Startpagina Droogte

Boeren met bomen op de Ongenaerthoeve in Verrebroek

In het hart van de Wase polders ligt de Ongenaerthoeve, het bedrijf van François Ongenaert. Hij verbouwt er vooral granen en sinds kort ook groenten. In 1995 begon hij met het aanplanten van bomen, eerst naast en dan op zijn akkers. Nu begint hij er (letterlijk) de vruchten van te plukken. “Maar droogte blijft droogte”, nuanceert hij.

Leestijd : 5 min

Het begon met de wind. Dertig jaar geleden raasde die onbelemmerd in de weidse, open polder. François plantte een windscherm aan, met lijsterbes en zwarte es. Later omzoomde hij zijn hele bedrijf met een haag en een rij wilgen. Pas in 2012 begon hij met boslandbouw in de strikte zin van het woord.

Op de weide waar vroeger zijn biovarkens liepen, plantte hij verschillende rijen wintereiken. Op het perceel daarnaast kwamen niet-veredelde notelaars. Nog een ander perceel beplantte François recent met kerselaars en veredelde notelaars. Ertussen plaatste hij struiken: blauwe honingbes, gele kornoelje, blauwe bessen en hazelaars. Tussen de rijen teelt hij groente. Die moest hij tijdens de droogte wel degelijk beregenen. Welk nut heeft boslandbouw voor François? Zou u er ook wel bij kunnen varen?

Wat merkt u op het veld door de aanplant van de bomen?

“Als de bomen klein zijn, zoals hier bij de groenten, is er weinig verschil. In dat stadium zijn het meer de stroken gras of wilde bloemen tussen de bomen en de groentebedden die ecosysteemdiensten leveren. Ze trekken bijvoorbeeld predatoren aan.” “Wanneer de bomen groter worden, zoals in het weiland, zie je dat op zo’n 5 m van de bomenrij een mooi groene zone van 5 m breed ligt, ondanks de droogte. Pal naast de bomen en de struiken is het gras verdord. Hier ondervindt het nadeel van de competitie met de bomen.”

Hoeveel schaduw geven de bomen?

“Eik en niet-veredelde walnoot krijgen respectievelijk een gigantische en een redelijk grote kruin. Ze staan hier op het weiland op 10 m van elkaar, terwijl de rijen op 15 m afstand liggen. Eens ze volgroeid zijn, zorgen ze voor 80  % schaduw. Dan kan je hier geen groenten meer telen. Enkel gras gedijt zo.”

“Wind is de helft van het verhaal. Breek je de wind, dan heb je minder uitdroging”, ervaart François.
“Wind is de helft van het verhaal. Breek je de wind, dan heb je minder uitdroging”, ervaart François. - DC

Wat zal er dan gebeuren met het groenteperceel?

“Op het groenteperceel staan de bomenrijen 20 m uit elkaar. Aangezien het om kerselaar en veredelde notelaar gaat, blijft de kruin kleiner. Als je je bomenrijen noord-zuid oriënteert valt de meeste schaduw op de volgende boom, en niet op je veld. En soms is schaduw goed, dat hebben we vorige maand mogen merken.”

Nemen bomen nutriënten af van de gewassen?

“Bomen roven, wordt gezegd. Vlak naast de bomenrij krijg je inderdaad een mindere opbrengst. Maar de wortels van struiken en bomen zijn anders dan die van landbouwgewassen. Ze vormen een vangnet voor nutriënten die de éénjarige gewassen laten gaan. In de herfst stellen ze die nutriënten weer vrij, via de bladval. Dat maakt dat je geen verliezen hebt, en geen teveel aan stikstof en fosfor in het water.”

Hoeveel van uw areaal verliest u door bomen te planten?

“Je moet toch rekenen dat de bomen en de zones errond 5 à 10 % van je areaal innemen. In het begin zijn die stroken smaller, omdat de bomen nog jong zijn. Toch heb je in totaal meer biomassa-opbrengst. Bomen en struiken creëren reliëf in je systeem. Zo vang je meer licht in totaal.” “Uiteindelijk compenseren de bomen je opbrengstverlies. In eerste instantie doen ze dat door vruchten te produceren. Voor kerselaars duurt het weliswaar 10 jaar voor ze in volle productie komen. Notelaars hebben nog net iets langer nodig. Ten slotte kan je het hout oogsten.”

Dat duurt vast nog langer dan 10 jaar.

“Makkelijk 50 jaar. Vroeger zei ik weleens dat ik die eiken plantte voor mijn pensioen. Dat klopt niet. Het is voor het pensioen van mijn kinderen (lacht, maar wordt meteen weer ernstig). De meeste boeren hebben leningen. Die hebben onmiddellijk rendement nodig. Ik heb het gedaan omdat het kon: mijn leningen waren afbetaald en mijn kinderen groot. Als ik het niet deed op dat moment, wie dan wel?”

