Verbreding in de

land- en tuinbouw

Een van de manieren om zich in te dekken tegen slechte productieresultaten is het diversifiëren van de activiteiten. “Landbouwers zoeken vaak een aanvullend inkomen uit verbredingsactiviteiten die niet of onrechtstreeks met de productieactiviteit te maken hebben”, staat in het LARA 2018. Dit soort activiteiten is heel divers (sociaal, toeristisch, milieu, afzet...). Zo zijn er in Vlaanderen volgens Statbel 361 landbouwbedrijven die hun boerderij of hoeve openstellen voor toeristen. Bijna de helft daarvan ligt in de provincie West-Vlaanderen. In 2016 waren er 446 actieve zorgboerderijen in Vlaanderen, wat ten opzichte van 2010 een stijging met 12 % was. Er waren in 2016 ook 857 landbouwbedrijven die ook loonwerk verrichten.

Onder verbreding vallen ook enkele beheersovereenkomsten die betrekking hebben op milieu, natuur- en landschapsbeheer. 12 % van de Vlaamse landbouwbedrijven heeft in 2016 minstens een van deze beheersovereenkomsten ondertekend. Korteketenverkoop is een vorm van verbreding die verder aan belang wint. Volgens Statbel deden in 2016 2.404 bedrijven (10 % van alle landbouwbedrijven in Vlaanderen) aan een of meerdere vormen van rechtstreekse verkoop. Hoeverkoop is de belangrijkste vorm van korteketenverkoop. In 2016 zouden in Vlaanderen 2.002 bedrijven aan hoeveverkoop doen. In vergelijking met het aantal landbouwbedrijven blijft dat aantal eerder stabiel. Het gaat omgerekend om een kleine 10 % van alle Vlaamse land- en tuinbouwers. Naast hoevewinkels zijn er ook voedselteams, groenteabonnementen, boerenmarkten, buurderijen...

Een laatste vorm van verbreding gaat over de verkoop van energie. In 2016 produceerden 252 landbouwbedrijven energie voor de verkoop. Bij de steun die uit het Landbouwinvesteringfonds (VLIF) toegekend werd voor verbreding valt op dat de meeste steun (69 %) gaat naar productie en afzet. Van 2010 tot 2017 werd hiervoor bijna 13 miljoen euro steun toegekend.