Netwerkdag biotuinbouw in teken van innovatieve mechanisatie op maat
Op 19 september vond de vijfde editie van de tweejaarlijkse Netwerkdag en beurs ‘Techniek in de biotuinbouw’ plaats op het biologisch tuinbouwbedrijf Herdershof in Nijlen. Het programma stond bol van de demo’s en workshops voor kleine en middelgrote tuinbouwbedrijven. Een passende, betaalbare mechanisatie op maat van het bedrijf is een speerpunt voor biotuinders.

De biologische tuinbouwsector in Vlaanderen bestaat voor een groot deel uit kleine tot middelgrote bedrijven met focus op de korte keten. Deze groep bedrijven groeit. Een passende, betaalbare mechanisatie op maat van het bedrijf is niet alleen voor telers een hele uitdaging, ook voor de toeleverende sector is het een uitdaging om aan deze vraag te voldoen. De Netwerkdag werd georganiseerd door het Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de biologische teelt (CCBT), Inagro, Proefcentrum Pamel, Viaverda, pcfruit, Proefstation voor de Groenteteelt, Boer Bricoleur, Bioforum en Boerenbond, deze keer in samenwerking met de provincie Antwerpen.
Gastbedrijf Herdershof
Biologische boerderij Herdershof in Nijlen was gastbedrijf voor de Netwerkdag. Op 2,5 ha grond van coöperatie De Landgenoten baten het koppel Bas Geelen en Emma Hemelaar, aangevuld met bioboer Wannes Nyckees, een prachtig tuinbouwbedrijf uit. “Na onze opleiding op de Warmonder-hof, een biodynamische land- en tuinbouwschool in Nederland, besloten Bas en ik in 2014 om zelf een groenteteeltbedrijf te starten op de velden van vzw Baubo”, vertelde Emma. “Met hun zorgboerderij Emiliushoeve uit Bevel werken we samen, zodat mensen met een beperking het tuinbouwvak kunnen leren via het statuut ‘begeleid werk’. Ook via Groene Zorg werken er mensen bij ons die (tijdelijk) niet in het reguliere arbeidscircuit kunnen meedraaien. Verder lopen studenten van de biologische land- en tuinbouwopleiding Landwijzer stage op ons bedrijf.” Emma ontwikkelde op de Warmonderhof haar passie voor het telen van vers geoogste en gedroogde snijbloemen, die ze via hun bloementak Herdersbloem vermarkt.
Wannes kwam in 2021 bij in het bedrijf. Hij leerde het vak bij Landwijzer en op stageboerderijen in Frankrijk en België. “We telen bijna 50 groenten, die we afzetten via ons pakkettensysteem”, zei Emma. “Voor onze 450 klanten maken we wekelijks ruim 300 pakketten klaar. We verkopen ook fruitpakketten (150 stuks) en leveren wekelijks 140 doosjes af met eitjes van onze 160 kippen. Die huisvesten we op onze akkers in een mobiele kippenstal die Wannes maakte.” De kippen worden 1 jaar aangehouden en daarna verkocht. “Bemesten doen we met stalmest van de Emiliushoeve en van biomelkvee- en groentebedrijf De Dobbelhoeve uit Schilde”, verduidelijkt Wannes. “Vooral in het voorjaar bemesten we bij met suikerbietkorrel OPF. Op onze 13 groenteblokken hanteren we een vruchtwisseling van 1 op 6.”
Succesvolle groentepakketten
De percelen werden opgedeeld in bedden van 60 m lang, waarop groenten geteeld worden op 1, 2 of 3 rijen. Daardoor moeten de machines niet worden afgesteld. “Twee keer per week brengen we onze groentepakketten naar een 15-tal afhaalpunten”, legde Wannes uit. “Ons seizoen loopt grofweg van eind april tot half maart. Naast het Herdershof in Nijlen verbouwen we ook diverse groenten zoals bonen, komkommers, paprika’s en vroege wortelen op iets drogere zandgronden in Gestel (een deelgemeente van Berlaar).” Het Herdershof zet sterk in op bedrijfsefficiëntie. “Zo hechten we veel aandacht aan de mechanisatie op ons bedrijf”, aldus Bas. “We hadden al een tractor voor we tunnelteelt hadden. Al onze machines kunnen makkelijk worden aangepikt en zijn afgesteld op dezelfde spoorbreedte. Dat bespaart veel tijd. Sinds dit jaar gebruiken we een rotoreg. We hebben net ook gps op de tractor en werken met een vast rijpadensysteem. Om te planten gebruiken we een bandenplanter voor bladgewassen en een Perdu-plantmachine voor kolen, venkel en prei.” Bas droomt ervan om op het bedrijf een loods te bouwen en om wateropvang te voorzien. Meer info over het Herdershof vind je hier.
