De curve van het albumine, hetzij het bloedeiwit van het kalf, is in dit opzicht zeer informatief. Wanneer men zich baseert op de norm moet men vaststellen dat in de meerderheid van de geteste bedrijven het rantsoen van het kalf niet goed is aangepast aan de behoeften van het dier tussen 4 en 6 weken ouderdom. Dit zou u kunnen verklaren waarom zoveel kalveren in die periode ziek worden.
Wat ureum betreft, moet men weten dat een overmaat aan stikstof in het rantsoen door het dier via de urine, de uitwerpselen of de ademhaling wordt uitgescheiden. De longen zijn dus de derde plaats waar ureum voorkomt. En dat ureum is een ideaal substraat voor de ontwikkeling van bacteriën … wat het kalf onherroepelijk blootstelt aan ademhalingsproblemen. Daarom is het noodzakelijk om het rantsoen voortdurend te optimaliseren.
Al deze elementen van groei zullen vervolgens kunnen gevalideerd worden door de borstomtrek, de gestalte,…te meten. Vermelden we nog dat eenmaal per jaar de veehouder de resistentie van zijn dieren kan opvolgen door middel van een bloedtest. Zo kan hij weten waar hij staat op dat vlak en wat er eventueel moet of kan bijgestuurd worden.