Startpagina Mechanisatie

IPM 2026 versnelt de evolutie van de spuittechniek

Op maandag 16 juni 2025 werd de vernieuwde IPM-checklist officieel voorgesteld, in combinatie met de lancering van de Vegaplan Standaard 5.1. Intussen worden ook alle audits uitgevoerd op basis van de nieuwe versie van de Vegaplan Standaard.

Leestijd : 7 min

De nieuwe checklist is alvast raadpleegbaar op de website van Vegaplan en kan ingevuld worden in het producentenportaal.

Het is belangrijk om mee te geven dat de regelgeving rond spuittechniek sterk verschilt per Europees land. Wie ook percelen bespuit in bijvoorbeeld Wallonië, Nederland of Frankrijk, moet telkens voldoen aan de geldende wetgeving op het grondgebied van het perceel zelf. Dit betekent dat een techniek die in Nederland erkend is voor drift-reductie, in Vlaanderen mogelijk niet aanvaard wordt en omgekeerd.

Deze verschillen leiden in de praktijk tot complexe toepassingen en vragen om een goede kennis van de lokale regels en erkenningen. In dit artikel verduidelijken we de Vlaamse regelgeving.

Belangrijkste doelstellingen

De IPM-checklist legt duidelijke verplichtingen op. Voor landbouwers betekent dit dat alle maatregelen van Niveau I verplicht zijn (100%), 70% van de maatregelen uit Niveau II moet behaald worden en maatregelen niveau III zijn een aanbeveling. Tabel 1 geeft de wijzigingen weer op het gebied van spuittechniek die van kracht zullen worden op 1 januari 2026.

Vanaf 1 januari 2026 moeten landbouwers een drift-reductie van 90% behalen bij het spuiten. Om hieraan te voldoen, zijn er in Vlaanderen 2 mogelijkheden. Ofwel gebruik je 90% drifreducerende doppen of je gebruikt spuitdoppen van een lagere driftklasse en combineert dit met een driftreducerende techniek. Constructeurs hebben hiervoor intussen een breed aanbod aan technische oplossingen. Het PCLT geeft in dit artikel een overzicht van de mogelijkheden.

27-spuittechniek-01-web

90% driftreducerende doppen

Het gebruik van erkende driftreducerende spuitdoppen is de eenvoudigste manier om aan de wetgeving te voldoen. De officiële lijst met erkende doppen wordt beheerd door het ILVO en is te raadplegen op https://fytoweb.be. Deze doppen produceren grovere druppels, die minder snel wegdrijven met de wind. Gezien de beperkte erkenningen blijven er in de praktijk slechts enkele keuzemogelijkheden over. De meeste gebruikers opteren voor een dopkaliber 03 tot 04, die een afgifte geven van 250 tot 400 l/ha.

Vorig jaar werd er nog een update van erkende spuitdoppen gepubliceerd. Uit de recentste lijsten blijkt dat de volgende types het meest geschikt zijn: Lechler ID3 120 vanaf dopkaliber 03, Teejet TTI 60 vanaf dopkaliber 03 en Agrotop XL vanaf dopkaliber 04. Alle andere dopmerken en soorten starten echter vanaf dopkaliber 05 (meer dan 450 l/ha). De TTI60 Teejet maakt gebruik van de Twin-technologie om beter in het gewas te dringen. Een doorstroomsysteem, dat op de meer recente spuittoestellen is voorzien, is aanbevolen voor deze spuitdop. De TTI60 is ook conform voor pulserend spuiten (PWM-techniek), bij een druk van 2 tot 5 bar.

Toch zijn het zeker niet alleen 90% driftreducerende doppen die over de toonbank gaan. Een belangrijk nadeel bij een grovere druppel is de slechtere bedekking. Om hieraan tegemoet te komen, moet er gewerkt worden met hogere volumes water (meer liter per hectare). Dit vergt meer tankbeurten, waardoor de capaciteit en efficiëntie afneemt.

Bij de gedragen spuiten en bij de doorsneelandbouwer zullen we vooral deze 90% driftreducerende doppen zien, maar bij gespecialiseerde akkerbouwers en loonwerkers met de grotere getrokken landbouwspuiten en zelfrijders zien we een sterke opmars van driftreducerende technieken om toch nog met fijnere druppels te kunnen spuiten.

