
Warme en droge teeltstart
Allereerst blikte Wim Fobelets terug op het afgelopen groeiseizoen voor koolzaad. Dan moeten we terugkijken naar augustus en september 2020, die warm en droog waren. Eind augustus viel er echter een zeldzame regenbui. Daar heeft het koolzaad dat al gezaaid was van geprofiteerd. Wie in september zaaide, werd ontgoocheld, omdat het zo lang droog bleef. Pas eind september begon het te regenen en in oktober stonden de hemelsluizen open.
Het koolzaad gezaaid in september stond er ofwel tweekiemig bij ofwel zeer klein om de winter in te gaan. Hoe kleiner de plantjes, hoe kwetsbaarder zeker voor belagers zoals slakken en aardvlooien.
Tijdig bemest
De winter van 2020-2021 hebben we volgens een ideaal scenario voor het koolzaad doorstaan: eind februari was het te droog om de bemesting te gaan uitvoeren. Eind februari, begin maart konden de koolzaadpercelen met goede bodemcondities bemest worden. “Het is belangrijk dat we het koolzaad niet op zijn honger laten zitten en dat we tijdig bemesten. Doe dit voor je wintergerst gaat bemesten”, benadrukt Fobelets.
Vorig jaar zijn we de winter nat doorgekomen en was het al ietsje te laat wanneer de bemesting uitgevoerd kon worden.
Tragere bloei
Het voorjaar van 2021 was koud en guur. Daar heeft het koolzaad wat last van gehad met een tragere bloei. Dit helpt niet in de strijd tegen de koolzaadglanskever. Deze was meestal massaal op alle koolzaadvelden aanwezig. In zijn zoektocht naar stuifmeel vreet hij ook gesloten bloemknoppen aan, waardoor hier later geen hauwtje met zaadjes meer gevormd wordt. Eens de bloem openstaat en hij makkelijker aan het stuifmeel raakt, is er geen schade meer.
Vangkommen plaatsen
In het kader van IPM wees Fobelets op de techniek om 2 gele vangkommen per perceel te gaan plaatsen om de aanwezigheid van de koolzaadglanskever te observeren. De techniek is eenvoudig: een betonijzer in de bodem kloppen en een slangklem houdt de vangbak op de juiste hoogte. De onderkant van de vangbak dient gelijk te staan met de bovenzijde van het koolzaad. Door de flexibele montage kan je de hoogte makkelijk aanpassen aan de gewasgroei.
Giet in de vangbakken water met een druppel afwasmiddel om de oppervlaktespanning te verminderen. De gele kleur is heel aantrekkelijk voor insecten. Merk je in de kom de koolzaadglanskever op, dan is het moment aangebroken om in het veld op zoek te gaan naar zijn aanwezigheid.
Creëer op een perceel 5 groepen van 5 planten en ga tellen hoeveel glanskevers hierop zitten. Een gezond koolzaadgewas kan in het stadium van de knopvorming gemiddeld een 3- à 4-tal kevertjes per plant verdragen. “Dit lijkt misschien een wat hogere behandelingsdrempel, maar we mogen niet vergeten dat koolzaad, heel wat compenserend vermogen heeft”, bemerkt Fobelets. Op de helft van de waarnemingspercelen is dit voorjaar effectief een insecticidebestrijding uitgevoerd.
Hij benadrukt om de spuittechniek stevig te verzorgen. “Gebruik voldoende water en rij niet te snel. De insecticiden hebben een contactwerking en moeten de kever raken. Deze zit vaak verstopt, maar is veel actiever bij zonnig en warm weer. Behandel dan.”
IPM
Nog in het kader van IPM werd erop gewezen om bij het uitvoeren van een insectenbehandeling oog te hebben voor de bijen. “Deze hebben we nodig, hypothekeer uw opbrengst dus niet, maar stel hem veilig”, klonk het advies van Fobelets.
De opnames van het webinar sloot hij af door te verwijzen naar de waarnemings- en waarschuwingsdienst die het Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant mee ondersteunt. “Door hun adviezen op te volgen en uw behandelingen hierop af te stemmen, werk je in overeenstemming met het IPM-kader.”