Startpagina Archief

Innovatieve teelten gaan ten onder aan nat voorjaar

Tijdens de opendeurdag (7 juni) van de proefvelden van Bertem van het Agentschap Landbouw stelde Praktijkpunt Landbouw haar onderzoek naar koolzaad en innovatieve gewassen voor.

Leestijd : 7 min

Koolzaad blijft volgens Mathijs Hast van Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant een kleine teelt in Vlaanderen. “Zeker in vergelijking met Wallonië en Frankrijk. Vorig jaar stond er hier 724 ha koolzaad, waarvan twee derde hier in Vlaams-Brabant.” De belangstelling groeit echter, met een jaarlijkse toename van gemiddeld 50 ha de voorbije 5 jaar.

Het gewas heeft dan ook een aantal voordelen. “Zoals een penwortel dat zeer diep in de bodem wortelt, waardoor de plant goed stikstof opneemt en zeer goed tegen droogte kan”, aldus Hast. Dat was dit voorjaar natuurlijk niet nodig, maar is een goede eigenschap voor de toekomst. “Het wortelstelsel zorgt ook voor een goede bodemstructuur. Hierdoor krijg je extra kilo’s wintertarwe wanneer je dat gewas na koolzaad zaait.”

Daarnaast is koolzaad volgens Hast een zeer robuust gewas met weinig risico voor de teler. Eind augustus of begin september zaai je normaal gezien koolzaad in. “Als je de kleine plantjes grotendeels tegen vraat beschermt, groeit het gewas in het voorjaar explosief terug en herstelt de in het najaar opgelopen schade compleet.” Het gaat om schade door bijvoorbeeld aardvlooien of slakken.

Hast berekende voor de aanwezige landbouwers snel op basis van de toenmalige prijzen wat een hectare koolzaad hun kan opbrengen in vergelijking met wintergranen. “De opbrengst van koolzaad is gemiddeld 4 à 5 ton per ha, in een goed jaar zelfs iets meer. Dat brengt je zo’n 470 euro per ton op. De opbrengst van wintertarwe is dan wel het dubbele, maar je krijgt er maar zo’n 190 euro per ton voor momenteel.” Als je in rekening brengt dat koolzaad een arbeidsextensieve teelt is, heeft de teelt volgens Hast zeker potentieel in teeltrotatie. Daarbij moeten telers wel aandacht hebben voor het feit dat het gewas gemakkelijk doorschiet, maar dit valt volgens Hast te bestrijden met groenbedekkers. “In rotatie met suikerbieten, pas je het best ook op voor de aaltjesproblematiek.”

Koolzaad draagt ook bij aan het imago van de landbouw, nu de bredere maatschappij op zoek is naar raakvlakken tussen natuur en landbouw. “Koolzaadvelden in bloei trekken massaal insecten aan.”

Teeltfiche Bertem

Op de proefvelden in Bertem zaaide het praktijkpunt de koolzaad begin september in. “Dat was een voordeel nu het vanaf oktober constant heeft geregend”, zei Hast.

Zoals eerder gezegd heeft koolzaad maar weinig stikstofinput nodig. “Hier zijn we begonnen met 90 eenheden KAS (n.v.d.r. een stikstofhoudende kunstmest in korrelvorm), daarna nog eens 75 eenheden vloeibare mest.” Koolzaad heeft ook weinig last van ziektedruk, waardoor telers minder middelen moeten spuiten. Dat bespaart werk en kosten. “In Bertem hebben we besloten om geen insecticiden te spuiten tegen de koolzaadglanskever en de snuitkever. De plaagdruk was te klein om het economisch te verantwoorden. Daarnaast spoten we ook geen fungiciden, maar wel onkruidbestrijdingsmiddelen.” Het praktijkpunt publiceert op basis van haar monitoringsnetwerk bestrijdingsadvies over de kevers op www.lcg.be.

