zoeken naar oplossingen

Opvolgorgaan
Laatste waarschuwing
Stilte
Dat zijn allemaal elementen die Schauvliege verontrusten, terwijl ze vaststelt dat het heel stil blijft vanuit het opvolgorgaan dat een voorstel moest doen rond het mestactieplan (MAP). Het laat haar bijna vermoeden dat er voorlopig geen akkoord in zit tussen landbouworganisaties en milieubeweging (n.v.d.r. Op 22 november werd het MAP-overleg door de natuurorganisaties eenzijdig opgeschort, zie p. 3 ).
Mieke Schauvliege waarschuwt minister Demir ervoor om niet opnieuw de fout te maken van haar voorgangster Joke Schauvliege (cd&v) en om niet te spelen met onze gezondheid en met die van het leefmilieu. Ze wil ook geen verspilling van tijd, geld en energie.
Van minister Demir wil ze weten of er een doorrekening gebeurd is van het princiepsakkoord tussen de milieubewegingen en de landbouworganisaties. Ze wil ook weten wat het resultaat daarvan was en of die doorrekening vertaald werd in bijkomende maatregelen die de waterkwaliteit in landbouwgebied versneld verbeteren.
Doorrekening is gebeurd
Minister Demir bevestigt dat de effecten van de voorgestelde maatregelen in het princiepsakkoord voor wat betreft oppervlaktewater zijn doorgerekend door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Over de aannames voor deze berekeningen werd een overeenkomst bereikt binnen het opvolgingsorgaan. De bedoeling van de doorrekening is volgens de minister om het maximaal potentieel van de voorgestelde maatregelen in te schatten.
Minister Demir: “Het model gaat uit van een 100%-toepassing en van de naleving van de voorgestelde maatregelen, van geen versoepelingen ten opzichte van MAP 6 en de gebiedstypes en maatregelen worden 8 jaar aangehouden.” De minister voegt daaraan toe dat de resultaten toegelicht zijn op het opvolgingsorgaan dat het absoluut verder wilde kunnen opvolgen. Uit de doorrekening blijkt volgens minister Demir dat voor gebiedstype 1 het doel van 18 mg/l nitraat gemiddeld over alle afstroomzones heen binnen bereikt ligt. Momenteel ligt 212.000 ha of 32% van het landbouwgebruik in gebiedstype 1.
In gebiedstype 2 en 3 wordt de doelstelling van 18 mg/l nitraat gemiddeld over alle afstroomzones heen niet gehaald. In gebiedstype 2 wordt gemiddeld gezien twee derde van de doelafstand gedicht, in gebiedstype 3 de helft van de doelsafstand. Momenteel ligt een derde van het landbouwgebruik in gebiedstype 2 en 3. Deze resultaten zullen in het plan-MER worden opgenomen.
Beperkt potentieel
Minister Demir zegt dat ze het opvolgingsorgaan gevraagd heeft om bijkomende maatregelen voor te stellen. Een aantal geformuleerde bijkomende maatregelen lijkt slechts een beperkt potentieel te hebben om de kloof verder te verkleinen. De organisaties hebben aangegeven dat dit voor hen het maximaal haalbare was wat binnen hun werkmethode samen kon bereikt worden, zonder het hele akkoord te moeten opblazen. Demir gaat verder kijken hoe ze daarmee aan de slag kan gaan.
De bijkomende maatregelen die door de organisaties naar voor geschoven werden, hebben betrekking op de nitraatresidudrempelwaarden voor nitraatgevoelige teelten in gebiedstype 2 en 3, op verdere beperkingen op het toepassen van de bemesting binnen een bedrijfsbenadering in gebiedstype 3, en op het verlagen van de maximale bemestingsnorm voor werkzame stikstof voor maïs in gebiedstype 3. Deze maatregelen zouden ingaan in 2027, indien uit de monitoring blijkt dat de doelen niet worden gehaald.
Demir zei ook nog dat ze de EC een stand van zaken zal geven van waar ze staat met MAP 7 en welke stappen ze nog zal ondernemen. Ze zal de EC ook het bijgewerkte MAP 7 en het ontwerpplan-MER overmaken van zodra deze in openbaar onderzoek gaan. Van zodra er een voorstel tot wijziging aan het Mestdecreet is, zal ze ook dat overmaken aan de EC. “Die ons natuurlijk op de hielen zit”, windt de minister er geen doekjes om.
Minister Demir reageerde na stopzetting van het MAP-overleg dat er geen ‘tabula rasa’ komt inzake het mestactieplan.