Startpagina Wetgeving

Wijzigingen aan VLIF-regelgeving in de periode 2023-2027

Eind vorig jaar werd het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) door Europa goedgekeurd. Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) is een relevant onderdeel binnen het GLB en kent een aantal belangrijke wijzigingen, enerzijds wat betreft de algemene toepassingsvoorwaarden, maar ook de praktische kant verandert.

Leestijd : 4 min

Hoewel alle info nog onder voorbehoud is, omdat de Vlaamse regering dit nieuwe GLB nog niet goedkeurde en omdat 2 natuurverenigingen een Europese procedure hebben ingesteld, kan je toch beter nu al rekening houden met deze nieuwe spelregels (n.v.d.r. het nieuwe GLB werd intussen door de Vlaamse regering goedgekeurd). We sommen de belangrijkste zaken op.

Algemene toepassingsvoorwaarden

Over de algemene toepassingsvoorwaarden waaraan men moet voldoen om toegang te krijgen tot VLIF-steun, kan men stellen dat deze sterk vereenvoudigd worden. Het minimaal netto belastbaar inkomen uit het landbouwbedrijf van 12.000 euro en hetzelfde maximum buiten het bedrijf valt weg. Ook de beperking van maximale omzet van 10% uit niet-landbouwactiviteiten zal geen probleem meer vormen. Wel moet gewezen worden op de – algemeen – verstrengde omschrijving van GLB-actieve landbouwer, waarbij onder andere minimum één derde van je bedrijfsomzet uit landbouwactiviteiten moet komen met een minimum verdiencapaciteit van 20.000 euro (in plaats van 7.500 euro binnen het ruimere GLB). De uitsluiting van bedrijven met een hoger brutoresultaat dan 800.000 euro behoort ook tot het verleden.

Investeringssteun

Wat betreft de marktconformiteit, was er al heel wat te doen in het laatste kwartaal van 2022. Er werd toen immers beslist dat men voor investeringen waar geen normbedrag voor gekend is, minimaal 3 offertes en doorgaans de goedkoopste moet kiezen. In de nieuwe regelgeving zou men dit grotendeels willen oplossen door steun te geven op basis van marktconforme prijzen die door het VLIF zelf verzameld zijn: namelijk door de procentuele steun te geven op een bepaald vast bedrag. Is jouw investering duurder dan het vooropgestelde bedrag dat marktconform lijkt, dan zal je geen steun krijgen op het teveel. Voor bepaalde investeringen waar werken met vaste bedragen niet mogelijk is, zoals bijvoorbeeld binnen verbreding of ‘overige’ posten, zal men nog altijd offertes vragen.

Verder is het de bedoeling om te werken met een maximaal subsidiebedrag in plaats van een maximaal investeringsbedrag. Met andere woorden het maximale bedrag van 1.350.000 euro voor 2015-2022 wordt vervangen door een maximum subsidiebedrag van 300.000 euro per bedrijf. Op die manier zal het niet direct meer uitmaken wat het steunpercentage is als men het volledige bedrag uiteindelijk gebruikt: een hoger steunpercentage betekent dat men dit bedrag sneller ‘opgebruikt’.

Praktisch zal bijvoorbeeld investeringssteun nog altijd per kwartaal kunnen gevraagd worden, maar zijn er geen beperkingen meer op het aantal aanvragen per jaar en wordt er niet meer gewerkt met herkansingen. Het is dus mogelijk om elk kwartaal een aanvraag in te dienen en om de investeringen uit een codelijst te kiezen. Deze lijst is nog niet bekend bij het schrijven van dit artikel. Na de blokperiode kan men meteen starten met de uitvoering van de investering, zonder de selectie af te wachten (maar dan ben je wel niet meer in de mogelijkheid om een nieuwe poging te wagen). Wel moet dan binnen de 2,5 maanden de start van de werken kunnen aangetoond worden, terwijl dit voorheen binnen de 5 maanden verplicht was.

Overname- en opstartsteun

De bovenstaande titel verraadt hier al een belangrijke wijziging: niet enkel kan er in de toekomst steun ontvangen worden voor de overname van een bedrijf, maar ook voor de opstart van een nieuw bedrijf. Ook is er hogere steun mogelijk indien men een hogere verdiencapaciteit op het bedrijf haalt: de hoogste schijf bedraagt een forfaitaire steun van 100.000 euro. Verder wijzigen ook een aantal praktische modaliteiten: de steun moet aangevraagd worden binnen de 24 maanden na de overname (vroeger: vóór overname) en, terwijl dit vroeger elke maand kon, gaat het nu ook om een periodieke blokperiode per kwartaal. Ten slotte moet hier vooral gewezen worden op de gewijzigde toelatingsvoorwaarden die de belangrijkste wijzigingen omvatten.

Er is vandaag al een aparte tegel in het loket zichtbaar voor aanvragen vanaf 2023 en aanvragen die vallen onder het vorige GLB tot 2022, aangezien deze laatste (dus oudere investeringen) nog moeten blijven voldoen aan de oude wetgeving. Dit zorgt er ook voor dat het belangrijk blijft om ook de voormalige regeling indachtig te houden: voor investeringssteun bijvoorbeeld moet men tot 5 jaar na uitbetaling blijven voldoen aan de voorwaarden, ook al is de regelgeving voor nieuwe investeringen gewijzigd!

Heb je hulp nodig bij de VLIF-aanvraag of de opvolging van het VLIF-dossier, aarzel niet om contact te nemen via info@dlv.be of via het gratis nummer 0800 90 910.

Delphine Kimpe, DLV

Lees ook in Wetgeving

Meer artikelen bekijken