Startpagina Tuin

Braambes en framboos: volop genieten!

Frambozen zijn hip: frambozenijs, frambozenbier, frambozenlikeur, frambozenyoghurt, frambozenvinaigrette, frambozenkoeken, frambozenconfituur… En terecht! Frambozen zijn superlekker, keigezond en geven kleur aan ieder gerecht waarin ze gebruikt worden. De braambes mag dan wat minder populair zijn, ook deze heerlijke vrucht is lekker en gezond. Redenen genoeg om dit koningskoppel eens in de bloemetjes te zetten.

Leestijd : 5 min

Het geslacht Rubus, waarvan zowel de braambes als de framboos deel van uit maken, behoort tot de familie van de Rosaceae en is dus verwant aan de appels, peren, aardbeien en rozen. Het geslacht Rubus omvat een 600-tal soorten maar als we alle hybriden, kruisingen en variëteiten meetellen, groeit dit aantal tot meer dan 3.000. De meeste soorten uit het geslacht Rubus zijn winterharde, rechtopgroeiende of kruipende, bladverliezende struiken waarvan de vaak rankende takken meestal voorzien zijn van stekels.

Framboos (Rubus idaeus)

Frambozen zijn niet alleen lekker maar door hun hoog gehalte aan mineralen, vitaminen en antioxidanten ook zeer gezond. Ze hebben een bloedzuiverend effect en door de aanwezige appel- en citroenzuren smaken de bessen aangenaam zurig. Frambozen zijn op hun lekkerst als ze onmiddellijk na het plukken worden gegeten; ideaal dus als men zelf enkele struiken in de tuin kan aanplanten.

Frambozenstruiken zijn het meest veeleisend wat betreft de standplaats maar mits de nodige zorgen, geven ze ook op minder geschikte gronden een overvloedige oogst. Ideaal is een zware tot halfzware, losse en humusrijke bodem met een lichtzure pH (5,5 – 6). Een te hoge pH-waarde zorgt voor ijzer- en mangaangebrek waardoor de bladeren hun frisgroene kleur verliezen en gelig worden. Frambozenstruiken mag men dus nooit bekalken. Lichtere gronden moeten aangerijkt worden met goed verteerde stalmest of compost. Potgekweekte stuiken kunnen, bij gunstige groeiomstandigheden van september tot mei aangeplant worden.

Uitlopers met blote wortel worden best in het najaar aangeplant, zo gaan ze in het voorjaar onmiddellijk aan de groei en kunnen nog in hetzelfde seizoen de eerste vruchten worden geoogst. Zeker op lichte gronden moet de bodem rond de struiken afgedekt worden met een mulchlaag en een extra gietbeurt krijgen bij droogte tijdens het groei- en vruchtseizoen. Wanneer meerdere struiken worden aangeplant kan dit best gebeuren in een rij met een tussenafstand van ongeveer 40 cm. Om te vermijden dat de lange, buigzame takken openvallen kan men zo'n “frambozenhaag” best langs beide kanten voorzien van een eenvoudig draadgeraamte (enkele palen met tussengespannen draden).

Snoei en soorten: frambozen worden ingedeeld in zomer- en herfstframbozen (remontante of tweemaal dragende soorten). Bij zomerrassen worden de afgedragen vruchttakken dicht boven de grond weggeknipt als alle bessen geoogst zijn. Op hetzelfde moment worden alle zwakke, te dicht staande nieuwe loten weggeknipt zodat per struik (of in het geval van hagen per lopende meter) maximum 15 twijgen overblijven. Herfstframbozen kunnen op dezelfde manier worden gesnoeid. Ze dragen dan in de zomer (juni) een eerste keer (kleinere) bessen en in de herfst (vanaf eind augustus tot de eerste vorst) een tweede keer minder, maar grotere bessen. Beter is het om deze soorten in het voorjaar (maart) volledig terug te snoeien tot kort boven de grond. Op die manier dragen ze veel en grote bessen vanaf half augustus tot laat in het najaar. Om de twee jaar worden scheuten die te ver van de oorspronkelijke struik groeien best met de spade uitgegraven om verwildering te voorkomen.

