Pioenen: late lentezoenen in de tuin

Pioenen zijn bijzonder sterke en gezonde winterharde planten. Op de juiste manier op een niet te natte grond geplant staan ze garant voor vele jaren tuinplezier en kunnen ze letterlijk levenslang meegaan. Pioenen zijn weinig gevoelig voor ziekten en plagen en hebben ook geen last van slakkenvraat of wildschade. Bovendien zijn ze door hun herkomst, op enkele soorten boompioenen na, in ons klimaat perfect winterhard.

Hun absolute troef zijn natuurlijk hun mooie, stevige bloemen in vele vormen, kleuren en tinten waarvan vele soorten ook nog een heerlijke geur verspreiden. De bloemen staan, ondanks hun grootte, steeds fier rechtop op het einde van de stevige stengels en doen het ook prima als snijbloem.

Bovendien zijn ze mooi van de lente tot de herfst: pioenen zijn, met uitzondering van de boompioenen, vaste planten die ondergronds overwinteren. In de lente loopt het loof vaak roodachtig, bronskleurig tot purperbruin uit. Algauw schieten uit het loof de bloeistengels met hun bolronde knoppen tevoorschijn. In de zomermaanden, na de bloei, tooit de plant zich met sierlijke zaaddozen. Het loof van de meeste pioenen blijft in tegenstelling tot dat van vele andere vaste planten mooi tot in de herfst en krijgt een mooie bronzen herfsttint alvorens af te sterven.

Botanisch

Pioenen hebben sedert het begin van de 19e eeuw hun eigen familie, namelijk de Paeoniaceae, die slechts één geslacht omvat, dat van de pioenen ( Paeonia). Wat plantkundig heel eenvoudig lijkt, is dat niet: er zijn wel 26 verschillende soorten wilde pioenen en vele honderden tuinhybriden, ontstaan door selectie uit de soorten of door kruising van de soorten onderling. Veruit de meeste soorten zijn kruidachtig en worden tot de vaste planten gerekend (doorlevend, maar sterven bovengronds af in de winterperiode). Andere zijn houtachtig (boompioenen), waarbij een stuk stengel verhout, waaruit ieder jaar opnieuw de jonge bloemstelen groeien. Hierdoor hebben deze planten een meer struikvormig uiterlijk. De voornaamste soorten zijn:

De officinalis groep of de boerenpioen is de soort die bij ons veruit het meest wordt aangetroffen in de tuinen. Deze groep bevat zowel enkelbloemigen als cultivars met gevulde bloemen. Deze planten bloeien in mei/juni en worden tot 80 cm hoog. De gevuldbloemige cultivars zijn het best geschikt voor in de tuin en als snijbloem (“Alba Plena” wit-roze, “Rosea Plena” roze en “Rubra Plena” rood).

De Lactiflora groep of de Chinese pioenroos. Dit is de meest omvangrijke groep kruidachtige pioenen. De mooiste snijbloempioenen en de mooiste tuinhybriden behoren tot deze groep. Ook deze groep bevat enkelbloemige soorten, die hun schoonheid vaak ontlenen aan de contrasterende kleur van de stuifmeeldraden zoals: “Jan Van Leeuwen” wit en “Yellow Queen” geel. Er zijn ook anemoonbloemige soorten met één of twee rijen kroonbladeren zoals: “Bowl of Beauty” en “Antwerpen”, allebei roze. Mooie gevuldbloemige soorten, waarbij de stuifmeeldraden omgevormd zijn tot kroonbladeren, zijn: “Sarah Bernhardt” roze en “Duchesse de Nemours” wit.

Boompioenen . De meest gekende boompioen is de Paeonia suffruticosa . Deze verhoutende, struikachtige plant wordt tot 2 m hoog en bloeit in mei met witte, purperen of roze, enkelvoudige bloemen. Momenteel zijn er een aantal mooie cultivars in verschillende tinten op de markt die goed winterhard zijn. Ook Paeonia delavayi met zijn 9 cm grote, rode bloemen en zijn tot 1,5 m hoog wordende struik, Paeonia lutea met gele bloemen en een forse, tot 3 m hoog groeiende struik en Paeonia ludlowii met zijn gele bloemen en tot 2 m hoog uitgroeiende forse struik leveren mooie en gezonde boompioenen.

Pioenen in de tuin

Pioenen groeien liefst op een open, zonnige plaats, maar heel wat struikpioenen en bijna alle boompioenen doen het ook nog goed in de halfschaduw. De vroegbloeiende boompioenen geven de voorkeur aan een plekje beschut voor noord- en oostenwinden, zodat de vroege bloemen gevrijwaard blijven van vorstschade. Pioenen groeien liefst in een rijke, vochtige, goed drainerende grond.

Pioenen houden niet van concurrentie van andere planten, geef ze voldoende vrije ruimte (+/- 1 m²) voor een goede groei en bloei. In tegenstelling tot veel andere planten is de ideale (ver)plantperiode beperkt, ook als de pioenen in pot gekweekt zijn: het vroege najaar (half september tot half oktober). Plant struikpioenen heel oppervlakkig, de knoppen van de wortelstok mogen slechts enkele cm onder de grond zitten, anders is de kans heel groot dat ze weinig of niet gaan bloeien.

GB

Meest recent

Meest recent