Startpagina Actueel

Gent wil evolueren naar een stadsgerichte en duurzame landbouw

Als tweede stad in Vlaanderen, na Aalst, stelde Gent op 22 mei zijn landbouwvisie voor op de CSA De Goedinge en de Beelaerthoeve in het Gentse dorp Afsnee. De landbouwvisie sluit aan op de voedselstrategie van de stad en legt enkele accenten. “Zelfvoorzienend inzake voeding zal Gent niet meer worden, maar we willen wel evolueren naar een stadsgerichte en duurzame landbouw”, zegt schepen van Natuur, Klimaat en Wonen Tine Heyse (Groen).

Leestijd : 5 min

Bij Gent denken velen aan in de eerste plaats aan scholen, winkelstraten en haventerreinen, maar de Arteveldestad telt nog steeds 137 landbouwers, van wie er 79 landbouw als (hoofd)beroep hebben. In totaal bewerken die in de stad zowat 3.130 ha grond en dat is afgerond 20% van het Gentse grondgebied. Er zijn 2 kernen inzake landbouw: in het noordoosten (Mendonk, Desteldonk, ..) van de stad en in het zuidwesten (Afsnee, Drongen, Zwijnaarde, …).

Grasland domineert

Het grootste deel van het landbouwgebied wordt gebruikt als grasland, dat goed is voor 53% van het totaal. Dat is opvallend meer dan in de rest van Vlaanderen, waar het gemiddelde op 33% ligt. Dat komt door de 2 grote riviervalleien (Schelde en Leie) en kleinere beekvalleien op Gents grondgebied.

Met het vele grasland wordt in de Gentse landbouw dan ook vooral melk- en vleesvee gekweekt. Op grofweg één derde van de Gentse landbouwoppervlakte wordt veevoer geteeld. Tuinbouwbedrijven gebruiken slechts 2,1% van het Gentse landbouwoppervlak, maar deze sector genereert wel een hoge opbrengst per ha. Voorts zijn er akkerbouw van aardappelen, graan en fruit. Professionele kippenbedrijven zijn er niet in Gent. Wijnbouw, agroforestry en CSA-boerderijen (community shared agriculture) zijn relatief nieuw in het Gentse landbouwlandschap.

Gentse boer is jonger dan gemiddeld

“Een opvallende vaststelling is dat de Gentse landbouwer gemiddeld een heel stuk jonger is dan in de rest van Vlaanderen. Een duidelijke verklaring is daar niet voor”, zegt schepen Heyse. Ze wijst er bovendien op dat de Oost-Vlaamse stad regelmatig nieuwe landbouwbedrijven mag verwelkomen.

“De voedselstrategie van Gent is inmiddels 10 jaar oud. Met die voedselstrategie hebben we onder meer al gewerkt rond het wegwerken van voedseloverschotten, het vergroten van het vegetarische en biologische aanbod en de korte keten. We raakten al vaak aan de landbouw, maar een duidelijke landbouwvisie ontbrak nog”, stelt de schepen.

Stimulerend beleid

De landbouwvisie wordt vertaald in een stimulerend beleid. “Actieve landbouwers steunen we in het omvormen van hun bedrijfsvoering naar duurzame en stadsgerichte landbouw. Tegelijk willen we starters kansen bieden om te experimenteren met innovatieve landbouwmodellen”, zegt Heyse.

Ze zegt voorts dat ze kwaliteitsvolle landbouwgronden maximaal wil vrijwaren voor professionele en duurzame landbouw. “Als we bij een actieve landbouwer grond innemen, doen we er alles aan om die inname met gelijkwaardige terreinen te compenseren.”

Net als in heel wat voedselstrategieën van steden en gemeenten staan er in de Gentse landbouwvisie vooral ambities, doelstellingen en richtingen en weinig concrete acties. “Meer concrete acties volgen nog, maar eerste was er een visie nodig als kapstok”, stelt Tine Heyse.

Inzake concrete acties verwijst Heyse naar subsidies voor landbouwers die bloemenranden aanleggen of die in transitie gaan. Om de zomerdroogte tegen te gaan worden in en rond het Gentse Stadsbos stuwtjes aangelegd op beken. Tegen de zomer worden een aantal nieuwe testprojecten geselecteerd. Eén denkspoor is om – op aangeven van ABS – kikkererwten voor de stad te gaan telen.