Verlaagde spuitboom uitgerust met camera

Het combineren met een verlaagde spuitboomhoogte (30 cm) en verkorte dopafstand (25 cm) zorgt voor een verhoging van 1 klasse drift. De dopafstand van 50 naar 25 cm brengen, laat toe om met 75 % doppen de norm van 90 % te behalen. Dat leidt tot een optimale bedekking en een constante druppelgrootte. Het verlagen van de spuitboomhoogte is een doeltreffende manier om drift te beperken. Doordat de spuitdruppels minder afstand moeten afleggen, is de invloed van de wind aanzienlijk kleiner.

Een belangrijke voorwaarde bij deze techniek is wel dat de boomhoogte continu bewaakt wordt. Daarom moet het gebruik van een automatische boomstabilisatie met sensoren verplicht gecombineerd worden met een lage boomhoogte, om die constante afstand tot het gewas te garanderen.

Bij lagere snelheden (minder dan 6 km/uur) wordt nog steeds een groot volume vloeistof toegediend. Deze maatregel wordt momenteel in Wallonië al meer toegepast, daar er grotere velden en dus hogere rijsnelheden worden gehaald. Ook in Nederland wordt deze techniek vaak toegepast, mede door hun wetgeving.

Wingssprayer zorgt voor betere indringing

Een sleepdoek, zoals toegepast bij het Wingssprayer-systeem, bouwt verder op het principe van afscherming van de spuitboom. Een flexibele plaat in kunststof wordt over de volledige breedte aan de spuitboom bevestigd en sleept mee over het gewas of de bodem. Daardoor blijven de spuitdoppen zeer laag en dicht bij het doeloppervlak. De dopafstand is hier maximaal 33 cm. De Wingssprayer is een universeel systeem dat op vrijwel elke spuitboom gemonteerd kan worden.

De Wingssprayercreërt een neerwaartse luchtstroom.
De Wingssprayercreërt een neerwaartse luchtstroom. - Foto: Delvano

De sleepdoek beschermt de spuitdruppels tegen wind, duwt het gewas open, zodat de druppels dieper doordringen, en houdt de spuitdoppen constant op gelijke hoogte. Door die windafscherming en gecontroleerde nevelvorming wordt bijna geen spuitmiddel naar buiten geblazen. Dankzij horizontaal geplaatste ‘vleugels’ creëert het systeem een neerwaartse luchtstroom die het gewas subtiel opent, waardoor fijne druppeltjes (50-350 µm) diep in het gewas dringen, ook in de onderkant van de bladeren.

Door een verbeterde bedekking en penetratie beweert men minder gewasbeschermingsmiddelen nodig te hebben. Door deze neerwaartse luchtstroom kan er tot een iets hogere windsnelheid gespoten worden. Het nadeel van dit systeem is het grote extra gewicht aan de spuitboom.

Luchtondersteuning stabiliseert

Bij spuittoestellen met luchtondersteuning wordt een krachtige luchtstroom met hoge snelheid en volume vlak voor of achter de spuitdoppen over de volledige breedte van de boom verdeeld. Deze neerwaartse luchtstroom voorkomt dat de wind grip krijgt op de fijne spuitdruppels en helpt om ze gericht naar het gewas of de bodem te transporteren. Via een krachtige ventilator wordt een gerichte luchtstroom langs de spuitboom geleid, die ervoor zorgt dat de spuitdruppels gecontroleerd en diep in het gewas terechtkomen. De luchtstroom stabiliseert de druppels, voorkomt afdrijving door wind en verhoogt tegelijk de bedekking van het gewas. . Vooral bij moeilijk bereikbare gewassen of onder winderige omstandigheden heeft dit systeem een grote meerwaarde. Een bijkomend voordeel is de aanpasbaarheid: door de spuitboom lichtjes naar voren of achteren te kantelen, kan de richting van de luchtstroom eenvoudig afgestemd worden op de windrichting en gewasomstandigheden.

Luchtondersteuning op de spuitboom is een techniek die Hardi al 30 jaar aanbiedt.
Luchtondersteuning op de spuitboom is een techniek die Hardi al 30 jaar aanbiedt. - Foto: Hardi

Dynamisch pulserend spuiten

PWM is per definitie geen erkende driftreducerende techniek op zich, maar het laat wel toe om met een 90% driftreducerende spuitdop te spuiten (grotere dopmaten) én toch te beperken in volumes water. Dynamisch pulserend spuiten of PWM (Pulse Width Method) regelt iedere dop individueel. Via een elektromagnetische klep wordt de frequentie gestuurd tussen aandeel open (spuiten) tegenover aandeel gesloten (niet spuiten). Op die manier kan de maximale driftreducerende werking van de spuitdop gegarandeerd blijven bij toenemende snelheden. De druk blijft dezelfde, alleen de frequentie van afsluiten daalt bij oplopende snelheid.