“Op het groenteperceel staan de bomenrijen 20 m uit elkaar”, verduidelijkt François.
“Op het groenteperceel staan de bomenrijen 20 m uit elkaar”, verduidelijkt François. - DC

Heeft de droogte dankzij de bomen minder effect op uw gewassen? Ik zag dat u nog beregent.

“Wij beregenen vooral wanneer we net geplant hebben. Maar schaduw of geen schaduw, het blijft droog. Maar wind is de helft van het verhaal. Breek je de wind, dan heb je minder uitdroging. Dat is wat de bomen en struiken hier ook doen. Dat geldt niet alleen bij droogte. Ook vrieskou overleven gewassen beter met beschutting, achter een haag of een glazen plaat.” “Trouwens, toen er een tijd geleden zware hagel viel, heeft mijn glazen serre het overleefd. De bomen hebben toen de hagelbollen opgevangen.”

U werkt bio sinds 1994. Wat brengt boslandbouw nog bij?

“Ik koos jaren geleden voor bio, omdat ik minder inputs wilde gebruiken. Bio heeft dat niet helemaal waargemaakt voor mij. Ik bleef voor een stuk afhankelijk van de gangbare landbouw, vooral voor mest. Hoe meer bioboeren erbij zullen komen, hoe makkelijker het wordt om aan mest te geraken. Maar nu zijn de afstanden zo groot dat erom rijden geen steek houdt. Dan kies je voor organisch afval van de gangbare landbouw: vinasse, bloedmeel …” “Bomen vangen nutriënten op en geven ze opnieuw af. Daardoor ben ik minder afhankelijk van die inputs. Het maakt van boslandbouw en bio een ideale combinatie.”

Kan boslandbouw ook op een conventioneel bedrijf?

“Je kan ermee beginnen, maar je zult een keuze moeten maken. Veel van wat je opbouwt - bodemleven, natuurlijke bestrijders… - maak je weer kapot door bijvoorbeeld te gaan bespuiten.” “Boslandbouw is geen eindpunt voor mij. Ik evolueer nog verder. Op één perceel probeer ik permacultuur uit. Daar overheersen bomen en struiken. Het wordt een boomgaard met strookjes groenten, of een voedselbos.”

“Je krijgt te maken met heel veel teelten en gewassen. Met die diversiteit moet je om leren gaan”, beschrijft François.
“Je krijgt te maken met heel veel teelten en gewassen. Met die diversiteit moet je om leren gaan”, beschrijft François. - DC

U sloot eerder de varkenstak van het bedrijf af. Zou u niet opnieuw dieren willen houden voor mest?

“Ik sta te springen om er dieren bij te nemen, vooral herkauwers. En kippen! Ik zaai zelf graan uit. De kleine korreltjes zou ik aan de kippen willen geven. Ook varkens zijn goed in het valoriseren van restproducten. Ik wil alleen geen geiten, want die eten mijn bomen en struiken op (lacht).”

Hebt u steun gehad aan de Vlaamse subsidies voor boslandbouw?

“Bij de meeste aanplanten heb ik kunnen genieten van een terugbetaling van 80 %, op het bedrag zonder BTW. Wat struiken betreft komen hazelaars wel in aanmerking voor een subsidie, maar bessenstruiken niet.”

Welke aanpassingen heeft u moeten doen?

“Je krijgt te maken met heel veel teelten en gewassen. Met die diversiteit moet je om leren gaan. Ik heb cursussen gevolgd om bomen te snoeien. Bomen voor houtproductie kan ik nu zelf prima snoeien. De plaatselijke hoogstamfruitboomvereniging verzorgt de fruitbomen. Eigenlijk is boslandbouw niets nieuws. Vroeger liep het vee ook onder de hoogstamfruitbomen.”

Wie meer wil weten raadt François het boek ‘Herstellende landbouw’ van Mark Shepard aan. Ook op www.agroforestryvlaanderen.be vindt u veel informatie.

DC

Startpagina Groenten Leestijd : 5 min 3 photos Chapitre De boer en zijn aandeelhoudersDe boer en zijn aandeelhouders 1 photo

Lees ook in Droogte

Droogtecommissie stelt versoepeling oppompverbod voor

Akkerbouw De Droogtecommissie in Vlaanderen heeft voorgesteld om het verbod om water op te pompen uit onbevaarbare waterlopen, aan te houden. De captatieverboden op de bevaarbare waterwegen in het IJzerbekken en op de Moervaart kunnen wel op de schop, met uitzondering van de plaatsen waar er nog blauwalgen zijn.
Meer artikelen bekijken