Een mooi gazon in 5 stappen

Om te vermijden dat het gazon er gaat uitzien als een miniheuvellandschap moeten mollen in het gazon best zo vlug mogelijk bestreden worden. Dat kan het best gebeuren met mollenklemmen die in de handel verkrijgbaar zijn. Plaats de klem in een geschikte gang (dat kan je controleren door de gang dicht te drukken en nadien te controleren of de mol hem weer opengewroet heeft) tussen 2 molshopen. Maak daarna de gang over een lengte van 20 cm open. Let erop om de rest van de gang zo weinig mogelijk te beschadigen, en plaats de op scherp gestelde klem in de gang. Maak de gang voorzichtig terug dicht, maar wel zo dat de klem niet geblokkeerd wordt. Dan is het hopen dat de mol ons niet te slim af is.

Is het kwaad al geschied en liggen er her en der molshopen in het gazon, trap dan de ondergrondse gangen zo goed mogelijk dicht en hark de grond van de molshopen in de ontstane geultjes. Men kan beter de zo ontstane kale plekken pas later op het seizoen inzaaien (zie verder).

Bekalken

Om het gazon of beter gezegd de wortelzone van het gras in goede conditie te houden, moet de zuurtegraad van de grond tussen 6 en 7 pH liggen. In de meeste tuincentra kan men aan de hand van een grondstaal de zuurtegraad van uw grond bepalen. Neem hiervoor verspreid over het gazon enkele staaltjes grond tot een diepte van ongeveer 15 cm, mix de bekomen grond, haal hieruit een staaltje van ongeveer 1 kg en breng het binnen in het tuincentrum. Als uit de metingen blijkt dat de pH te laag is, kan men door het strooien van kalk de pH weer omhoog brengen. Kijk op de verpakking om te weten hoeveel kalk moet gestrooid worden (dat kan verschillend zijn naargelang de soort of het merk van de tuinkalk).

Bekalken kan in de rustperiode (november – maart) omdat kalk inwerkt op de bodem en niet dient opgenomen te worden door het gras. Als het gazon in de voorbije winter nog niet bekalkt werd, kan dat nog gebeuren in de loop van de maand maart. De grasmat bekalken kan ook nog later op het seizoen, maar wacht na een kalkbeurt een drietal weken vooraleer aan de slag te gaan met meststoffen, omdat anders de meststoffen gaan binden aan de kalk, waardoor noch de kalk noch de meststoffen een goede werking hebben.

Mosbestrijding

Mosbestrijding gebeurt het best later op het seizoen. Op die manier kan het gras vlug de vrijgekomen plaats van het verwijderde mos dichtgroeien. In een goed onderhouden gazon maakt mos weinig kans. De beste manier om mos te bestrijden is het te voorkomen door de grasmat in optimale conditie te houden. Dit kan door de pH op peil te houden (zie hierboven) en een aangepaste bemesting (zie verder). Groeit er echt veel mos in het gazon, dan kan dat beter verwijderd worden. Eventueel kan het mos eerst met een chemische mosdoder behandeld worden (ijzersulfaat of ijzerdinatrium EDTA – verkrijgbaar in de tuinwinkels). Daardoor zal het mos op korte termijn afsterven, waarna het gemakkelijk kan geverticuteerd worden. Ook zonder het mos eerst af te doden, kan het met een verticuteerhark of een verticuteermachine uitgekamd worden. Ga daarbij wel grondig te werk, want achtergebleven stukjes mos gaan opnieuw aan de groei.

Inzaaien of doorzaaien

Dat is gelukkig niet altijd nodig. Op plekken waar het gras verdwenen is (bijvoorbeeld oude molshopen of plekken waar het mos heel dik stond) kan in april-mei gras ingezaaid worden. Maak daarrvoor de grond oppervlakkig los met een hark, strooi voldoende graszaad over de losgemaakte aarde, hark de zaadjes voorzichtig in de grond en trap de aarde met de voet voorzichtig vast. Wanneer de hele grasmat er dunnetjes bij staat, kan het hele gazon beter doorgezaaid worden. Het ideale moment daarvoor is na het verticuteren, omdat de bodem door de verticuteermessen oppervlakkig is losgemaakt. Doorzaaien moet altijd gebeuren bij groeizaam weer (warm en voldoende vocht), zodat de kieming vlot verloopt en het vers gekiemde gras niet kan verdrogen. De grond moet daarom de eerste 4 weken vochtig blijven, indien nodig zal dus moeten gesproeid worden.

In de handel zijn speciale mixen met herstelgazon of doorzaaigazon te koop. Deze mengsels bevatten voornamelijk fijnbladig, snel kiemend raaigras, waardoor de open plekken in het gazon snel dichtgroeien en kiemend onkruid onderdrukt wordt. Reken op 2 kg zaad per 100 m².

Bemesting

Omdat bij iedere maaibeurt organisch materiaal (grasmaaisel) afgevoerd wordt, heeft het gazon wel degelijk behoefte aan een regelmatige bemesting. Zeker de echt fijne siergazons moeten regelmatig bemest worden om ze in optimale conditie te houden. Een goede voorjaarsbemesting zorgt voor een snelle groeiherneming van het gras en geeft het gazon vlug een mooie diepgroene kleur. In de handel zijn speciale gazonstart-meststoffen te koop. Die bevatten in verhouding tot de klassieke gazonmeststoffen een hogere dosis snelwerkende stikstof (N) om de hergroei te stimuleren. Als extra toevoeging bevatten ze vaak magnesium (Mg) of ijzer (Fe), die helpen bij het op kleur brengen van het gazon.

Onkruidbestrijding

Tot voor enkele jaren zou hier nu een uitgebreide opsomming volgen van een hele reeks gewasbeschermingsmiddelen. Nu kunnen we kort zijn: er zijn voor particulier gebruik geen middelen meer beschikbaar voor de bestrijding van onkruiden in gazons. Gelukkig heeft een goed onderhouden gazon weinig last van onkruiden. Een correcte pH, aangepaste bemesting en niet te kort maaien zorgen voor een gezonde en goed groeiende grasmat waarin onkruiden weinig kans krijgen om zich te ontwikkelen. Wie toch last heeft van woekerende onkruiden kan het best een beroep doen op een tuinaanlegger. Die kan de grasmat weer in goede conditie brengen en beschikt als professioneel gebruiker wel nog over de nodige middelen om indien nodig een behandeling uit te voeren met herbiciden.

Geert Brantegem