Startpagina Agro-Expo

Debat prijsvorming en uitdagingen in de pluimvee- en varkenshouderij

Agro-Expo in Roeselare mag terugblikken op een topeditie, met maar liefst 18.000 bezoekers op 3 dagen tijd. En ook naast de beursvloer was er het een en ander te beleven. Zo was er op 29 januari een debat over de prijsvorming en uitdagingen in de pluimvee- en varkenshouderij. De verschillen tussen beide sectoren zijn groot, maar de uitdagingen zijn dezelfde.

Leestijd : 5 min

Het was een divers gezelschap dat op de slotdag van Agro-Expo plaatsnam op het podium van de conferentieruimte. Chris D’hondt, braadkippen- en vleesveehouder en voorzitter van de Landsbond; Dirk Ghyselen, gewezen braadkippenhouder maar vandaag de dag voederadviseur met een zitje in de prijzencommissie van Deinze; Geert Rombouts, directeur van Topigs Norsvin België en Stefan Derks, directeur Danbred Europa. Een tachtigtal geïnteresseerden lieten de beursvloer even links liggen en kwamen luisteren naar de toekomstvisie van deze 4 experten.

Unieke werking

Het debat kreeg de titel ‘De marktprijs in de weegschaal’ en daar valt best wel iets over te zeggen als je de pluimveehouderij en varkenshouderij naast elkaar legt. In de varkenshouderij ligt de bal volledig in het kamp van de slachters en afnemers, binnen de pluimveehouderij is er het systeem van de prijzencommissie waarin elke schakel uit de keten vertegenwoordigd is. Voor braadkippen is dat de prijzencommissie van Deinze, de eierprijs wordt dan weer in Kruisem bepaald. Die Belgische prijzencommissies is een interessante maatstaf waar de Europese pluimveesector graag naar kijkt, want ons land is uniek met deze werking. De varkensprijs die hier bepaald wordt, is dan weer voor een groot deel afhankelijk van de tendensen in de Europese markt, waar ook onze grote afnemers actief zijn.

Planning is cruciaal

De mate waarin integratie en samenwerking belangrijk zijn in de braadkippen- en varkenssector was een eerste onderwerp van discussie op het debat. Geert Rombouts benadrukte het belang van communicatie tussen de verschillende schakels in de keten: “Planning is een cruciaal instrument om de marktprijs op niveau te kunnen houden wanneer we merken dat vraag en aanbod uit balans dreigen te geraken”, klonk het. “Hier in Vlaanderen laten we het liefst zo weinig mogelijk in onze kaarten kijken en wil elke schakel zoveel mogelijk autonomie behouden, maar het is vaak beter voor de marktwerking om open te zijn over wat er in je stal zit.”

Dat snel inspelen op de vraag van de markt is vooral binnen de braadkippensector mogelijk, waar rondes kort zijn (6 tot 8 weken). Het later opstarten van een nieuwe ronde kan er mee voor zorgen dat de markt weer wat zuurstof krijgt.

Verschuiving productie

Terwijl de productie in braadkippen is gestegen, is het aantal zeugen in Europa en Vlaanderen de laatste jaren sterk gedaald. In Oost- en Zuid-Europa groeit die markt wel nog sterk. Stefan Derks is zich bewust van die evolutie en waarschuwt de beleidsmakers. “Door de steeds strengere wetgeving is men bezig boeren in onze streken te ontmoedigen en organiseert men een verschuiving van de productie naar andere landen. Niet alleen is dat nefast voor onze economie, we maken ons zo ook afhankelijker van vlees dat aan minder hoge kwaliteits- en duurzaamheidseisen wordt geproduceerd.”

We moeten ons volgens Geert Rombouts ook echter niet te veel zorgen maken dat landen als Spanje onze markt zullen overspoelen met goedkoper varkensvlees. “Wij hebben hier onze uitdagingen, maar daar hebben ze ook hun eigen problemen. De PRRS-uitbraak ‘Rosalia’ krijgen ze maar moeilijk onder controle, en vergeet ook niet dat de klimaatverandering daar lelijk huishoudt. Er zijn heel wat grote varkenshouderijen in midden Spanje waar men water per camion moet komen brengen. Probeer dan maar eens kostenefficiënt te boeren.”