Elektromagnetische frequentiesturing of PWM-doppen compenseren in de bocht.
Elektromagnetische frequentiesturing of PWM-doppen compenseren in de bocht. - Beeld: Agrifac

Deze technologie laat toe om de dosering bij bochten te compenseren. De spuitdoppen aan de buitenkant moeten dan sneller openen en sluiten, de binnenkant trager. Daarnaast geeft PWM ook de mogelijkheid om via taakkaarten de dosering aan te passen op individueel dopniveau, iets wat tot nu toe alleen mogelijk was op de totale boombreedte of per sectie. In combinatie met een taakkaart kan zo tot 90% aan gewasbeschermingsmiddelen bespaard worden.

Vario-Select

Vario-Select is een geavanceerd spuitdoppenwisselsysteem dat het mogelijk maakt om tijdens het rijden automatisch de optimale spuitdop te kiezen of te combineren. Het systeem combineert 4 verschillende sproeidoppen, wat tot 16 verschillende toepassingsniveaus mogelijk maakt (van 0 tot circa 800 l/min).

Vario-Select spuitdoppenwisselsysteem zorgt voor 16 verschillende mogelijkheden.
Vario-Select spuitdoppenwisselsysteem zorgt voor 16 verschillende mogelijkheden. - Foto: Beyne

De gebruiker stelt daarbij parameters in, zoals druppelgrootte, druk en rijsnelheid. Het systeem geeft realtimeadvies aangaande wat de beste dopcombinatie is. Door bij toenemende rijsnelheid over te schakelen naar een andere dop of door een combinatie op te starten wordt vermeden dat met een te hoge druk gespoten wordt. Daardoor wordt een onbedoelde driftverhoging vermeden. De dopkeuze wordt al rijdend veranderd in functie van het ingestelde drukplafond. Dit systeem laat ook toe om bochtcompensatie toe te passen.

Elektrische lading aan spuitvloeistof

Het MagrowTec-systeem maakt gebruik van magnetische beïnvloeding van de sproeivloeistof, waardoor er een consistentere druppelvorming ontstaat. De technologie geeft een elektrische lading aan de spuitvloeistof en zorgt zo voor een gelijkmatige en betere bedekking van het gewas. Door de elektrische lading zou het product zich beter aan het gewas vasthechten, waardoor minder water en spuitmiddel nodig is voor een doeltreffende behandeling.

Magrow Tec geeft de spuitvloeistof een magnetische lading.
Magrow Tec geeft de spuitvloeistof een magnetische lading. - Foto: Beyne

In Nederland is deze technologie erkend als driftreductietechnologie. Deze technologie kan op bestaande spuittoestellen geïnstalleerd worden.

Lucht en vloeistof perfect gemengd

Aritec, Airjet en HTA zijn systemen die werken met een aparte luchtcompressor die lucht en vloeistof actief mengt, nog vóór deze in de spuitdop komen. Dit zorgt voor een homogene en regelbare druppelgrootte, onafhankelijk van rijsnelheid of dosering. De druppelgrootte wordt bepaald door enerzijds de luchtdruk en anderzijds de waterdruk. Via de spuitcomputer wordt automatisch de lucht- en waterdruk aangepast om een constante druppelgrootte te behouden. De gewenste druppelgrootte – van zeer fijn tot zeer grof – wordt vooraf ingesteld.

Deze techniek maakt het mogelijk om bij lage volumes toch een uitstekende dekking te realiseren, met minder risico op drift. Door de actief toegevoegde lucht verlaat de spuitvloeistof de dop met hogere snelheid dan bij een klassieke dop. De druppels bereiken sneller het gewas, wat drift vermindert en zorgt voor een betere bedekking, ook dieper in het gewas.

Bart Vandaele (PCLT)

Lees ook in Mechanisatie

Diverse machines om voederbieten te reinigen gedemonstreerd

Akkerbouw Op het einde van de afgelopen winter organiseerde het Landbouwcentrum Voedergewassen (LCV), HoGent AgroFoodNature (Proefhoeve Bottelare HoGent-UGent) en Hooibeekhoeve in samenwerking met Anné mechanisatie, VDW Constructie, en Franco en Zoon BV, een demonstratie over het reinigen van voederbieten. Dat is een absolute must bij het inkuilen of bij vervoedering.
Meer artikelen bekijken