Rassenproef koolzaad

De interesse bij firma’s in koolzaad groeit gelijk met de toenemende interesse bij telers, waardoor 11 koolzaadrassen opgenomen zijn in de rassenproef van Praktijkpunt Landbouw in Bertem. “Daarnaast hadden we een vergelijkbare proef in Herent, maar die is volledig verloren gegaan nadat het perceel heel de winter onder water stond”, zei Hast.

Bij een vergelijking tussen rassenproeven in Wallonië en Frankrijk merkte het praktijkpunt op dat er grote verschillen waren tussen de prestaties van dezelfde rassen. Een rassenproef in eigen streek was nodig om het verschil in opbrengst van rassen naargelang de klimatologische omstandigheden te testen, aldus Hast.

Het is nog even wachten op de oogst voordat alle resultaten meegegeven kunnen worden. Op het vlak van bloeitijdstip en legering zijn wel al grote verschillen te zien tussen de rassen. “De finale conclusies van deze rassenproef kunnen telers eind juli, begin augustus verwachten, op tijd voor zij die het komende seizoen zelf koolzaad willen telen.”

Van Syngenta komt een koolzaadras genaamd Nicoletta. “Qua bloeitijdstip is het een doorsnee ras. Voor een schatting van de opbrengst moeten we deze proef afwachten, want er zijn nog geen resultaten uit het buitenland bekend”, aldus Hast.

Besitto is een recent ras van Lidea. “Vorig jaar was het de strafste nieuwkomer in Wallonië en kende het ras ook goede opbrengsten in Frankrijk. Mogelijk is het dus een veelbelovend ras voor onze streken, afhankelijk van de resultaten.” Een ander ras van Lidea is Maestro, waar nog maar weinig over bekend is.

In Vlaams-Brabant wordt er veel Aviron gezet, een koolzaadras van Limagrain. “Dit is een van de late rassen en een topper op het vlak van opbrengst. In Polen zette het ras zelfs een onofficieel wereldrecord van 6,9 ton per ha, wat gigantisch veel opbrengst is”, zei Hast enthousiast. Andere rassen van Limagrain in de proef zijn Armada, Academic en Austin. “Die laatste wordt in Vlaams-Brabant het meest gezaaid en heeft een bovengemiddelde goede opbrengst. Die resultaten behaalde het ras ook in Wallonië en Frankrijk”, besluit Hast.

Van Bayer staan er 3 rassen op de proefvelden van Bertem: Expectation, een zeer vroeg ras; Excited, een vroeg ras; en Expose, een zeer laat ras. “Alle 3 hebben ze wel een probleem met legering. Ze gaan platliggen, wat voor problemen zorgt bij de oogst. Anderzijds zegt men wel dat de beste koolzaad gaat neerliggen omdat die het meest weegt. We wachten de resultaten af”, aldus Hast.

Ellips, een ras van Jorion Philip-Seeds, is het tweede beste ras in Frankrijk, maar werd tot nu toe nog niet uitgezaaid in Wallonië.

Innovatieve teelten

Evi Matthyssen van Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant moest jammer genoeg meedelen dat de meeste innovatieve teelten op de proefvelden in Bertem door het natte voorjaar niet goed opgekomen waren. “Daarnaast was er hier eerder een herbicide met een lange nawerking in het graan gespoten”, gaf ze nog mee.

Goudsbloem Deze teelt was de enige innovatieve teelt in Bertem die het nog best goed had gedaan. “In het project focussen we op dubbeldoelteelt, van zowel de bloemen als de zaden”, zei Matthyssen. “Eerst oogsten we de bloemen 2 à 3 keer, waarna nog een zaadoogst volgt.” De bloemen worden gebruikt in de cosmetica en farmaceutica, maar Praktijkpunt Landbouw zoekt nog volop naar andere afzetmogelijkheden. “Naar de afzet van zaden in de verwerkende industrie doen we ook onderzoek.”

Wat betreft de teelttechnieken van goudsbloem focust het praktijkpunt op onkruidbeheersing, oogst- en naoogsttechnieken en op een aantal nieuwe teeltsystemen, zoals onderzaai in graan. “We bestuderen ook of goudsbloem eventueel aaltjes kan bestrijden”, aldus Matthyssen.