Blij voor collega’s

“Prijsvoorspellingen doen is bijna onmogelijk, maar indien we de productie bij ons op peil kunnen houden aan een relatief laag kostenplaatje en met de hoge kwaliteit die we vandaag kunnen leveren, zal de prijs voor varkensvlees mooi op niveau kunnen blijven”, klinkt het bij Rombouts en Derks.

Dirk Ghyselen uit de pluimveehouderij legt de link naar de vraag naar braadkippen. “We zijn altijd blij als onze collega’s uit de varkenshouderij een goede prijs krijgen voor hun product, want dat heeft bijna altijd ook een gunstige invloed op de prijs van gevogelte”, zegt hij. “Consumenten hebben de neiging om, wanneer een kotelet duur is, over te schakelen op kipfilet en dat doet de prijs ook bij ons stijgen.”

Jonge boeren

Ondanks de kansen die de markt biedt zijn er echter ook heel wat uitdagingen. Chris D’hondt ziet die met lede ogen aan. “Onze politici moeten beseffen dat het beleid dat men voert de sector zwaar onder druk zet en dat onze jongeren het moeilijk hebben om nog een toekomst uit te bouwen in dit zeer onzekere klimaat dat weinig toekomstperspectieven biedt. We hebben stabiliteit nodig, want onze investeringen zijn zwaar en moeten op lange termijn afbetaald worden.”

Stefan Derks treedt Chris D’hondt hierin bij, maar ziet ook hoop: “Toen ik hier zondag op de beurs rondliep, viel het me op hoeveel enorm gemotiveerde jonge boeren hier aanwezig waren. Dat stemt me, ondanks alle kopzorgen die het beleid ons bezorgt, toch hoopvol dat er nog een toekomst is.”

Niet concurreren

Ook het publiek had enkele pertinente vragen voor het panel van experten. Hoe kunnen we hier in Vlaanderen concurreren met niet-Europese producenten die veel goedkoper en aan lagere duurzaamheidseisen kunnen boeren? “Heel simpel, dat kunnen we niet”, zegt Geert Rombouts. “En gelukkig hoeft dat ook niet, want hun afzetmarkt is niet dezelfde als die van ons. Hier is men bereid om iets meer te betalen voor bijvoorbeeld meer dierenwelzijn, maar daar ligt de standaard Aziatische consument niet wakker van. We kunnen de vraag ook omdraaien: willen wij ons varkens- en kippenvlees exporteren naar landen als Afrika, waar de vraag nu wel groot is, maar waar men pakweg over 10 jaar misschien zelf dat vlees kan produceren, zij het aan lagere normen?”

Nadenken over hoe we onze veehouderij hier aanpassen aan onze afzetmarkten is dus geen overbodige luxe, zeker als die afzetmarkten minder betrouwbaar zijn dan onze eigen Europese markt.

‘Preus’ zijn

Een andere bedenking die gemaakt werd, was de rol van de retail in dit hele verhaal, zeker als het gaat om nieuwe concepten. “In Nederland vinden die massaal ingang, in Vlaanderen blijft dat voorlopig nog uit, al staat het label ‘beter voor iedereen’ hier ook in de startblokken”, reageert Stefan Derks. “Als je het mij vraagt, zou die vraag om nieuwe lastenboeken en labels niet vanuit de retail mogen komen, maar is dat een taak voor de afnemers en verwerkers die hierop kunnen inspelen als ze zien dat die marktopportuniteit er is. Want het moet allemaal ook betaald worden natuurlijk.”

Samenvattend was het panel het er- over eens dat we moeten uitpakken met onze troeven, zoals goede voederconversie, hoge productie-efficiëntie en inzet op duurzaamheid. Schaalvergroting zal in de toekomst steeds moeilijker worden, groeien zullen we vooral op een kwalitatieve manier moeten doen. De perfecte afsluiter kwam er vanuit het publiek: “ We moeten met erte en ziel kunnen preus zijn up uze stiel.”

Nele Kempeneers

Lees ook in Agro-Expo

Meer artikelen bekijken