Jonge loonwerker gaat gedreven voor eigen onderneming
Dat je met hard werken en veel ‘goesting’ in je werk iets kan bereiken, bewijst de jonge Arnaud Jacobs. Hij stampte op enkele jaren tijd zijn eigen loonbedrijf uit de grond met een dienstverlening die zich hoofdzakelijk naar de veehouder richt.

We ontmoeten de 27-jarige Arnaud, die uit Hofstade (Aalst) komt, op een bedrijventerrein nabij Dendermonde, waar het machinepark een onderkomen vindt. Alles ligt er kraaknet bij van de werkbank over de vloer tot de machines. Je zou niet zeggen dat er net een arbeidspiek in het voordrooggras en het hooi geweest was. En de volgende intense periode kondigde zich al aan. Arnaud maakte zich op het moment van ons interview (eind juli) klaar om met zijn grootpakpers voor 2 weken naar Frankrijk te gaan, om daar in opdracht van Vlamingen die er stro op het land kochten, stro te gaan persen.
Hoe ben je in het loonwerk terechtgekomen?
Ik ben niet met de ‘loonwerkmicrobe’ van thuis uit besmet geraakt. Wel heb ik een nonkel die een boerderij heeft met trekpaarden en daar ben ik met de landbouw in contact gekomen. Meermaals per week zat ik daar en deed er zo de passie voor de landbouw op. Als jonge gast heb ik tijdens de vrije momenten in mijn schoolperiode steeds Marcel De Smet, een loonwerker die 2 straten verder dan mijn ouderlijk huis woonde, opgezocht om een handje te gaan helpen. Op de schoolbanken zelf vond ik mijn draai niet.
Na mijn humaniora in de richting Lichamelijke opvoeding en sport ben ik bij Syntra nog een opleiding tot autotechnicus gestart, maar het ‘loonwerk’ riep mij te hard. Ik zocht op internet op welke loonwerker er met Fendt reed, want dit is toch wel mijn merk, en zo kwam ik bij de firma Peltijn in Hansbeke (Deinze) terecht. Het was gedurende 2 jaar een droom om daar te werken. Ik kreeg er alle kansen en kon er alles leren van ervaren rotten. Alleen de grote afstand tussen dat loonbedrijf en mijn woonplaats werd te veel.
In die periode leerde ik ook een handelaar in granen – vooral korrelmaïs voor biobrandstof – kennen. Hij zocht iemand om met een dorser alle korrelmaïs die hij aankocht te gaan oogsten. Tevens wou hij zijn actieterrein uitbreiden richting Brussel. Op die vraag ben ik dan ingesprongen én de interesse groeide bij mezelf om zelf machines te kopen en om mijn eigen loonbedrijf te starten. Daarnaast begon ik met kleine grondwerken, zoals het uitgraven van een kelder voor een particulier of het plaatsen van waterputten.
Mooie evolutie
Hoe evolueerden jouw activiteiten verder?
Een Fendt 828 Vario en een grondkar waren enkele van mijn eerste eigen aankopen, gevolgd door een pers om stro te kunnen persen. Rond 2020 ben ik dan zelf mijn loonbedrijf gestart. We begonnen eerst met een gehuurde dorser, maar ik heb snel een eigen maaidorser aangeschaft, een Claas Lexion 760 TerraTrac APS Hybrid. Dit is een machine op rupsen om de bodem te sparen of om verder te kunnen rijden als het nat is. Tevens is het de ideale dorser om een grote capaciteit in korrelmaïs te verzekeren.
Het ene brengt eigenlijk het andere met zich mee. Omdat ik kleine grondwerken doe, kwam er dan ook een eigen rupskraan, een tweede dumper, een dieplader enzovoort bij. De landbouwwerken zorgde dan weer voor de aankoop van een ploeg en van een maïsplanter. En omdat ik grote pakken perste, kwamen er dan ook een wikkelaar om voordroog te maken en een verreiker bij. Ondertussen was ik als loonwerker thuis bij rundveehouders en kwam er een stalmestspreider en getrokken mestinjecteur. Die laatste activiteit is eerder dit jaar aangevuld met een tweedehands transportvat voor de aanvoer van drijfmest.
Eigenlijk heb ik ook veel te danken aan gemotiveerde vrienden die komen helpen sleutelen en rijden. Zij motiveerden mij om een hakselaar te kopen. Ik zei: ‘Het is goed als jullie met de ‘karren’ komen rijden’, en zo gebeurde. Het was ook inspelen op het gegeven van een naburige loonwerker die zelf stopte.
Op welke basis koop je machines?
Fendt is mijn tractormerk en daarnaast heb ik een voorliefde voor de merken Claas en Dezeure. Mijn mesttonnen en 3-assige gronddumper komen van bij Dezeure. Tot heden koop ik vooral jonge occasies, maar ik speel ook in op opportuniteiten die zich voordoen. Dat kan zijn via een veiling of bij een handelaar waar iets interessants staat. Recent ben ik zo op 2 klepelmaaiers gebotst die zeer scherp geprijsd stonden en die mijn interesse wekten.
