Welke stoffen
Phytofar benadrukt ook dat voor het gebruik als gewasbeschermingsmiddel de natuurlijke en mensgemaakte stoffen onder dezelfde strenge Europese regels vallen. Tussen 2011 en 2017 verdubbelde het aantal toegelaten natuurlijke stoffen, van 26 naar 50. Vooral de microbiologische preparaten namen sterk toe: in 2011 waren er 4 toegelaten, in 2017 al 19. Globaal gezien vertonen de verkoopvolumes van de natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen volgens Phytofar dezelfde schommelingen als van de mensgemaakte. De verkoop is namelijk in belangrijke mate gekoppeld aan de infectiedruk van ziekten en plagen op het veld.
17% van de totale verkoop van gewasbeschermingsmiddelen op de Belgische markt, betreft natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen. In volume gaat het jaarlijks over ongeveer 1.2 miljoen kg actieve stof. De verkoop van microbiologische preparaten, vooral insecticiden, schommelt sterk van jaar tot jaar maar is in deze periode minder dan 1%. Ruim 99% van de verkochte natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen zijn dus ‘chemisch’ en niet ‘microbiologisch’.
Niet alles maar veel ‘biologisch’
Phytofar benadrukt dat niet alle natuurlijke stoffen gebruikt mogen worden in de biologische teelt. Herbiciden (onkruidbestrijders) mogen in dit teeltsysteem niet toegepast worden. Van die 1.2 miljoen kg actieve stof van natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen die jaarlijks verkocht wordt, is er 1 miljoen kg actieve stof toegelaten in biologische teelt.
Phytofar sluit af met het onderstrepen van het belang van gewasbescherming. Een goede combinatie van natuurlijke en chemische middelen, zoals de geïntegreerde landbouw (of IPM) sinds 2014 wettelijk voorschrijft, is volgens de brancheorganisatie belangrijk om alle plagen te bestrijden, en resistentie tegen te gaan.
Definitie
Natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen zijn volgens de officiële definitie ‘middelen van natuurlijke oorsprong zoals van planten, dieren, micro-organismen of bepaalde mineralen’. Ze kunnen met beperkte bewerking rechtstreeks uit de natuur gehaald worden of natuur-identiek gesynthetiseerd worden. De meeste daarvan zijn ‘chemische’ substanties (organische zuren en vetten of anorganische zouten), meldt Phytofar.
Daarnaast zijn er ook nog ‘microbiologische’ gewasbeschermingsmiddelen, zoals micro-organismen, schimmels en virussen. Mensgemaakte gewasbeschermingsmiddelen