Een oud paard kampt met dezelfde vermindering van zijn immuniteit als een mens.
De ene dag is de viervoeter in topconditie en de andere dag valt het leven hem zwaar. Een oud paard kan van vandaag op morgen snel achteruitgaan. Een galop op de weide met het achterhand in de lucht kan plots omslaan tot triest in een hoekje staan en wegkwijnen. Als het paard blijvende ouderdomsongemakken vertoont en het leven uit hem wegvloeit, dringen zich moeilijke keuzes op voor de paardenhouder.
Een paard kan ook acuut ziek worden, zodat geen hulp meer baat. Koliek is nog altijd de eerste doodsoorzaak bij het paard. Het leven van een paard kan ook gewoonweg uitdoven op de weide of in de stal.
Hoe dood paard klaarleggen voor ophaaldienst?
De beslissing om een paard naar de eeuwige jachtvelden te sturen is zwaar, de euthanasie zelf ook, het klaarleggen van het dode lichaam voor de ophaaldienst nog meer. Het is van belang dat het dode paard makkelijk bereikbaar is voor de vrachtwagen van de ophaaldienst. Veehouders hebben daarvoor een plastic deksel, dat ze over het kadaver leggen.
Particulieren hebben dat niet en bedekken het dode paard meestal met een deken of een plastic zeil. Daarvoor een opvallende kleur gebruiken is belangrijk, zodat de vrachtwagenchauffeur het snel in de gaten krijgt. Zo vernamen we onlangs dat mensen hun dode ezel klaargelegd hadden voor het ophaalbedrijf, overdekt met een donker deken. Het was een mistige, regenachtige dag en de chauffeur, hoog gezeten bovendien, reed per ongeluk over het dode dier. Onnodig te zeggen dat dergelijke taferelen lang blijven hangen, zeker bij de eigenaars, maar waarschijnlijk ook bij de bestuurder van de vrachtwagen.
Who’s who?
Vanaf 1 januari 2021 maakt de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) een onderscheid tussen paardachtigen die gehouden worden als gezelschapsdier en paarden die gehouden worden als landbouwdier. U kan het reeds raden: het prijskaartje is verschillend.
Eerst en vooral: wat verstaat men onder ‘paardachtigen’? Paardachtigen zijn dieren van het paardengeslacht. Zebra’s, ezels en hun kruisingsproducten zijn hierin inbegrepen.
Men kan zich eveneens afvragen wat de definitie is van een landbouwhuisdier en een gezelschapsdier.
In 2010 stelde de Europese wetgeving regels vast omtrent de identificatie van paardachtigen. Deze dieren moeten binnen een jaar na de geboorte geïdentificeerd worden (via microchip, paspoort en registratie in de centrale databank). Ze kregen dan –bij het chippen– een sanitaire status ‘behouden of uitgesloten voor menselijke consumptie’.
Vanaf 1 januari 2021 beschouwt OVAM paardachtigen met de status ‘behouden voor de voedselketen’ als landbouwdieren. Dieren met de status ‘uitgesloten voor de voedselketen’ worden door OVAM beschouwd als gezelschapsdieren. Let wel: dieren die niet gechipt zijn worden automatisch als gezelschapsdieren beschouwd.
Wat verandert er?
Tot nu toe werden de kosten van de ophaling en de verwerking van gestorven landbouwdieren, waaronder paardachtigen bij particulieren, betaald door het Vlaamse Gewest. Deze steunmaatregel is enkel bedoeld voor landbouwdieren, terwijl veel paarden daarentegen een functie hebben als gezelschapsdier. De kosten voor ophaling en verwerking van dode gezelschapsdieren moeten betaald worden door de eigenaar.
Wat zijn de concrete gevolgen?
Een paard dat gechipt is als ‘behouden voor de voedselketen’, moet binnen de 24 uur met chipnummer gemeld worden aan Rendac. Indien het paard als landbouwdier kan worden beschouwd, betaalt u aan Rendac minimaal een vast bedrag. Na verificatie kan hiervan een deel worden terugbetaald.
Een paard dat gechipt is als ‘uitgesloten voor de voedselketen’ of niet gechipt is, moet eveneens binnen de 24 uur na overlijden met chipnummer gemeld worden aan Rendac. U staat zelf in voor de kosten van ophaling en verwerking. In dit geval is er dus geen steunbedrag voorzien.
Kosten
Denk dus niet dat u ervanaf bent met alleen de opgave van het chipnummer bij de melding aan het destructiebedrijf. Vanaf 1 januari 2021 rekent Rendac immers 140 euro aan, aan de melder van het dode paard.
Alleen als het dier volgens de gegevens van de databank behouden is voor de voedselketen –dus als het paard als een landbouwdier wordt beschouwd– stort OVAM 40 euro aan Rendac, die op zijn beurt deze 40 euro terugbetaalt aan de melder. Of het paard als landbouwdier beschouwd wordt, wordt manueel gecontroleerd door het OVAM.
Bijkomende verplichtingen?
De dood van het paard dient rechtstreeks gemeld te worden aan de centrale databank (www.horseid.be). U kan dit ook melden aan de Belgische Confederatie van het Paard, die de gegevens aanpast. Het paspoort van het paard dient u te bezorgen aan de instantie die zorgde voor de opmaak ervan. Deze instantie controleert of de dood van het dier in de centrale databank werd doorgevoerd. Het identificatiedocument wordt daarna ongeldig gemaakt, vernietigd of teruggestuurd naar de houder.
Patricia Borgenon