Boerenbond wijst er in een reactie op dat de Vlaming met 83 euro per hoofd beduidend minder uitgeeft aan bioproducten dan de Brusselaar (137 euro/hoofd) en de Waal (127 euro/hoofd). Wie kan deze opmerkelijke vaststelling verklaren? In Vlaanderen kennen we nochtans initiatieven om de biologische consumptie te promoten, denk aan de Bioweek (van VLAM) of aan het Strategisch Plan Bio. Willen de doelstellingen uit dit plan gehaald worden, dan is er dringend werk aan de winkel, geeft de landbouworganisatie nog aan.
Waar het op Europees en ook op Vlaams vlak niet aan ontbreekt, is de financiële steun die ze voorzien voor de biosector. Net hier zit een valkuil stelt Keit Pentus-Rosimannus, lid van de Europese Rekenkamer én auteur van het verslag. “We financieren bijna eenzijdig een systeem in plaats van dat het gedragen wordt door bewuste consumenten.”
Hij slaat hier nagels met koppen. De burger heeft immers keuzevrijheid in de winkel: koopt hij lokaal, bio, budget of een premiummerk of simpelweg naargelang beschikbaarheid. De consument geeft prioriteit aan zijn budget én is zich meer bewust geworden van lokale productie. Naast bio zijn er nog andere factoren die de keuze beïnvloeden. Denk dan aan: voedselkilometers, CO2-uitstoot, duurzaamheid, herkomst, fair trade...
Het feit is ook dat – zeker in ons land – biologische teelt en gangbare landbouw naar elkaar toe groeien qua gebruikte (gewasbeschermings)technieken, bodemzorg... Denk ook aan de talrijke controles die beide sectoren krijgen. We kunnen ons dan best inbeelden dat de consument vertrouwen heeft in wat bij ons geproduceerd wordt. Met een steeds duurdere winkelkar moet het voor de consument dan niet noodzakelijk bio zijn. Het wordt dan, alle subsidies ten spijt, wel heel moeilijk om te werken aan een toenemende biovraag.