Zonnebloem Zonnebloemen houden van droge en warme zomers en spelen dus normaal gezien in op het veranderende klimaat in onze streken. “Tijdens deze natte lente hebben we echter geleerd dat de zonnebloem niet zo goed tegen koud en nat weer kan”, zei Matthyssen. “Korstvorming, verslemping van de bodem, slakken en vogelschade vormden een probleem voor deze teelt.”

Bij de rassenkeuze moet een teler vooral letten op vroegrijpheid en ziektetolerantie voor de schimmel sclerotinia en voor bladluizen. Het praktijkpunt test ook enkele herbiciden. “Sommige herbiciden zijn al erkend voor de teelt en dossiers voor anderen zijn lopende.” Afzetmogelijkheden zijn er vooral in vogel- en knaagdiervoeder en in olieproductie. Voor de bakkerijsector is het nog wachten op een pelinstallatie.

Mosterd Al enkele jaren doet Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant onderzoek naar mosterdzaadproductie. “In een operationele groep met telers en mosterdproducenten zoeken we naar de ideale rassen, de gepaste teelttechniek en naoogstbehandeling”, aldus Matthyssen. Mosterd is op zich een vrij gemakkelijke teelt met een snelle jeugdgroei en bladontwikkeling, wat volgens Matthysen zeker een voordeel is voor onkruidbeheersing.

Bruine mosterd is een iets moeilijkere en kleinere teelt dan gele mosterd, maar met een potentiële beloftevolle lokale afzet. Het praktijkpunt werkt ook voor mosterd aan erkenningen voor gewasbeschermingsmiddelen, aangezien telers moeten oppassen voor een aantal hardnekkige plagen. “Zo hadden we vorig jaar last van de knollenbladwesp.”

Deder Dit gewas behoort tot de kruisbloemigen, net zoals mosterdzaad, en wordt ook wel eens huttentut genoemd. “Normaal gezien staat dederzaad bekend voor zijn droogteresistentie. In deze natte lente hadden we dus jammer genoeg een slechte opkomst op de meeste percelen”, aldus Matthyssen. Buiten de gevoelige opkomstfase, is deder voor de rest eigenlijk een vrij gemakkelijke teelt met weinig eisen. Het areaal ervan blijft wel vrij beperkt in België.

“In onze proeven focussen we voornamelijk op onkruidbeheersing, rassenkeuze en mengteelt”, zei Matthyssen. In het project CropExplore for Farmers proberen de onderzoekers van Praktijkpunt Landbouw voor deze teelt de link te leggen met de verwerking en afzet ervan. “Zo kan de zaadolie van deder zowel als culinaire als als huidverzorgingsolie gebruikt worden, en zijn er ook meer industriële toepassingen richting verven en coatings.”

Blauwmaanzaad De olie van dit gewas kan eveneens gebruikt worden in de keuken of om de huid te verzorgen, maar het zaad vind je ook terug op pistolets. Blauwmaanzaad heeft graag voedselrijke gronden en warme, vochtige zomers met voldoende water tijdens de hele groeiperiode.

“Vorig jaar hebben we zowel zomer- als winterblauwmaanzaad geprobeerd. Toen behaalden we een topopbrengst van 3 ton per ha met de wintervariëteit”, aldus Matthyssen. Ze besloten dan ook om dit jaar een bemestingsproef rond winterblauwmaanzaad aan te leggen. Wel is er nog werk aan de winkel wat betreft de afzet van het gewas. Telers moeten ook opletten met gewasbeschermingsmiddelen, die in het blauwmaanzaad opgenomen kunnen worden.

Thor Deyaert

Actueel

Nog eens 210 varkenshouders laten zich uitkopen

Varkens Bij de tweede oproep tot vrijwillige stopzetting van varkensstallen hebben van de 324 exploitaties die deelnamen en een vrijwillig aanbod met vergoedingen ontvangen hebben, 210 exploitaties effectief varkensstallen stopgezet en de uitbetaling aangevraagd, zo laat het kabinet van minister Jo Brouns (cd&v) weten.
Voir plus d'articles
Meest gelezen