Startpagina Wetgeving

Joris Relaes: “Landbouw is een buitenbeentje”

Op Radio 1 was in het programma ‘De Ochtend’ Joris Relaes, administrateur generaal voor het ILVO, te gast. Vanuit wetenschappelijke hoek geeft hij het publiek uitleg waarom het zo moeilijk is de belangen van natuur en landbouw met elkaar te verzoenen.

Leestijd : 4 min

De stikstofdiscussie zit nog altijd vast. De Vlaamse regering haalde de deadline niet. Ten laatste vrijdag 3 maart ziet Jan Jambon, minister-president van de Vlaamse Regering, als de nieuwe deadline. Of dat zal lukken is nog maar de vraag, want minister voor Landbouw Jo Brouns en minister van Omgeving Zuhal Demir staan in deze kwestie al geruime tijd lijnrecht tegenover elkaar, en het ziet ernaar uit dat dit niet op een week wordt opgelost.

Of er nog een compromis mogelijk is, zou nog moeten blijken omdat er inhoudelijk opties zijn om standpunten dichter bij elkaar te krijgen. Probleem is de stikstofdrempel: cd&v wil die gelijktrekken voor industrie en landbouw, N-VA wil dat niet. Op Radio 1 werd benadrukt dat er tussenopties zijn, maar dat de stellingenoorlog roet in het eten gooit. Voor verduidelijking in de kwestie werd Joris Relaes, Administrateur-Generaal van het ILVO, uitgenodigd.

Landbouw is een buitenbeentje

Relaes: “Landbouw is een buitenbeentje. Zowel op ecologisch als economisch vlak bestaat er geen gelijkaardige sector. Het is ook de enige sector die werkt met levend materiaal, daarom hebben landbouwers te maken met risico’s zoals plantenziekten en slecht weer. Momenteel zijn landbouwers bezig met de voorjaarsbemesting, maar ze moeten blind varen want ze kunnen het weer niet voorspellen. Toch moeten ze dat weten omdat er mest kan uitspoelen naar de omgeving.”

Belangrijke factor is daarom de bodem. Relaes geeft aan dat daar de grote moeilijkheid ligt. “Nog niet alles is geweten. En biologische processen vatten in wetgeving is moeilijk.”

Marktmacht

De bedoeling is dat er minder residuen naar de omgeving gaan. Zowel landbouw als andere sectoren moeten maatregelen nemen. Relaes geeft aan dat de landbouw zeker duurzamer wil worden, en dat er al veel vooruitgang is geboekt. “Er is nog wel een hele weg af te leggen. Toch vergelijk ik wel met andere sectoren. In andere sectoren is er sprake van meer marktmacht, de bedrijven zijn vaak groter en betekenen daarom meer in de markt. Ze kunnen investeringen naar milieu toe doorrekenen in de prijs. In de landbouw zijn er wel wat kleine bedrijven. Die hebben geen marktmacht en hebben het daarom moeilijk om extra investeringen door te rekenen.”

Complexe problemen

De landbouw heeft niet alleen te kampen met de stikstofproblematiek, er zijn ook andere complexe zaken gaande zoals het klimaatprobleem. “Als je het klimaatprobleem wil oplossen merk je dat je botst op tegenstrijdigheden. Een voorbeeld komt vanuit het mestbeleid. De Europese Commissie adviseert opslag van mest, zodat je kan uitrijden wanneer nodig. Echter vanuit klimaatoogpunt is dat net hetgene dat je niet moet doen want zo creëer je methaan.”

Relaes geeft aan dat het zo moeilijk is om richting te geven aan landbouwers. Toch gelooft hij dat landbouw en natuur te verzoenen is. Het is bijvoorbeeld niet meer opportuun om altijd te streven naar het maximale zoals een maximale opbrengst. “We moeten werken naar een optimaal proces. Vroeger wilden landbouwers maximale opbrengsten zonder rekening te houden met milieu en natuur. Nu moeten we daar wel rekening mee houden. Dat vergt aanpassingen, maar ik geloof dat dat kan. Het is zoeken naar een gepast beleid. De landbouw heeft al heel wat crisissen overleefd, zoals de dioxinecrisis, terwijl men dacht dat de landbouw ten dode was opgeschreven.”

Technologieën en basiskenmerken landbouw

De administrateur-generaal geeft aan dat de weg naar meer duurzaamheid en minder stikstof moet via technologie en het teruggrijpen naar de basiskenmerken in de landbouw. “Het is belangrijk om de natuurlijke processen onder de knie te krijgen. Zo werkt ILVO bijvoorbeeld aan kleine robots die onkruid wieden. We werken ook met drones, en die koppelen we aan slimme machines om gericht te bemesten of te irrigeren, en zo te besparen op mest en water.”

Financieel is dat volgens Relaes nog moeilijk te vertalen naar de praktijk vanwege de prijs die de landbouwer krijgt voor zijn producten. “Maar daar is ook verbetering in, technologieën worden op termijn betaalbaarder. Er zijn nu al loonwerkers die bepaalde technologieën gebruiken. Ook andere niet-technologische methoden kunnen. Zo kan men de maïsteelt met bonen combineren. Bonen zorgen voor eiwit, en zo is er minder eiwit van soja nodig dewelke we normaal invoeren.”

Al de duurzaamste ter wereld

Ondanks al de problematiek benadrukt Relaes dat Belgische en Nederlandse landbouw tot één van de duurzaamste ter wereld behoort. Zo wordt in Amerika af en toe gerefereerd naar Europa als het gaat om onze landbouwtechnieken. “We hebben hier echter het probleem dat de omgeving versnipperd is, dus we moeten meer moeite doen om natuur en landbouw te verzoenen. Het is niet gemakkelijk maar we moeten proberen om van de situatie nu te leren, en van de nood een deugd te maken.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Wetgeving

Meer artikelen bekijken