
Zo werd er door de voorlichters op gehamerd om als landbouwer ook zelf waarnemingen in het veld te doen. Toets deze af met de ervaringen van landbouwcentra en de spuitdrempels die ze adviseren. Van kalenderbespuitingen wordt zo afgestapt naar een bespuiting die wordt uitgevoerd als de noodzaak is aangetoond. Het gevolg: minder middeleninzet, minder kosten en minder milieubelasting. Het is een scenario waar iedereen gelukkig van wordt. Reken maar eens uit hoeveel je hebt bespaard.
Zo zijn we ook bij het aspect ‘IPM’ of geïntegreerde gewasbescherming aanbeland. Dit is sinds 2014 verplicht. Het volgen van vormingsmomenten, hetzij via de computer en een webinar of fysiek via een proefveldbezoek of demo, zorgt ervoor dat de boer voldoende ‘puntjes’ verzameld voor zijn fytolicentie. We vernamen dat tegen het einde van dit jaar heel wat landbouwers niet in orde zullen zijn met hun fytolicentie wegens het te weinig volgen van vormingsmomenten.
Corona kan hier voor iets tussen zitten, maar daar mag zeker niet alles op afgeschoven worden. Misschien is het wel een goed moment om het systeem van de fytolicentie en vormingsmomenten eens grondig te analyseren. In de praktijk horen we dat 3 uur fysieke vormingsmomenten op verplaatsing bijwonen een hele opgave is voor moderne, intensief uitgebate landbouwbedrijven. Kortere vormingsmomenten lijken ons de oplossing, maar daar worden de opleidingsverstrekkers dan weer niet gelukkig van omdat ze te weinig uren kunnen ‘factureren’. Laat ons alsjeblieft dit aspect naast ons neerleggen. De vorming van de landbouwer moet primordiaal zijn! Een goed gevormde landbouwer is op heel veel vlakken immers wat waard. Zo rekende de voorlichting vorige week ons nog voor.