AEA- en PAS-lijst
VLIF-steun
ILVO-onderzoeken
EKOPTI: Bij runderen loopt het EKOPTI-project met als doel het verfijnen van de eiwit- en fosforvoorziening in de rundveevoeding, zodat het voedereiwit efficiënter benut kan worden. Op deze manier wordt getracht om stikstof- en fosfaatexcreties én ammoniakemissies naar het milieu op een economische en ecologische manier te beperken. Partners zijn ILVO en Inagro, financiering door VLAIO als LA-traject.
AEMON: Binnen dit project wordt gezocht naar een techniek om op een betaalbare manier de variaties in ammoniakconcentraties te capteren in melkvee- en varkensstallen. Het ultieme doel is om het klimaat in stallen te verbeteren en emissies te minimaliseren. Partners zijn ILVO, IMEC, Hooibeekhoeve, StienenBE, Vervaeke, Van Mierlo ingenieursbureau, onderdeel van het EU Horizon 2020-project Smart Agri Hubs.
MilKey: Binnen dit Europese project ontwikkelt het ILVO een monitoringinstrument ‘OTICE’ dat de melkveehouder kan ondersteunen bij het implementeren en managen van technieken om stalemissies te reduceren. Een onlineinformatieplatform helpt de (Europese) melkveehouder de juiste managementkeuzes te maken, waarbij People, Planet en Profit in balans blijven. “Hierbij is het de uitdaging om vooral de ammoniak- en methaanemissies te verminderen en tegelijk een optimaal binnenklimaat te garanderen binnen de budgettaire marges van de veehouder.”
-Binnen het project ‘Optimalisatie van bemestingsstrategieën vanuit de principes van de biologische landbouw’ wordt de meerwaarde onderzocht van het cocomposteren van stalmest met bruine reststromen (uit natuurgebieden) ter beperking van de ammoniak emissie tijdens de opslag en ter verbetering van de benutting van de meststikstof. Partners zijn het ILVO, Inagro, pcfruit, Bodemkundige Dienst en UGent, financiering VLM.
CORE-Organic: In dit project Sureveg (partners het ILVO en Inagro, financiering departement Landbouw en Visserij) werd de toepassing van stalmestcompost vergeleken met die van stalmest in een 2-jarig proefopzet. Een vergelijking van het stikstofgehalte van de stalmest op het einde van de opslagperiode met het stikstofgehalte van het compostproduct – op basis van stalmest en bruine reststromen – wees al op een beter be
Daarnaast deed het ILVO recent ook onderzoek specifiek gericht op het verlagen van de stikstofexcretie en ammoniakemissie bij vleesvee. In een 1ste fase werden dierproeven uitgevoerd in mechanisch geventileerde onderzoeksstallen van het ILVO.
“Daaruit bleek dat verlaging van het eiwitgehalte in het voeder leidde tot een significante daling van de ammoniakemissie uit de stal.
Op een praktijkbedrijf (in samenwerking met Boerenbond en Arvesta) werd vervolgens gevalideerd tot welk niveau het eiwitgehalte in het rantsoen kan dalen zonder negatieve gevolgen op de dierprestaties.”
Aan de bron
Volgens Vlaams landbouwminister Hilde Crevits moeten we om de stikstofdepositie in de landbouw te verminderen, blijven inzetten op aangepaste stalsystemen die de ammoniakvorming aan de bron kunnen aanpakken en de toepassing van luchtwassers.
“Waar mogelijk wordt de voorkeur gegeven aan brongerichte aanpak en maatregelen die geen negatieve effecten hebben op andere emissies. Naast stalmaatregelen zal eveneens ingezet worden op management- en voedermaatregelen.”
Voedermaatregelen bij rundvee werden in internationaal en Vlaams onderzoek bij zowel melkvee als vleesvee als potentieel sterk reducerend aangetoond. Het gaat om de verlaging van het ruw eiwit, en meer specifiek het onbestendig eiwit door verschillende strategieën, zoals het gebruik van pensbestendig eiwit, meer maïskuil in het rantsoen of pensbestendige aminozuren.
Nieuwe technieken
“Om deze brongerichte maatregel te borgen, zal ingezet moeten worden op een eenvoudig implementeerbare tool die de stikstofstromen op een bedrijf in kaart brengt (zoals Kringloopwijzer Nederland). Als managementmaatregel kan bijvoorbeeld ingezet worden op onderzoek rond de ontwikkeling van betrouwbare emissiemonitoringssystemen (EMS).”
Dit zijn sensorsystemen waarmee de effectieve stalemissies van ammoniak, en bij uitbreiding ook broeikasgassen, kunnen worden gemonitord. Dergelijke systemen hebben, mits validatie, potentieel verschillende toepassingsmogelijkheden.
“Ze kunnen bijvoorbeeld ingezet worden als borgingstool om de werking van emissiereducerende maatregelen en technieken aan te tonen, als managementtool voor veehouders en als tool om een stalspecifieke emissiefactor te bepalen. Innovatie zal een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van nieuwe technieken en reducerende maatregelen”, besluit minister Crevits.