Startpagina Varkens

Vrijloopkraamhokken: iets voor elke varkenshouder?

In het project Boerenvreugde in West-Vlaamse kraamstallen van DGZ en Inagro staan optimale prestaties van zeugen en biggen centraal. In het kader daarvan worden innovatieve technieken bij kraamstalmanagement onder de loep genomen, waaronder vrijloopkraamhokken. Om varkenshouders kennis te laten maken met de voor- en nadelen van loslopende zeugen, organiseerde DGZ samen met Inagro een uitstap naar De Zeugjeshoeve.

Leestijd : 7 min

De moderne zeugenhouder staat, samen met vele andere veehouders, voor grote uitdagingen. Zo zijn onder andere de stikstofwetgeving, milieuproblematiek en het antibioticabeleid actuele thema’s. Ook dierenwelzijn hoort daar bij. Zo heeft Europa plannen om op termijn het houden van dieren in kooien volledig te verbieden. Dit betekent dat ook zeugen in de kraamstal vrij zullen moeten kunnen rondlopen.

Op verschillende manieren

Hoewel nog maar weinig varkenshouders vertrouwd zijn met het concept van vrijloopkraamhokken, overwegen verschillende onder hen wel om ernaar over te schakelen bij eventuele nieuwbouw of verbouwing. Er bestaan verschillende manieren om je stal hiernaar in te richten. Vandaar dat de projectpartners het belangrijk vonden om de voor- en nadelen te belichten van de verschillende manieren om loslopende zeugen mogelijk te maken.

Omdat Bart Engels van de Zeugjeshoeve in Evergem al enkele jaren ervaring heeft met vrijloopkraamhokken, beslisten Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en Inagro om bij hem inspiratie te halen in het kader van het Boerenvreugde-project. Achttien varkenshouders schreven zich in om deel te nemen aan de uitstap. Velen onder hen speelden, al dan niet concreet, al met het idee om over te schakelen, maar iedereen was vooral erg benieuwd naar de ervaringen met de vrijloopkraamhokken.

Bij aankomst op de Zeugjeshoeve, loodste Bart de groep direct mee naar de carport, van waaruit de nieuwsgierigen door het raam al een eerste blik konden werpen op de kraamhokken. Daarna nam hij iedereen mee naar de vergaderruimte boven de kraamstallen, van waaruit je er een prachtig zicht op hebt. het was dus een ideale locatie om meer te weten te komen over zijn systeem.

Leren uit de ervaring van anderen

Bart vertelde dat hij 6 jaar geleden bij het plannen van de bouw van een nieuwe kraamstal eerst van plan was om te werken met balanskooien voor de zeugen. Onder invloed van het Beter Leven Keurmerk wijzigde Bart uiteindelijk zijn plannen en koos hij voor vrijloopkraamhokken. Hierbij kwam ook de omschakeling van een vier- naar een driewekensysteem.

Omdat het concept van vrijloopkraamhokken voor Bart helemaal nieuw was en er heel wat mogelijkheden bleken te bestaan, ging hij op verschillende plaatsen informatie inwinnen. Zo kwam hij onder andere bij het Brummelhuis in Nederland terecht, waar hij veel geleerd heeft over hun aanpak. Op basis van de informatie die hij daar kreeg, installeerde Bart in eerste instantie 6 vrijloopkraamhokken op zijn bedrijf.

Dit leverde Bart heel wat extra inzichten op, waardoor hij betere keuzes kon maken bij het installeren van de 300 vrijloopkraamhokken die zijn bedrijf nu telt. En zo had Bart al een eerste tip voor de aanwezigen: leer uit de ervaring van anderen en informeer je goed. Met die info kun je eerst een beperkt aantal hokken testen, zodat je op basis van die ervaringen het systeem kan aanpassen naar je eigen noden en naar die van je bedrijf.