Claas en Krone vind ik handige machines om zelf aan te sleutelen. Hier in mijn huidige loods lukt dat ook veel beter. De eerste jaren stalde ik bij een nonkel thuis mijn machines buiten op zijn hof. In die omstandigheden was sleutelen minder aangenaam en gebeurde het minder snel. Voor de tractoren kan ik verder op bijstand rekenen van V&H Service en voor de oogstmachines op Van Haute, bij Afflitrac voor herstellingen, onderdelen, banden... Deze begrijpen echt wat loonwerk is, denken mee met ons loonbedrijf en maken van service een prioriteit.
In welke regio ben je actief en hoe ziet je klantenprofiel eruit?
Het voornaamste werkgebied gaat van Ninove over Aalst tot Zele boven Dendermonde, naar Londerzeel. Het gebeurt echter ook wel dat we tot Geraardsbergen gaan. Voor het maïs dorsen zitten we nog verder, dat is dan afhankelijk van de handelaar waarvoor ik werk. Zo ga ik van Zuienkerke, tegen Knokke, tot Bertem, vlak voor Leuven.
Daarom moest ik met de maaidorser vaak grote afstanden afleggen. Nu probeer ik dat op te vangen door in regio’s opdrachten te groeperen om minder transport te hebben. Een investering die in dit kader goed uitpakte, was de aankoop van een graanoverlaadwagen. Daardoor kan ik tijdens het dorsen altijd al rijdend lossen én verlies zo geen tijd met naar de vrachtwagen te rijden. Tegelijk heb je een buffer bij u als er eens geen lege aanhangwagens zijn. Sinds ik die overlaadwagen inzet, merk ik dat er per dag vlot enkele hectaren meer gedorst worden. Die machine heeft zich zo al terugbetaald. Nuttig is ook dat het niet om het grootste model gaat. Zo kan de tractor nog vlot op en af het perceel en kan er snel gewerkt worden.
Het gros van mijn klanten zijn veehouders, aangevuld met particulieren voor de grondwerken. In het grondverzet rij ik enkel voor eigen rekening, niet in onderaanneming. Dat maakt dat ik die werken goed met mijn landbouwwerken kan combineren. Ik probeer mijn klanten een totale ‘ontzorging’ te bieden. Bijvoorbeeld voor een particulier regel ik de grondafzet die erbij komt kijken als ik zijn kelder heb uitgegraven. Voor de veehouders zijn de activiteiten die ik aanbied alsmaar toegenomen, zodat ze bij één leverancier terecht- kunnen voor een brede dienstverlening.
Toekomst en verlangens
Wat staat er nog op jouw verlanglijst en wat mag de toekomst brengen?
Als ik droom, is dat heel wat (lacht). Recent kocht ik een jong gebruikte vlindermaaier en de maïsbek van mijn hakselaar mag eens vervangen worden. Misschien gebeurt dat dit jaar, misschien pas volgend jaar. Ik denk er ook aan om een graanmaaibord voor mijn maaidorser te kopen, maar deze investering heb ik bewust dit jaar niet gedaan. Er is immers te weinig wintergraan uitgezaaid om zo’n aankoop nu te verantwoorden.
De laatste jaren is er zwaar geïnvesteerd en ik wil nu streven naar de optimalisatie van activiteiten in plaats van activiteiten erbij te nemen. Ik wil nu een stabiele bedrijfsvoering waar de inspanningen renderen. Uiteraard moeten de machines onderhouden worden en wat versleten is, wordt vervangen. Het feit dat ik van niets startte, is eigenlijk geen cadeau en zorgde voor groeipijnen. Dat wil ik achter mij laten. Enkele jaren terug heeft een chauffeur van mij een ‘pechmomentje’ beleefd met een mesttank die op haar zij is gekanteld. De machinale schade was het minste, maar er was drijfmest gelekt en dus zogenaamde milieuschade. Dit heeft de bedrijfsvoering enkele jaren achtervolgd. Dankzij een GRP-procedure (procedure van gerechtelijke reorganisatie) en een constructieve samenwerking met het gerecht is dit allemaal goedgekomen, maar het vroeg tijd en had zijn impact op de bedrijfsontwikkeling.
De appreciatie van de landbouwer voor het geleverde werk, geeft mij veel voldoening en motivatie om verder te doen. Zo zijn ze bijvoorbeeld heel tevreden van de hakselkwaliteit: schutbladeren zijn kort gesneden en de korrels goed gekraakt. Dat is mooi, de waardering die je ontvangt. Voor het loonwerk moet je leven én dat is bij mij zo.
Heb je nog tijd voor hobby’s?
Afgelopen winter heb ik enkele malen deelgenomen aan boerenprotesten. Hier heb ik wel sympathie voor. Enerzijds ben ik niet akkoord met de situatie waarin de landbouwers zich bevinden. Anderzijds probeer ik met mijn deelname te strijden voor hun toekomst. Ik denk wel dat er resultaten geboekt zijn.
Ook doe ik nog wat handel in hooi en stro. Maar dat is bij veel loonwerkers zo zeker? In het prijskampseizoen ga ik mijn nonkel nog helpen met het klaarmaken van de trekpaarden. Dat seizoen valt helaas samen met het drukke maïsseizoen.
Maar eigenlijk is mijn werk, het loonwerk dus, mijn hobby.