Zelfgebouwde innovaties
Op de Netwerkdag werd de Innovatieprijs voor bioboeren uitgereikt, een wedstrijd voor landbouwers die zelf machines bouwen of technische innovaties bedenken. Uit 8 inzendingen kozen de bezoekers aan de Netwerkdag hun favoriete innovatie. Wannes Nyckees van gastbedrijf Herdershof ging met de eerste prijs aan de haal. Hij bouwde een mobiel stalen kippenhok voor 160 legkippen dat voorzien is van wegrolnesten en automatische deurtjes. De tweede plaats was voor ’t Goed ter Heule uit Lauwe. Hun ‘compostfeeder’ is een multifunctionele machine om compost te scheppen en te strooien in de rij, en om voederbieten op te scheppen en te cutteren. Derde werd het Slegershof uit Hechtel-Eksel met hun zelfgebouwde peul- of dopmachine voor erwten en droogbonen.
Elektrische werktuigdrager
Een opvallende nieuwigheid op de Netwerkdag was de elektrisch aangedreven werktuigdrager van De Blije Tuinder, een jong mechanisatiebedrijf uit het Nederlandse Ede. De machine werd ontworpen voor kleine tot middelgrote tuinderijen en is ideaal om te wieden en te schoffelen. Het prototype werd afgelopen seizoen getest en lijkt goed te werken, dus wordt er vanaf 2025 een eerste serie van gebouwd.
Workshops en demo’s
Op de Netwerkdag vonden er ook 11 workshops plaats rond diverse thema’s: demonstraties van nieuwe machines voor onkruidbeheersing, het zaaien en vernietigen van groenbedekkers, kleinschalige pluimveehouderij, tunnelteelten en Johnson Su-compostering. Lieven Delanote, adviseur Biologische productie bij Inagro, overliep in de workshop ‘Onkruidbestrijding machinaal’ welke kleine aanpassingen en grotere innovaties in ontwikkeling zijn en een verschil kunnen maken in een goed wiedresultaat. Een intensief teeltplan, arbeidsplanning, bedrijfsorganisatie en -hygiëne zijn bepalende factoren. “De precisiewiedeg en schoffelmachine zijn op heel veel bedrijven standaard aanwezig. Voor mechanische onkruidbestrijding is 50% VLIF-investeringssteun mogelijk van zodra je bedrijf 3.500 euro verdiencapaciteit heeft.”
Precisiewiedeg als eerste investering
Volgens Delanote is de wiedeg intussen het belangrijkste werktuig op een biologisch groentebedrijf. “Een precisiewiedeg zou je eerste investering moeten zijn. Het is een zeer flexibele, polyvalente machine. Verende tanden worden door de grond getrokken en trekken het kiemende onkruid los. Zonder te sleutelen kan je hiermee volvelds door quasi elk gewas rijden. De veerdruk en rijsnelheid kan je tijdens het rijden aanpassen. Heb je daarna nog budget over, overweeg dan de aankoop van een schoffelmachine.”
Matthijs Boomkoop van importeur Kruse Ootmarsum presenteerde de precisiewiedeg van de Oostenrijkse constructeur APV, die op wens van de klant werd uitgebreid naar een werkbreedte van 2 m. “We werken met een tandafstand van 35 mm, waarmee je een volveldse bewerking kan uitvoeren. Met de wiedeg wil je het onkruid in het wittedraadjesstadium blootleggen of afdekken. De be-staande onkruiden die al verder ontwikkeld zijn, wil je in 1 rijrichting meetrekken en afdekken. Dat doe je voor 80% met een wiedeg. Een innovatie op de machine is de 120 graden-tand. Die is wat zachter voor de ondergrond, waardoor ze toepasbaar is voor planten die in perspotjes in de grond worden gestoken en voor zachte slasoorten die geen agressieve bewerking nodig hebben. Die variant hebben we zowel met als zonder hardmetalen strip. Verder hebben we ook een variant tanden die de hoogte ingaan. Het grote voordeel van de APV-machine is dat je er vroeg mee kan beginnen en langer mee kan doorrijden, vooral in bladrijkere gewassen.”
Jos Pelgröm was in 2006 de eerste boer in Nederland die de Treffler-wiedeg gebruikte. Sinds 2016 importeert hij met het bedrijf Man@Machine Treffler-machines. Hij gelooft sterk in het eerste eggen. “Dat moet je intensief doen, want de tanddruk is dan heel gering. Om voldoende grondbeweging te hebben, heb je een tandafstand van 2,8 cm echt wel nodig. Met de Treffler-wiedeg blijft de druk ongeacht de hoogte van de tand gelijk.” Deze wiedeg is in diverse uitvoeringen en in veel werkbreedtes beschikbaar.