Kies de juiste zeug

Voor zeugen in vrijloopkraamhokken is het vooral van belang dat ze een goed beenwerk en goede moedereigenschappen hebben, dat ze rustig gaan liggen, dat ze makkelijk handelbaar zijn voor de varkenshouder en dat ze vlot werpen. Om dit te bekomen, worden op veel bedrijven met vrijloopkraamhokken SuisAg-zeugen ingekruist. Dit is een Zwitsers zeugenras waarbij er al vele jaren geselecteerd wordt op aangepast gedrag en beenwerk specifiek voor het gebruik in vrijloopkraamhokken.

Bart werkt zelf met TN70-zeugen en koopt zijn gelten aan. Dit heeft als nadeel dat hij niet kan selecteren op beenwerk en moedereigenschappen. Toch is Bart niet van plan om in de nabije toekomst te starten met eigen aanfok.

Voorzie minstens 6 m² per kraamhok

Hoewel er op dit moment in België geen wettelijke normen zijn voor de hokafmetingen bij vrijloopkraamstallen, wordt geadviseerd om minstens een oppervlakte te voorzien tussen 5,5 en 6 m². Dit komt ongeveer overeen met de afmetingen die landen zoals Zwitserland, Noorwegen en Zweden hanteren. In de Zeugjeshoeve hebben de hokken een oppervlakte van 6,6 m².

In de groep werden enkele nuttige tips gegeven voor varkenshouders die nu toch nog voor de traditionele hokken zouden kiezen, maar die op termijn misschien zullen moeten omschakelen naar vrijloopkraamhokken. Deze hokken zijn immers beduidend groter dan traditionele hokken.

Zorg ervoor dat het aantal kraamhokken in een rij gelijk is aan een veelvoud van 3. Zo kan je, indien er een verplichting komt om over te schakelen naar vrijloopkraamhokken, 3 traditionele hokken ombouwen naar 2 vrijloophokken.

Voorzie zowel voor als achter je traditionele hokken een controlegang. Indien je moet ombouwen naar vrijloophokken, kan je één van die gangen opofferen om je hokken groter te maken.

Pas kooi, rooster en type voederbak aan

De meeste varkenshouders kiezen ervoor om een kooi te voorzien, zodat ze – alleen al in het kader van hun eigen veiligheid – de zeug kunnen vastzetten indien nodig. Ook Bart koos hiervoor. De kooi kan zowel recht (parallel aan de wand van het hok) of schuin in het hok geplaatst worden. Hoewel sommige varkenshouders de ervaring hebben dat een schuine opstelling het risico op doodliggers vermindert, koos Bart voor een rechte opstelling, maar dan wel met 3 valbeugels per lange zijde. Die zorgt ervoor dat er altijd wat ruimte is tussen de zeug en de wand, wat helpt om doodliggers te voorkomen.

Er werd tijdens het bezoek ook uitvoerig gediscussieerd over het tijdstip waarop de zeug wordt vastgezet, als je daar al voor kiest. De meest geschikte opstelling en toepassing van een kooi blijkt voor ieder bedrijf anders en de tip is hier dan ook: probeer uit wat voor jouw bedrijf, jezelf en je dieren het best werkt. 

Verschillende roosters getest

Bart testte op zijn Zeugjeshoeve ook verschillende roostertypes en ontdekte dat zijn zeugen minder doorligwonden hebben wanneer ze een betonrooster kregen in plaats van een volrooster. Onder de zeugen in Evergem vind je dus betonroosters. De rest van het kraamhok bestaat uit kunststofrooster met een hoog-laag profiel.

Ook voor de voederbak van de zeugen zijn er verschillende mogelijkheden, met elk zijn voor- en nadelen. Een van de mogelijkheden is een familiebak, dit is een voederbak waarbij de biggen kunnen mee-eten met de zeug. Het voordeel hiervan is dat de biggen makkelijker voeder opnemen, het nadeel is dat je de zeug voor het werpen geen extra water kan bijgeven. Op andere bedrijven worden de biggen op de traditionele wijze bijgevoederd via voederpannetjes. Bart koos voor een familiebak in combinatie met traditionele voederpannetjes voor zijn biggen. Het finale advies luidt: kies het type voederbak dat het best werkt op jouw bedrijf. 

Een optimaal klimaat voor zeug en big

Een goede klimaatregeling in een vrijloopkraamhok is essentieel om doodliggers te voorkomen. Vooral de temperatuur in het biggennest bepaalt grotendeels het succes van een goed functionerend vrijloopkraamhok. De temperatuur moet optimaal (tussen 32 en 35 °C) zijn om biggen naar het nest te lokken. Als het er te warm of te koud is, zullen de biggen buiten het nest liggen, waardoor het risico op doodliggers aanzienlijk stijgt.

Er bestaan verschillende systemen om het biggennest warm te houden. Zo bestaat er een infrarood stralingssysteem om boven de biggen te hangen of kan je kiezen voor een bak met vloerverwarming waarbij de vloerplaat al dan niet ‘au bain-marie’ verwarmd wordt.

Vanuit de vergaderzaal boven de kraamstallen van de Zeugjeshoeve heb je een prachtig zicht op de vrijloopkraamhokken.
Vanuit de vergaderzaal boven de kraamstallen van de Zeugjeshoeve heb je een prachtig zicht op de vrijloopkraamhokken. - Foto: DGZ

In de Zeugjeshoeve koos Bart voor een biggennest met een geïsoleerde vloerplaat zonder vloerverwarming, waarboven een kap en een warmtelamp hangen. Bart voorziet ook jutezakken om de biggen naar het biggennest te lokken. Om de temperatuur in het biggennest optimaal te regelen, maakt Bart gebruik van een warmtelamp met halveringsschakelaar.

Naarmate de biggen ouder worden, past hij de hoogte van de lamp aan, en na ongeveer 5 dagen haalt hij ze weg. Als het nadien nog te warm wordt in het biggennest, bijvoorbeeld tijdens warme zomerdagen, zet Bart de kappen open, zodat de warmte weg kan. Volgens Bart is het dan ook vooral een kwestie om goed te observeren en om bij te sturen als het nodig is, gelijk welk systeem je gebruikt.

Hou rekening met de evolutie

Het is zeer waarschijnlijk dat vrijloopkraamhokken in de toekomst de norm zullen worden. Deze overschakeling zal een leerproces zijn voor de hele sector en zal van zowel stallenbouwers en fokkerijorganisaties als van varkenshouders aanpassingen vragen om voor elk bedrijf tot een optimaal en werkbaar systeem te komen. Overweeg je verbouwingen of plan je een nieuwbouw, dan kan je alvast rekening houden met deze verwachte evolutie. De deelnemers aan dit Boerenvreugde-project gaven aan dat ze heel wat geleerd hebben uit de eerste ervaringen van Bart. Leg dus zeker je oor eens te luisteren bij varkenshouders die al zijn overgeschakeld naar een systeem met vrijloopkraamhokken en laat je door hen inspireren.

Meer info over het project 'Boerenvreugde in de West-Vlaamse kraamstallen' vind je op de site van DGZ Vlaanderen Project voor West-Vlaamse boeren: ‘Boerenvreugde in de West-Vlaamse kraamstallen’ | DGZ en Inagro Boerenvreugde in de West-Vlaamse kraamstallen | Inagro.

DGZ

Lees ook in Varkens

Mobiele buitenstal verhoogt dierenwelzijn bij biologische varkens

Varkens Mobiele buitenstallen zien we in Vlaanderen doorgaans vooral voor vlees- of legkippen. Dankzij een nieuw stalsysteem kunnen nu ook zeugen met hun biggen buiten op de weide rondlopen. De biologische varkenshouderij De Vleterbeek uit Poperinge is volgens BioForum de eerste met zo’n mobiele buitenstal.
Meer artikelen bekijken