Boer moet zijn boterham kunnen verdienen

“Als stad gaan wij voor een stadsgerichte landbouw die op een duurzame manier voedsel produceert, een landbouw die goed is voor de planeet en die tegelijk goed is voor de boer, zodat die goed zijn boterham kan verdienen. We kunnen geen duurzame voedselproductie realiseren zonder boeren. Ik maak daarbij geen onderscheid tussen ‘goede’ en ‘slechte’ boeren”, stelt Heyse.

“Als stad zijn wij op wereldschaal maar een kleine speler. Invloed op de voedselprijzen hebben we niet. Waar we wel mee aan de slag kunnen, is het gegeven dat wij een grote groep consumenten verzamelen en vooral het ruimtelijke beleid en de vergunningen. Het OCMW van Gent is in de landbouw een grootgrondbezitter, met zowat 1.600 ha in eigendom. Dat is niet enkel in Gent, maar 75% van die gronden ligt in Gent of tot maximaal 10 km buiten de stad.”

“Ik zie die gronden in de buurgemeenten als strategisch voor onze stadsgerichte landbouw, zodat ons beleid niet stopt aan onze ruimtelijke grens. De gronden van het OCMW die pachtvrij zijn, kunnen ingezet worden voor experimenten en testcases.”

Moratorium verlengd

“Het moratorium op de verkoop van landbouwgrond door het Gentse OCMW is verlengd tot het einde van deze legislatuur. Wat er met dat moratorium gebeurt in de volgende legislatuur, is nog koffiedik kijken. Als je enkel kijkt naar het financiële en niet naar het beleid dat je wil realiseren, zie je voor die gronden immers een relatief laag pacht-rendement tegenover een interessante verkoopprijs, omdat er zoveel gegadigden voor zijn.”

“Net als in de rest van Vlaanderen hebben ook in Gent landbouwers te lijden onder de klimaatverandering. Met onze visie willen wij hen helpen om hen weerbaarder te maken tegen de klimaatverandering en tegelijk de impact daarvan beperken”, zegt Heyse nog.

“Als stad doen we al inspanningen voor duurzaam voedsel. In het stedelijke onderwijs vormen de warme middagmaaltijden een enorm volume. In de overheidsopdrachten die we uitschrijven voor deze schoolmaaltijden hebben we al bio kunnen opnemen. Verplichten dat voedsel ‘lokaal geproduceerd’ wordt is juridisch een stuk moeilijker omdat elke producent en leverancier een gelijke kans moet hebben om in te schrijven voor zo’n opdracht”, zegt Heyse.

Boeren nu niet in bio duwen

Paul Cerpentier van ABS mocht bij de voorstelling van de Gentse landbouwvisie een beetje tegengas geven. “Er is geen enkele boer die niet duurzamer wil werken, maar tegelijk moet dat een vrije keuze blijven die de landbouwer zelf maakt. Transitie vergt tijd en gaat soms op het tempo van afschrijvingen, terugbetalingen van leningen en het verkrijgen van vergunningen. Het is vandaag misschien niet het juiste moment om landbouwers in de richting van bio te duwen, nu de afnameprijzen van bioproducten gekelderd zijn. Daar kan je nu geen verdienmodel op bouwen”, stelt Cerpentier.

In dat laatste wordt Cerpentier bijgetreden door de jonge landbouwer Steven De Roo van de Beelaerthoeve uit Afsnee. Die was een paar jaar geleden begonnen om zijn melkveebedrijf om te schakelen naar bio, maar heeft die transitie niet afgewerkt. “Pas als er meer vraag is, als de consumenten overtuigd zijn en meer bioproducten kopen tegen een prijs die interessant is voor de boer, zullen de producenten automatisch volgen. Wij hebben gekeken naar verschillende opties, ook naar de korte keten, maar in tijd en financieel is dat voorlopig geen oplossing voor mijn bedrijf”, stelt De Roo.

De Roo is net als wel meer Gentse landbouwers afhankelijk van de gronden van het Gentse OCMW. “Van de 65 ha die ik bewerk is er 50 ha die ik pacht van het OCMW. Als die pacht zou wegvallen, kan ik de boeken toedoen", geeft de jonge boer toe.

Filip Van der Linden

Lees ook in Actueel

Biowanze schept duidelijkheid over herkomst van tarwe

Granen Biowanze wilt duidelijkheid scheppen over foutieve informatie die circuleert over de herkomst van tarwe die ze in hun vestiging in Wanze gebruiken. Hierom informeerden ze landbouworganisaties en pers met een informatiedocument midden april.
Meer artikelen bekijken