemoeid.
Slechts enkele melkprijzen zijn iets gestegen. Het Britse Dairy Crest betaalt in euro’s 60 cent meer, omdat de waarde van het Britse pond is gestegen ten opzichte van de euro. Het Ierse Kerry betaalt 30 cent meer, wat deels verklaard kan worden uit een bonus voor deelname aan een programma voor duurzaamheid. Van de 16 melkerijen uit de EU die in de LTO Melkprijsvergelijking worden meegenomen, betaalde het Italiaanse Granarolo met 37,87 euro het beste en Glanbia met nog geen 31 euro het minst.
Seizoenseffect
Seizoensmatig dalen de melkprijzen in het begin van het jaar tot het laagste niveau in april/mei (als de melkproductie piekt), merken de rapporteurs op. De prijsontwikkeling verloopt begin 2019 volgens een vlakker patroon dan in voorgaande jaren. Door de aangekondigde melkprijzen van Arla (april min 10 cent en mei ongewijzigd), DMK (april ongewijzigd), Dairy Crest (tot en met mei ongewijzigd) en de Franse zuivelondernemingen lijkt deze relatief stabiele ontwikkeling ook voor de komende maanden te gaan gelden.
Ondanks de aangekondigde prijsverlagingen, van 50 cent in april en 70 cent in mei, draagt ook de melkprijs van FrieslandCampina bij aan deze stabiele ontwikkeling. FrieslandCampina verlaagde vorig jaar in dezelfde periode immers de melkprijzen met hogere bedragen.
Markt
I
In algemene zin lijkt het huidige aanbod in balans met de vraag, schrijven de rapporteurs, waardoor sprake is van een redelijk rustig marktbeeld. Zo beweegt de botermarkt zich in april vrij stabiel rond iets hogere prijsniveaus dan in maart.
Door voldoende aanbod voor de korte termijn en een vooralsnog beperkte vraag ontbreekt het de markt in de loop van april aan een uitgesproken richting. Verwachtingen ten aanzien van toenemende kansen voor EU-exporteurs door hogere wereldmarktprijzen worden bij boter vooralsnog niet waargemaakt. Bij mager melkpoeder is wel sprake van een gestaag doorlopende EU-export, o.a. naar China. De verdere vraagontwikkeling vanuit export gaf in de tweede helft van april ruimte voor een licht opwaartse beweging in de notering. Intussen blijft de markt voor volle melkpoeder onveranderd stabiel.