
Het duurde slechts 4 jaar voor de kudde 400 melkkoeien telde, en dat aantal is nu al 7 jaar hetzelfde. Gezien de omvang van de veestapel, werden de hangars van de machines aangepast om de jonge dieren te kunnen huisvesten. De melkstal werd aangepast naar 2x22. “We begonnen met huisvesting op stro, maar we veranderden van gedacht na een jaar. De reden: de erg grote nood aan stro en de sterke toename van het celgehalte in de melk. We zijn overgestapt naar een stal met ligboxen”, herinnert de boer zich.
Geen evidente aanpak
Een jaar later trad er veel melkverlies op in de ligboxen, als gevolg van problemen met de spenen. “We probeerden eerst een probleemgroep te maken die als laatste gemolken werd. Dit was een goede zaak, omdat we besmetting vermeden van de melkklauwen. Voor het personeel was het echter wel moeilijk om dit te organiseren.” De noodmaatregel duurde slechts 3 maanden, omdat we besloten om over te schakelen op 3 melkbeurten per dag. Het resultaat? 10 tot 15% meer productie en minder melkverlies. Die 3 melkbeurten zijn enkel haalbaar bij de beste melkkoeien. “We vermijden overmatig melken door de klauwen sneller af te koppelen”, zegt Arnaud.
Diverse problemen
Er zijn nooit genoeg protocollen!
Vandaag zet Arnaud bijna 70% van de dieren droog zonder antibiotica. “Maar ik voer een celtest uit een dag voor het droogzetten.” Hij lacht: “Als ik even weinig problemen met de koeien zou hebben als ik met de kalveren heb, dat zou ik een gelukkig man zijn! Maar we passen nu een effectief protocol toe dat past bij ons bedrijf.”
Het klimaat in de stal
“Naast deze aanpak is er duidelijk nog veel ander werk te doen. Als boer moet je je voortdurend afvragen hoe je de werkmethoden kunt verbeteren.”
De schuur is verouderd, de ventilatie moet worden verbeterd... Ook het klimaat speelt een belangrijke rol en de droogte waarmee we de laatste jaren te kampen hebben gehad, is een problematische factor, of het nu voor de opstart is na het kalven of bij mastitis. Door de toename van het aantal ventilatoren kon men een comfortabel klimaat behouden, maar het is geen wondermiddel...
Droge koeien in 2 groepen
Een ander punt van verbetering is het droogstandmanagement, met verdeling van de droge koeien in 2 groepen in plaats van 1. “Vroeger gaven we hetzelfde rantsoen aan alle dieren. Dus we hadden ‘pas drooggezette koeien’ die te vet waren en drooggezette koeien ‘klaar om te kalven’, die niet genoeg energie hadden om hun lactatie te beginnen...
De bloedtesten gaven ons veel informatie over onze koeien. Hierdoor konden we de 2 groepen verschillend behandelen: de pas droog gezette koeien houden we in vorm met een goede onderhoudsconditie, en de koeien die klaar zijn om te kalven, beschikken over meer energie om hun lactatiefase in te gaan.”
Welzijn van de dieren én van het personeel
“In de toekomst zouden we heel graag de opvolging van de veestapel verbeteren met de verwerking van bijkomende gegevens en, uiteindelijk, misschien een deel robotiseren. Zo kan de koe zich laten melken wanneer ze wenst. Dat zou betekenen dat we een stal moeten uitdenken gericht op dierenwelzijn.
We hebben echt geleerd om onze problemen te relativeren door ze te beperken tot 100 koeien”, lacht Arnaud. “400 dieren houden, betekent vooral je protocollen en dagelijkse taken respecteren. Ik heb deze dingen geleerd dankzij Vital en zijn visie op de veehouderij. Ik bedank hem ervoor dat hij me ertoe aanzette om te gaan kijken hoe men elders werkt met grote veestapels, zowel in België als in het buitenland. Daar zweren ze alleen bij protocollen en hier zijn er nog niet steeds niet genoeg! Het zijn allemaal kleine verbeterpunten die ons uiteindelijk in staat zullen stellen om beter te doen en tijd te besparen!”
Als Arnaud echter denkt aan dierenwelzijn, denkt hij ook aan een betere organisatie om zo het personeel te ontlasten... “Het is belangrijk voor de toekomst als we gemotiveerde werknemers in dienst willen blijven hebben. Vooral omdat de mentaliteit verandert. Ik heb verschillende bezoeken gebracht aan gerobotiseerde bedrijven. Wat me is bijgebleven, was niet diegene die de meeste robots had, maar diegene waar het mogelijk was dat de 2 partners en hun verzorgers om de week een weekend vrij namen.”