Goede zomersoorten zijn o.a. ' Schönemann' : een late, rijk dragend ras met kleine dofrode bessen, 'Malling Delight' : een vroeg ras met zeer grote en erg lekkere (kwetsbare) vruchten, 'Golden Everest' : een matig vroeg ras met vrij kleine bessen die geel van kleur zijn.

Goede herfstsoorten zijn o.a. 'Autumn Bliss' : beste ras voor warme zonnige groeiplaats met grote, makkelijk te plukken, donkerrode, smakelijke bessen, 'Golden Bliss' : zelfde ras als vorige maar met gele bessen, 'Heritage' : een erg productief ras met kleinere, helderrode bessen, ‘ Polka’ : sterk groeiend ras met een met een hoge productie van opvallend grote, lekkere bessen.

Braambes (Rubus fructicosus)

Wie heeft geen herinneringen aan vers geplukte bramen uit een braamstruweel langs de rand van de wandelweg tijdens een late zomerwandeling. Misschien niet meteen de ideale stuik om aan te planten in de tuin hoor ik u denken. Gelukkig zijn er nu goede variëteiten verkrijgbaar zonder de typische stekels, met grote, smakelijke bessen en die mits een aangepaste snoeiwijze en een draadgeraamte ook in de 'eetbare' tuin toepasbaar zijn.

Bramen groeien graag op een plaats met veel zon en die beschut is tegen wind en vorst. In tegenstelling tot de framboos stellen ze weinig eisen aan de bodemgesteldheid en groeien ze zelfs probleemloos op licht, zanderige gronden. In koude winters (-15° C) kunnen de rankende takken bevriezen, waarna een jaar volgt zonder oogst. Vanuit de harttak worden dan nieuwe ranken gevormd die het volgende jaar opnieuw vruchten geven. De soorten met stekels worden best op 4 m van elkaar geplant, bij doornloze soorten is 2 m voldoende.

Snoei en soorten: een goed uitgevoerde snoei is onontbeerlijk om de sterke groei van de braamstruik in goede banen te leiden. In het voorjaar ontstaan talloze nieuwe scheuten vanuit de wortelstok. Al deze scheuten dienen, op zes krachtig groeiende scheuten na, verwijderd te worden. De zes resterende scheuten moeten links en rechts aan de draden van het draadgeraamte aangebonden worden. Heel belangrijk om de struik binnen de perken te houden is de zomersnoei vanaf eind juni tot het begin van de herfst. Hierbij worden alle nieuwe scheuten die zich ontwikkelen uit de bladoksel van de 6 vruchtscheuten regelmatig ingekort tot 30 à 40 cm (2 à 4 ogen). Op deze ingekorte loten ontstaan in het volgende jaar grote bloeiwijzen en grote trossen met grote smakelijke vruchten. De wintersnoei gebeurt in het voorjaar na de ergste vorstperiode. Hierbij worden alle afgedragen ranken van het vorige jaar tot diep tegen de grond weggesneden. Door zo rigoureus te snoeien kan men afhankelijk van het weer en de soort vanaf juli tot eind september genieten van de grote, smaakvolle vruchten.

Goede tuinvariëteiten zijn o.a. 'Thornfree' : een middenvroege, zeer krachtig groeiend ras, met een rijke regelmatige opbrengst, 'Navaho' : een ras met een lange oogstperiode (begin augustus – eind september) met een eerder compacte groeiwijze en weinig vatbaar voor ziekten.

De oogst van de zomerframbozen zit er al een tijdje op maar de herfstframbozen en de braambes komen nu volop in productie. Bij de herfstframboos kan de oogst nog doorgaan tot diep in de herfst. Smakelijk.

G.B.

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken