Startpagina Actueel

Ammoniakemissie houdt aandacht gaande

Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) doet inspanningen om een zo goed mogelijk en correct wetenschappelijk beeld te krijgen van de uitstoot van landbouwbronnen. ILVO wil die uitstoot helpen verminderen. De resultaten kunnen worden meegenomen in de berekening van de emissie-inventaris van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).

Leestijd : 3 min

Dat antwoordde minister voor Leefmilieu Zuhal Demir (N-VA) vorige week in de commissie Landbouw van de Vlaamse regering op een vraag van volksvertegenwoordiger Tinne Rombouts (cd&v). De interpellante wilde van de minister meer uitleg over een recent artikel over een actuele (Chinese) studie in Nature Communications over de bijdrage van verbrandingsgerelateerde bronnen aan ammoniakemissies.

Mest

Het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature Comunications stelt dat lang verondersteld werd dat emissies uit mest de belangrijkste bijdrage leverden aan de totale ammoniakemissies. Nu blijkt dat de bijdrage van verbranding veel hoger ligt dan verwacht. Het gaat om emissies uit verbranding van kool maar ook dieselvoertuigen met selectieve katalytische of non-katalytische reductie van NOx door middel van ammoniak, de zogenaamde AdBluesystemen.

Rombouts leest in de studie dat de bijdrage van ammoniak uit verbranding over een aandeel van 44 % gaat. De Vlaamse Milieumaatschappij rekent 95 % toe aan de landbouw wat een wezenlijk verschil is.

Methodieken

Navraag bij ILVO, de VLM, de VMM en VITO leerde minister Demir dat de VMM de ammoniakemissie per bron en per sector met opsplitsing naar verbranding en procesemissie grotendeels inschat op basis van methodieken zoals beschreven in de Europese richtlijnen. Voor luchtverontreinigende stoffen, waaronder ammoniak, worden deze beschreven in het EMEP/EEA (air pollutant emission inventory) Guidebook. Deze methodieken maken gebruik van activiteitendata en rekenfactoren. De kwaliteit en de volledigheid van de emissie-inventaris wordt jaarlijks geaudit door een internationaal ‘expert review team.’ “De bijdrage van de landbouw in Vlaanderen aan de totale ammoniakemissie – verduidelijkt Demir – wordt op deze manier beraamd op 95 % in 2020.” Deze bijdrage ligt in de lijn van wat andere Europese landen rapporteren in het kader van EMEP. Dat is tussen de 80 en 99 % in 2020.

Vertrouwen

Minister Demir zegt dat ze meer vertrouwen heeft in onze eigen onderzoeken en die van de andere Europese landen dan in de Chinese studie. Zij verwijst naar de isotopentechniek die in de Chinese studie in Nature Communications enkel gebruikt wordt in het kader van fundamenteel procesonderzoek. Ze verschilt grondig van de door de VMM en andere Europese landen gehanteerde emissie-inschatting op basis van activiteitendata en rekenfactoren. De resultaten kunnen volgens haar daarom niet zomaar met elkaar vergeleken worden.

Minister Demir zegt geen uitspraken te kunnen doen over de mogelijke ammoniakuitstoot door verbrandingsprocessen volgens de methodiek van de Chinese studie. De VMM voert momenteel geen metingen uit van de natuurlijke aanrijking van stabiele stikstofisotopen in atmosferische ammoniak of ammonium. Bij uitbreiding zijn geen meetgegevens uit Vlaanderen of België bekend over de isotoopsignatuur van atmosferische ammoniak.

ILVO geeft aan dat ook zij niet vertrouwd zijn met de specifieke methode toegepast in de Chinese studie, met name de toewijzing van de ammoniakuitstoot aan verschillende bronnen op basis van de isotopenverhouding van de stikstof in de ammoniak.

Geen garantie

Demir zegt dat het feit dat het artikel in Nature werd gepubliceerd kan gezien worden als een kwaliteitslabel maar dat dit geen garantie biedt. Ze vraagt zich af of de getrokken conclusie voor Europa ook specifiek opgaat voor een regio zoals Vlaanderen met veel intensieve landbouw. De minister merkt op dat de auteurs in de studie zelf een aantal onzekerheden benoemen. Experten van ILVO en de VMM bevestigen deze onzekerheden.

Zuhal Demir stelt vast dat er in deze studie voor Europa opvallend minder data beschikbaar is. Een auteur van de studie antwoordde ILVO dat er inderdaad meer observaties nodig zijn om de validiteit van de resultaten te verzekeren. Een aantal specifieke bronnen van ammoniak uit verbrandingsbronnen, zoals kolenverbranding en natuurbranden, zijn in Vlaanderen bijvoorbeeld niet of nauwelijks aanwezig.

Om een zo correct mogelijk wetenschappelijk beeld te krijgen van de uitstoot van landbouwbronnen loopt er bij ILVO onder meer een onderzoek naar het monitoren van ammoniakemissies op stalniveau. Daarop inzetten levert een verfijnder beeld van de emissies van landbouw. Landbouwers kunnen daardoor ook aantonen dat hun inspanningen om hun uitstoot te beperken resultaat hebben. Ook binnen de referentietaken zet ILVO in op de validatie van emissiefactoren van verschillende stalsystemen.

Fons Jacobs

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken