Startpagina Milieu

Vogelbescherming Vlaanderen en Natuurpunt stellen zich vragen bij nieuw onderzoek naar verhuis van de patrijs als jachtwild

Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) heeft een oproep uitgeschreven om de ‘translocatie van jachtwild’ en meer in het bijzonder de patrijs te onderzoeken. Bij translocatie worden wilde dieren op geschikte plaatsen gezet om bestaande populaties te versterken of om nieuwe populaties te creëren. Hoewel Vogelbescherming Vlaanderen en Natuurpunt initiatieven voor bedreigde akkervogels aanmoedigen, mag zo’n onderzoek geen vrijgeleide zijn om de gewone jacht op patrijs kost wat kost te laten doorgaan. 

Leestijd : 5 min

In plaats van verder te werken aan een verbod op de patrijzenjacht wordt in dit nieuw onderzoek bekeken hoe de bedreigde vogel kan geïntroduceerd worden in andere gebieden.

Niels Luyten, beleidsmedewerker Vogelbescherming Vlaanderen:“Sinds 2019 ijvert Vogelbescherming Vlaanderen voor de afschaffing van de jacht op de wilde patrijs (Perdix perdix). Deze bedreigde akkervogel daalt fors in aantal en verdient dus alle mogelijke bescherming om zijn voortbestaan in Vlaanderen te vrijwaren. Als je weet dat de Vlaamse populatie al minder dan 5.000 broedparen bedraagt, dun je door middel van zulke potentiële verhuizingen kerngebieden uit, wat het risico op lokaal uitsterven ook in die gebieden vergroot.”

Uitzetten verboden

Volgens artikel 33 van het jachtdecreet is het uitzetten van bedreigde vogels verboden. Mits een afwijking kan de Vlaamse Overheid toch een translocatie toelaten om soorten in hun natuurlijk verspreidingsgebied in stand te houden.  Patrijs staat momenteel nog als ‘kleinwild’ gecategoriseerd. Bijgevolg is een tijdelijke opschorting van de jacht op de plaats van vrijlating een logische randvoorwaarde die opgenomen is in het theoretisch onderzoek dat ANB nu laat uitvoeren. 

Translocatie is dus op zich een goed initiatief om een soort er weer bovenop te helpen en haar ecologische rol opnieuw te laten opnemen. Het is een tijdelijke (nood)ingreep op korte termijn naast habitatherstel op lange termijn. Het wordt daarom op heel wat minder mobiele soorten in Vlaanderen toegepast, al dan niet binnen een Vlaams Soortenbeschermingsprogramma en bijbehorend kweekprogramma. Voorbeelden hiervan zijn de knoflookpad, kamsalamander en beekprik. Als echter tegelijkertijd jaarlijks heel wat patrijzen verdwijnen door de jacht wordt het een maat voor niets. Daarin zit meteen het verschil met de andere getranslocaliseerde dieren. Daar mag immers niet op gejaagd worden waardoor translocatie de soort daadwerkelijk vooruithelpt.

“Translocatie van dieren waarop tegelijkertijd nog gejaagd wordt, misbruikt deze noodmaatregel uit de natuurbescherming en is bijgevolg onaanvaardbaar”, aldus Jos Ramaekers, diensthoofd Beleid Natuurpunt.

Wettelijke bescherming van de patrijs als bedreigde soort 

Het aantal patrijzen daalt fors door een intensivering van de landbouw met schaalvergroting en bijhorend pesticidegebruik voor oogstmaximalisatie. Hierdoor verdwijnen de natuurlijke landschappelijke ruigtes die schuil- en voedselmogelijkheden voor de patrijs bieden waardoor zowel de eieren, jonge patrijzen als vogels zelf kwetsbaar zijn voor voedseltekorten en roofdieren. Het aantal roofdiersoorten voor patrijzen is overigens zeer uitgebreid, net zoals hun potentiële prooisoorten. Soms vangen ze patrijzen, soms andere prooien. Ze botsen als het ware bij toeval op een geschikte prooi die ze vangen.  

Een grootschalige monitoring in het kader van het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (2007 – 2022) wees op een significante daling van het aantal individuen met gemiddeld 4,2% per jaar. Straf voor een vogel die elk jaar veel nakomelingen (13-16 eieren) kan grootbrengen. Toch verloren we al de helft van onze wilde patrijzen. Hun aantal daalde van maximaal 10.000 broedparen (2000-2002) naar minder dan 5.000 broedparen (2018).  

De patrijs is daarom beschermd op allerlei niveaus, zowel Europees als Vlaams.

Herstel en jacht gaan niet samen

Dat de patrijs moet beschermd worden, is wel duidelijk. Cijfers en data tonen overduidelijk aan dat er moet ingezet worden op de sluiting van de jacht op patrijzen.

“Eigenlijk ligt de oplossing voor onze neus. De druk die jacht op zo’n bedreigde soort veroorzaakt, kan niet samengaan met herstelprogramma’s. Dat is 1 stap vooruit en 2 stappen achteruit. De jacht op Rode Lijst-soorten is gewoon absoluut onbespreekbaar. De populatie is op een punt gekomen waarbij elke vogel goud waard is. Hoe meer individuen in leven blijven, hoe meer individuen zich kunnen voortplanten en zo de lokale en dus ook volledige populatie helpen opkrikken. Een patrijs wordt in het wild gemiddeld net geen 2 jaar oud. Dat is dus 2 seizoenen extra nakomelingen voor elk broedpaar dat niet wordt geschoten,” aldus Luyten nog.   

Jaarlijks daling geschoten patrijzen

Het huidig jachtseizoen voor patrijzen loopt van 15 september tot en met 14 november en is sinds 2021 gereguleerd door een telprotocol dat bepaalt of een lokale Wildbeheereenheid (WBE) mag jagen. Dit telprotocol stelt sinds 2021 dat patrijzen niet overal meer in Vlaanderen duurzaam kunnen worden bejaagd omdat hun aantal drastisch slinkt. Ook het aantal WBE’s met toelating daalde de afgelopen jaren. In 2016 schoten nog 116 WBE’s op patrijzen, in 2021 nog maar 37 door invoering van het telprotocol.   

Het aantal afgeschoten patrijzen daalt dus gelukkig jaarlijks. Maar dat komt niet enkel door inperking van de jacht, maar ook omdat de vogel kwetsbaar is geworden en het aantal wilde individuen daalt. In 2016 werden 14.348 patrijzen geschoten tegenover 4.354 in 2021. Tegelijkertijd wordt patrijs veelvuldig gekweekt en illegaal uitgezet, hoewel dit wettelijk verboden is onder art. 29 van het Jachtdecreet. Genetisch onderzoek van het INBO toonde in 2021 echter aan dat patrijzen vooral in gebieden waar ze van nature al bijna verdwenen zijn (Vlaams-Brabant en Limburg), toch nog worden uitgezet.

Misnoegde organisaties

Luyten: “Dit heeft niks met natuurherstel te maken. Dit is puur en alleen om de jacht op patrijs te kunnen laten doorgaan en dit ten koste van de genetische gezondheid van de resterende wilde populatie. Voor een vogelsoort die volledig afhankelijk is van onze intensief gebruikte landbouwgebieden zijn alle beetjes nodig om zijn voortbestaan in Vlaanderen te verzekeren. Willen we de patrijs in Vlaanderen behouden en terug versterken dan kunnen we met zijn allen enkel concluderen dat de jacht op deze prachtige vogel moet worden gesloten. Nog liever gisteren dan morgen.”

Ramaekers: “In plaats van energie te steken in een studie die zich met ‘end of pipe’ maatregelen bezighoudt, zou men veel beter een plan opmaken en uitvoeren om de kwaliteit van het landschap en het biotoop dat de patrijs nodig heeft te herstellen en daarvoor iedereen samenbrengen die agrarische natuur belangrijk vindt.” 

Lees ook in Milieu

Meer artikelen bekijken