Startpagina Archief

MCC lanceert PCR-analyse voor A2-gen in melk

De vraag naar A2-melk neemt wereldwijd toe, vooral omdat deze melk mogelijk beter verteerbaar zou zijn voor sommige mensen. Daardoor kiezen steeds meer melkveehouders voor de productie van A2-melk. Daarom lanceerde het Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC) deze maand een PCR-test die het A2-gen in melk detecteert.

Leestijd : 3 min

Dat melk een bron van eiwitten is, is al lang geweten. Een glas halfvolle melk van 150 ml bevat al zo’n 10% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid melkeiwitten. Ongeveer 80% van deze eiwitten bestaat uit verschillende soorten caseïne-eiwitten, ook wel kaasstof genoemd vanwege hun rol bij het maken van kaas. Bètacaseïne is de op één na meest voorkomende vorm, die zelf ook weer bestaat uit minstens 8 varianten.

A1- versus A2-melk

De 2 varianten die het vaakst voorkomen, zijn A1-bètacaseïne en A2-bètacaseïne. Melk kan zowel A1- als A2-bètacaseïne bevatten, maar in A2-melk zit alleen A2-bètacaseïne. Hoewel op dit moment de positieve impact van A2-melk op de gezondheid van de mens nog niet is bewezen, stappen melkveehouders wereldwijd over naar de productie van A2-melk om aan de stijgende marktvraag te voldoen.

Of een koe al dan niet A2-melk produceert, wordt bepaald door haar genetica. Elke koe erft 2 kopieën van het bètacaseïnegen, eentje van het moederdier en eentje van het vaderdier. Zo’n kopie wordt een allel genoemd. Een heterozygote koe heeft 2 verschillende allelen (bv. A1A2) en produceert melk met zowel het A1- als A2-bètacaseïne, wat ongewenst is voor de productie van zuivere A2-melk.

Een homozygote koe heeft 2 identieke allelen (A1A1 of A2A2), waardoor ze uitsluitend zuivere A1- of A2-melk produceert. Daarom zetten veehouders in op het kweken van homozygote A2A2-koeien.

Ras kan indicatie zijn

Er is aanzienlijke genetische variatie onder melkveerassen. Zo zouden de rassen Jersey, Guernsey en Brown Swiss vooral A2-melk produceren en in Holstein Friesian-kuddes zou 40% van de koeien van nature A2-melk produceren. Duidelijke en betrouwbare cijfers hierover ontbreken echter.

Het voorkomen van sommige genetische varianten kan sterk beïnvloed worden door specifieke kweekprogramma’s, soms zelfs onbedoeld, waardoor er grote regioverschillen kunnen ontstaan. Om zeker te weten wat de genetica van het dier is, blijft genetisch testen met bijvoorbeeld PCR dus noodzakelijk.

Nieuwe PCR-analyse detecteert A2

Sinds 6 september biedt MCC een allelspecifieke PCR-analyse aan om te bepalen of een koe homo- of heterozygoot is voor A2, en of het tankmelkmonster zuivere A2-melk bevat. De PCR detecteert de A2- en niet-A2-allelen in zowel individuele melk als in tankmelk. Op die manier kom je te weten welke van je koeien A2-koeien zijn, waarmee je kunt kweken om een kudde te verkrijgen met enkel homozygote A2-dieren die zuivere A2-melk produceren.

De analyse kan worden aangevraagd via het aanvraagformulier ‘Diagnostiek melk’”op de website van MCC. Een tankmelkonderzoek kan ook steeds worden aangevraagd op de officiële kwaliteitsmonsters. Daarvoor kan je contact opnemen met de helpdeskmedewerkers van MCC (via mail info@mcc-vlaanderen.be of telefoon 078/15 47 10).

MCC/DGZ

Actueel

Groenteteler Ivan Vlamynck: “Contact met de consument, daar doen we het voor”

Korte Keten Ivan Vlamynck uit Meulebeke reed als kleine jongen mee met de ‘groentekar’ van zijn moeder Martha. Later nam hij die rol van zijn moeder over. In 2000 stopte Ivan met de groentekar en ging hij met zijn gezin – naast hun wekelijkse afzet bij REO – hun groenten op boerenmarkten verkopen. “In al die jaren heb ik maar weinig marktdagen geskipt. Ik kan het contact met onze klanten niet missen”, zegt hij.
Voir plus d'articles
Meest gelezen