Schoffelmachines
In het CCBT-project ‘I-ROWeed: Innovatieve onkruidbeheersingstechnieken in de rij voor groenteteelten’ worden 2 innovaties voor onkruidbeheersing in de rij getest om die te verbeteren én klimaat-robuuster te maken in natte periodes, namelijk schoffelen in de rij op RTK-gps en ‘abrasief wieden’ of wiedstralen. De machine om klein onkruid weg te zandstralen is momenteel nog niet robuust genoeg en de zandstraalpistolen verstoppen nog te veel door vochtafzet.
Wat schoffelmachines betreft, kan je opteren voor een frontschoffel waarmee je alleen kan schoffelen. Zo ben je flexibel en kan je dit werk zelf inplannen. Een optie bij frontschoffelen is die op maat te laten maken op je bestaande tractor. Tijdens de demo werd de tractor van CSA-bedrijf De Witte Beek getoond, waarop Bert Vandergeynst van het netwerk Boer Bricoleur een frontschoffel met hefmast monteerde. Een zichtstok hierbij gebruiken is handig. Bas Geelen gebruikt de schoffelmachine van HAK op het Herdershof. “Die kan in 1 werkgang het hele bed schoffelen. Als je er wekelijks doorrijdt, kan je tot 95% van het onkruid verwijderen”, zei Bas.
Vernietigen groenbedekkers
In de workshop ‘Vernietigen groenbedekkers op bedbreedte’ werd ingegaan op hoe je groenbemesters en winteronkruiden in het voorjaar op een effectieve wijze kapot krijgt. “Biologische tuinders hebben een groeiende interesse voor niet-kerende grondbewerking. Dat kan met een Actisol-diepwoeler of met gelijkaardige toestellen”, aldus Lieven Delanote. “Blijft de grond moeilijk bewerkbaar of ligt er nog organisch materiaal op de oppervlakte, waardoor je de grond niet genoeg plantklaar krijgt, dan is de spitmachine een mooie oplossing.”
Rik Flierman van Imants demonstreerde de meest compacte spitmachine, de 32-serie met een werkbreedte van 1,20 m. “Spitten gebeurt de laatste jaren steeds ondieper. “Met deze spitmachine kunnen we een diepte instellen tussen 15 en ruim 30 cm. We willen de grond goed mengen, zodat de groenbemester die we inspitten goed kan verteren, Daarna kan deze nutriënten opleveren voor het daarna komende gewas. Met een tweede, aangedreven rol wordt de grond in 1 werkgang vastgedrukt en genivelleerd en in een diepte van 5 cm fijngemaakt. Zo kan de grond beter zijn vocht vasthouden en wordt een mooi zaai- of plantbed gemaakt.”
In het kader van een klimaatrobuuste bodembewerking is een ondiepe aanpak van onkruidresten en vernietiging van groenbemesters in het voorjaar belangrijk. Hiervoor kan je de precisiecultivator of de mulch- of biofrees inzetten. De Clippeleir showde een biofrees met vooraan opvallend grote loopwielen. “De haakse freesmessen snijden tot op een diepte van 2 à 3 cm in de grond. Tussen de messen is voldoende overlap nodig. Frezen is momenteel de meest efficiënte techniek om groenbemesters te vernietigen”, zei Lieven Delanote.
Jos Pelgröm belichtte de precisiecultivator van Treffler. Die gaat door het perceel op een constante diepte tussen 2,5 en 5 cm. Voor een nauwkeurige diepte-instelling beschikt de machine over pendelende tandemwielen aan de voorzijde. De verende lange, starre tanden zorgen voor een uitstekende bodempenetratie en een vlak snijvlak. De machine is voorzien van vlakke ganzevoeten met hardmetalen snijvlak, waarbij een overlap van 8 cm als minimum geldt om te voorkomen dat onkruiden tussen de messen glippen. Deze constructie voorkomt dat het mes onderaan bol wordt. “Hoe ondieper je werkt, hoe minder risico je hebt op problemen”, stelde Jos. “De machine is ontworpen voor zowel front- als achteraanbouw. Met behulp van een smalle beitel kan je tot 30 cm diep werken. Globaal kost een 1,80 m brede machine je zo’n 8000 euro.”
Matthijs Boomkamp toonde nog de EuM Vibrocat-cultivator van Kruse. Die kan je in het voorjaar gebruiken voor zaaibedbereiding, stoppelbewerking of voor het inwerken van groenbemesters. Via een hydraulische diepteverstelling kan je de werkdiepte tijdens het rijden van 5 tot 15 cm flexibel aan de bodemomstandigheden aanpassen. De 31 cm brede ganzevoetscharen snijden de bodem oppervlakkig volledig af en zorgen zo voor een goede onkruidbestrijding. Je kan er het gebruik van herbiciden mee verminderen of zelfs vermijden, omdat de wortels van de onkruiden kort onder het bodemoppervlak worden afgesneden. Als naloopwals worden vooral de EuM-sterncrackerwalsen gebruikt – 2 losse walsen van een verschillende diameter die niet aangedreven zijn – omdat die intensief verkruimelen en de afgesneden onkruiden aan de oppervlakte leggen.