Startpagina Archief

Al zeer veel bladluis bij de vroegste zaai

Vorige week meldde het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) in zijn graanbericht dat er sprake is van een belangrijke tot zeer hoge aantasting bladluizen bij de vroegste zaai. Het is zeer belangrijk om alle percelen te controleren van bij de opkomst op de aanwezigheid van bladluizen.

Leestijd : 2 min

Het LCG geeft iedere week een update van hoe het gesteld is met onze wintergraanpercelen. Op 26 en 27 oktober werden de eerste bladluistellingen uitgevoerd in Vlaanderen, op 10 percelen wintergerst in West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg. Toen werd duidelijk dat er een hogere druk is van bladluis dit najaar. LCG meldt in het graanbericht dat op de vroegst gezaaide wintergerst, rond 20 september gezaaid (Mielen-boven-Aalst en Helkijn), de bezetting duidelijk hoger is. Het percentage bezette planten loopt op deze percelen op tot 12% en maar liefst 45%, met gemiddeld respectievelijk 2 en 3 bladluizen per plant.

Behandelingsdrempels

In dit stadium is het nog niet nodig om algemeen te behandelen, behalve bij deze percelen waarbij de behandelingsdrempel overschreden is (vooral de vroegst gezaaide percelen). De behandelingsdrempel volgens Livre Blanc “Céréales” (Gembloux, België) is verschillend naargelang het moment/tijdstip. In de herfst wordt een bladluisbehandeling aanbevolen vanaf het moment dat 5% van de planten bezet is met virusdragende bladluizen.

De behandelingsdrempel volgens Arvalis (Frankrijk): bladluizen onmiddellijk behandelen van het ogenblik dat 10% van de planten bezet is met minstens één bladluis. Bij een lagere bezettingsgraad wordt geadviseerd te behandelen wanneer de bladluizen meer dan 10 dagen aanwezig blijven ongeacht het % aangetaste planten.

In de meeste gevallen wordt in de herfst voldoende resultaat bekomen met pyrethroïden. Pyrethroïden zijn minder werkzaam bij zacht en droog weer dan bij koudere en vochtigere weersomstandigheden. Wanneer de behandeling uitgevoerd wordt bij zacht weer (17°C en meer), kan de toevoeging van pirimicarb (ongeveer 70 g/ha werkzame stof) de effectiviteit van de pyrethroïden verbeteren door de bladluizen ook via dampwerking te bestrijden.

Bladluistellingen

Het LCG geeft aan dat de bladluizen op 2 manieren geteld kunnen worden. In een eerste methode wordt de aanwezigheid van bladluizen nagegaan op planten willekeurig verspreid over het veld, maar tenminste op één meter afstand van elkaar. Dit wordt bepaald op ten minste 200 planten. In een tweede methode wordt de aanwezigheid van bladluizen nagegaan op meerdere vaste plaatsen verspreid in het veld. Dit wordt bepaald op ten minste 400 planten.

Wil je meer weten over actuele info op het veld, hoe bladluistellingen moeten gebeuren enzovoort, maak je dan lid van LCG voor de graanberichten.

LCG

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen