Startpagina Akkerbouw

Rol van teeltrotatie en bemesting op organischestofbalans

B3W, de begeleidingsdienst voor een betere bodem- en waterkwaliteit, organiseerde een uitwisselingsmoment over het organischestofgehalte in de bodem bij teler Xavier Desmet uit Wortegem-Petegem. Samen met hem gingen de B3W-begeleiders dieper in op de rol van teeltrotatie en bemesting om voldoende organische stof aan te voeren.

Leestijd : 4 min

Organische stof is de sleutel tot een klimaatrobuuste bodem. Bijgevolg is het op peil houden of opbouwen van het organischestofgehaltes in de bodem een uiterst belangrijke taak voor de land- en tuinbouwer.

De sleutel tot bodemvruchtbaarheid

Organische stof verhoogt de klimaatrobuustheid van de bodem door de fysische, chemische en biologische bodemvruchtbaarheid te verbeteren. Sinds 1990 worden echter dalende trends waargenomen in de organischestofgehaltes van de Vlaamse land- en tuinbouwbodems.

Om de huidige organischestofgehaltes in de bodem op peil te houden of terug op te bouwen, is het van belang om een voldoende aanbreng van vers organisch materiaal (bijvoorbeeld oogstresten en organische meststoffen) te voorzien, dat na mineralisatie en humificatie omgezet wordt tot organische stof.

Teler Xavier Desmet, uitbater van een gemengd landbouwbedrijf, vertelde ons hoe hij dit doet met behulp van een zorgvuldig gekozen teeltrotatie en een (aan)gepaste bemesting.

Rol van teeltrotatie en groenbemesters

Op zijn gemengd landbouwbedrijf verbouwt Xavier verschillende akkerbouwgewassen en groenten voor de industrie. Deze ruime combinatie aan teelten maakt het voor Xavier mogelijk om over de jaren heen een stabiele aanbreng van organische stof op zijn percelen te garanderen. Zo kiest Xavier er steevast voor om na teelten met een eerder lage organischestofaanbreng, waaronder aardappelen, teelten te verbouwen met een hoge organischestof-aanbreng, zoals wintertarwe. Ook streeft Xavier ernaar om, waar mogelijk, meerdere teelten binnen één jaar op zijn percelen te verbouwen en, belangrijker nog, voegt hij af en toe tijdelijk grasland aan de rotatie toe om extra organische stof aan te brengen.

Na de hoofdteelt zet Xavier maximaal in op groenbemesters. Zo had hij het perceel waar dit uitwisselingsmoment plaatsvond reeds klaargelegd voor de inzaai van een groenbemester, hoewel de tarwe nog maar enkele dagen geoogst was. Als groenbemester kiest Xavier voor mengsels waarin Japanse haver, gele mosterd of facelia gecombineerd worden. Dergelijke mengsels produceren meer boven- en ondergrondse biomassa dan enkelvoudige groenbemesters. Daardoor zal zowel de stikstofopname uit de bodem als de bijdrage van organische stof aan de bodem hoger zijn dan deze van een enkelvoudige groenbemester.

Gebiedstype

Een belangrijk probleem dat Xavier ervaart, is dat hij binnen de gebiedstypes waarin hij werkt, gebiedstype 2 en 3, de stikstofgebruiksruimte op zijn bedrijf moet inzetten voor de teelten die hij oogst. Daarom kan hij geen stikstof meer toedienen aan zijn groenbemesters na wintertarwe om de groei en ontwikkeling van de groenbemesters op gang te brengen. Om organische stof op te bouwen is nochtans een goede ontwikkeling van de groenbemester vereist.

Wetenschappelijk onderzoek uit 2020 bevestigt deze ervaring van Xavier en stelt dat een beperkte stikstofgift (max. 36 kg werkzame N per ha) na wintertarwe bijdraagt tot een betere ontwikkeling van de groenbemester en dus leidt tot een hogere organischestofaanvoer. Daarbij is het risico op een verhoogde stikstof-uitspoeling naar de omgeving klein. Een voorwaarde hierbij is wel dat de groenbemester onder goede omstandigheden en tijdig (voor 1 september) ingezaaid en bemest wordt, zodat deze zowel de stikstof die vrijkomt via mineralisatie als de extra toegediende stikstof kan opnemen.

Ook na late teelten zaait Xavier nog een groenbemester of nateelt in. Als groenbemester is de keuze door het late zaaitijdstip beperkt tot enkele grassen en granen, zoals Italiaans raaigras en rogge. Als nateelt kiest hij doorgaans voor een wintergraan na een nitraatgevoelige hoofdteelt, zoals aardappelen. Dit wintergraan brengt Xavier in voor zijn doelareaal vanggewassen in de vorm van een equivalente maatregel. Bij het inzaaien van een groenbemester of nateelt na een late teelt stelt Xavier wel vast dat het soms moeilijk is om deze op de vooropgestelde wettelijke datum in te zaaien, omwille van moeilijke rooi-omstandigheden van de hoofdteelt en/of de weersomstandigheden. Enige flexibiliteit zou de werkbaarheid en eventueel ook de ontwikkeling van de groenbemester of nateelt ten goede komen.

Rol van bemesting

Op zijn bedrijf houdt Xavier ook vleesvee. De stalmest die voortkomt van dit vleesvee rijdt hij uit op zijn eigen percelen en meer bepaald bij de teelten die een eerder lage organischestofaanvoer hebben zoals aardappelen en suikerbieten. Door zijn bemesting maximaal in te vullen met bedrijfseigen stalmest kan Xavier de benodigde organischestofaanvoer om de organischestofgehaltes op peil te houden nagenoeg altijd volledig invullen. Vaste mest heeft immers een veel hogere effectieve organischestofaanvoer (= de organische stof die 1 jaar na toediening nog overblijft in de bodem) dan drijfmest.

Gecertificeerde compost

Toch is de inzet van vaste mest, omwille van de beperking op de afzetruimte door de bemestingsnormen voor fosfaat, niet altijd voldoende om aan organischestofopbouw te doen. Een mogelijkheid die de B3W-begeleiders tijdens dit uitwisselingsmoment naar voor schoven is het gebruik van gecertificeerde compost. Deze compost brengt immers veel meer effectieve organische stof aan per eenheid stikstof en fosfor die zij bevatten dan vaste mest en drijfmest. Bovendien bevat gecertificeerde compost maar 15% werkzame stikstof.

Daarnaast moet als uitzonderingsmaatregel in de mestwetgeving slechts 50% van de fosforinhoud in rekening gebracht worden in de mestbalans. Zo breng je door de toepassing van bijvoorbeeld 30 ton groencompost per ha, 3,3 ton effectieve organische koolstof per ha aan, terwijl je slechts 31,5 kg werkzame N/ha en 42 kgP2O5/ha in rekening moet brengen.

Zelf de evolutie inschatten?

Wil je de impact van je huidige teelt-rotatie en bemestingsplan op de evolutie van het organischestofgehalte van je percelen beter in beeld krijgen, of wil je de impact van potentiële aanpassingen in je teelt- of bemestingsplan kunnen inschatten? Dat kan met behulp van de Demetertool.

Deze gratis onlinetool, die specifiek ontwikkeld werd voor de akkerbouw en groenteelt, berekent aan de hand van het ingegeven teelt- en bemestingsplan hoe het organische- stofgehalte op lange termijn zal evolueren. Daarnaast geeft deze tool ook inzicht in hoe de fosfaatbalans op perceelniveau zal wijzigen en formuleert de tool een stikstofbemestingsadvies voor de eerstgenoemde teelt op basis van de stikstofbalansmethode.

Stany Vandermoere – B3W

Lees ook in Akkerbouw

Prijs van sojabonen is terug stijgend

Economie In Brazilië is intussen 60% van de sojabonen geoogst. Als de lagere productievoorspelling van het Conab er uitkomt en als de Chinezen terug meer importeren, dan lijkt er nog weinig ruimte voor prijsdaling.
Meer artikelen bekijken