Startpagina Granen

Graanbeurs zoekt handelaars

Opzoekingen toonden aan dat de graanbeurs 100 jaar, of zelfs al langer zou bestaan. Nu blijven er nog slechts zeven graanhandelaars over. Tijdens het feest vorige week werd stilgestaan bij de geschiedenis en werd opgeroepen om de beurs nieuw leven in te blazen.

Leestijd : 3 min

Iedereen in Kortrijk boven de 50 jaar kent wel de maandagbeurs. Het was een wekelijkse graanbeurs, maar het was veel meer dan een ontmoetingsplaats voor de mensen uit de graansector. Ook lijnzaadhandelaars, vlaskoopmannen en vlassers, aardappelhandelaars en landbouwers kwamen elkaar daar tegen.

Een dag op de maandagbeurs

Elke maandag verliep de maandagbeurs ongeveer met hetzelfde stramien. Om 3 à 4 uur ‘s morgens begon de veemarkt al. Tegen 7u ‘s morgens startte dan de wekelijkse maandagmarkt. Om 13u begon op de Veemarkt de groothandelaarsmarkt in groenten en fruit en om 15u startte uiteindelijk de beurs.

De graanbeurs nu begint om 18 uur en stopt rond 21 uur.

Koop en verkoop

Voor de beurs zelf kon de Grote Markt van Kortrijk vollopen met zo’n 200 mensen. Er werd duchtig gekocht en verkocht. Goederen die in de loop van de voorbije dagen gekocht werden, zoals vlas of graan, werden maandag op de beurs betaald. Bij grote bedragen kon die betaling doorgaan in enkele cafés op de markt die een ruimte hiervoor ter beschikking stelden.

Geen volatiliteit

De prijs van het materiaal, zoals zaailijnzaad, zaaigraan of vroege aardappelen, werd echter bediscussieerd en bepaald in open lucht. De prijs van de vroege aardappelen werd zelfs aanzien als richtinggevend: tot halfweg de jaren 60 werd in de periode tussen half juni - einde juli die prijs meegedeeld via Radio 1.

Indertijd sprak men nog niet van volatiliteit: graanprijzen schommelden tijdens de ganse campagne maar 10 à 20 euro.

Niet alleen op de Grote Markt, maar in heel Kortrijk werden zaakjes gedaan. De vrouwen van de handelaars kwamen namelijk vaak mee om te winkelen in de stad. In het algemeen was maandag dus een topdag voor de Kortrijkse handelaars.

Kortrijk ‘Etappengebied’

Omer Soubry, gezegend met zijn 79 jaar, weet ons iets te vertellen over de geschiedenis van de graanbeurs: “Gaan we 100 jaar terug in de tijd naar het oorlogsjaar 1917, dan was Kortrijk een bezette stad, maar ook etappengebied. Dit betekende dat mensen overal naartoe konden gaan zonder al te veel moeilijkheden. Er was toen ook sprake van een beurs: om de werkgelegenheid te voorzien was het zaaien en bewerken van vlas toegelaten. Er was ook een sterke activiteit in de handel van elite zaailijnzaad afkomstig uit Riga en Rusland.”

In november 1915 moest het lijnzaad in het Vlasmagazijn ingeleverd worden. De landbouwers kregen hiervoor 62,5 frank per geleverde kg lijnzaad. Er werd ook bepaald hoeveel lijnzaad de landbouwer mocht gebruiken om zelf te zaaien.

Dus handel was er toen zeker, ook al was die in de oorlogen beperkt door het gebrek aan grondstoffen. Terwijl voor andere zaden handel bijna onmogelijk was, kwam handel in vlas er nog het beste uit.

Vrolijk weerzien

Terug in 2017 wordt er nog steeds op maandag gehandeld, maar er blijven na al die jaren nog maar zeven handelaren, enkel in graan, over. Tijdens de receptie kwamen handelaars elkaar weer tegen. En dat is ook de bedoeling van het evenement. “Een beurs heeft een sociaal doel. Als mensen wat meer samen zouden komen, worden de problemen op het terrein besproken en is het mogelijk dat betere marges worden gerealiseerd. We merken dat op de speciale beurzen de belangstelling ook groeit, wat juist de nood aantoont van sociaal contact en netwerken,” aldus Francis Hervent.

Vriendschappen werden opgerakeld en onder weelderig vloeiend gerstenat werden tal van anekdotes en verhalen over de graanmarkt uitgewisseld. Want wat is een graanmarkt nog zonder een goede pint bier? Ook Bobbejaan zou daarmee akkoord gaan.

MV

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken