Startpagina Melkvee

Koeien in ‘t cachot

Henri en David zijn veroordeelde gevangenen, geen boeren. Toch staan ze elke dag op om 5 u om de koeien te melken. Een andere gedetineerde, Guido, ploegt akkers om die niet de zijne zijn. Op het Penitentiair Landbouwcentrum van Ruiselede werken de drie mannen hun straf van zich af.

Leestijd : 9 min

Het Penitentiair Landbouwcentrum (PLC) in Ruiselede is een gevangenis met 121 melkkoeien en 145 ha grond. Tegelijk is het een melkveebedrijf waar 60 mannelijke gedetineerden het laatste deel van hun straf uitzitten.

Werken staat er centraal. De meeste gevangenen doen dat in het werkhuis, waar ze houten paletten herstellen of rekken voor een bepaalde supermarktketen in elkaar zetten. Anderen zorgen mee voor het onderhoud van de faciliteiten. Ze kuisen, koken of doen herstellingen. Een selecte groep van ongeveer een tiental staat in voor de boerderij. Ze verdienen € 1,25 per uur, voor een kalving krijg je extra.

Eigen initiatief

Drie van hen willen Landbouwleven te woord staan. De eerste, Henri, is in de smidse aan het werk in een blauwe overall. Iedereen op het erf heeft werkkleren aan. Het valt moeilijk te zeggen of iemand personeelslid is, of gedetineerde. Henri maakt een gespannen indruk. Voor we kunnen praten moet hij nog een kalf ‘versteken’. En een sigaretje roken.

Wat Henri doet op de boerderij? “De koeien melken, en ze gaan halen op de wei. Wanneer ik tijd over heb, zit ik te lassen in de smidse. Die hekken aan de stal daar (zie foto) heb ik zelf gemaakt”, wijst hij.

Gedetineerde Henri laste op eigen initiatief deze hekken. Dat maakt het werken  comfortabeler.
Gedetineerde Henri laste op eigen initiatief deze hekken. Dat maakt het werken comfortabeler. - DC

Dat gebeurde op zijn eigen initiatief. “Als dat goed werk is, hebben de cheffen (of cipiers, red.) er niets op tegen. Wij hebben dat voor ons gemak gemaakt, anders zitten we zelf te sukkelen”, legt Henri een beetje verdedigend uit. Vroeger hing er gewoon een koord, waar dan af en toe eens een koe onderdoor dook en weg wandelde. “Lassen kon ik al een beetje, maar hier heb ik het echt geleerd”, knikt hij tevreden.

Henri, de smid

Vroeger ging hij kippen vangen voor transport bij een boer. Daar kwam hij ook in aanraking met varkens. Melkkoeien, dat was iets nieuws. “Ik heb hier alles van nul moeten leren: melken, kalvingen begeleiden... We zijn heel erg bezig met het voeder van de koeien. Mais, voederbieten, TMR, koeken (krachtvoer, red.), eten ze er wel genoeg van?”, vertelt hij ingetogen.

Henri heeft alles van nul moeten leren: kalvingen begeleiden, melken, voederen ...
Henri heeft alles van nul moeten leren: kalvingen begeleiden, melken, voederen ... - DC

Wat doen ze dan om de koeien goed te laten eten? “Voor ze naar de wei gaan controleren we of ze voldoende gegeten hebben. We halen ze ook op tijd binnen. Verder houden we goed in de gaten wanneer het tijd is om ze naar een andere wei te brengen”, antwoordt Henri. Hij voegt eraan toe dat in juni bleek dat ze 13.000 liter meer gemolken hebben dan de ploeg het jaar voordien. “En heel weinig gevallen van mastitis”, benadrukt hij.

“Die goede resultaten doen me plezier natuurlijk”, geeft Henri schoorvoetend toe. “Ik doe dat met mijn hart. In de boerenstiel terechtkomen, dat is een jeugddroom van mij.” Zijn tijd op het PLC loopt ten einde. Nog een goede week en hij is weer een vrij man. Zijn opvolger leidt hij niet zelf op, en hij weet goed waarom. “Die nieuwe in opleiding, dat is niet hetzelfde. Die jongere generatie wil zo niet mee, en dan maak ik mij daar kwaad in.”

David, de melkboer

Toen Henri dat zei, had hij het vast niet over David. De jongeman van 28 draait nu al bijna een jaar mee met de melkploeg. “We gaan Henri hier missen, en dat zeg ik uit de grond van mijn hart. Een goede werker”, zegt hij. Hij begrijpt ’s mans frustratie wel. “We hebben het al een paar keer voorgehad dat iemand die we proberen opleiden al stopt na een week. Ze zien alleen het mooie. Ze denken dat het speeltijd is, maar je moet je hoofd erbij houden. Als er een koe tochtig is, moet je ’t gezien hebben. Dat soort engagement is niet zo makkelijk te vinden. Gelukkig hebben we nu iemand gevonden met wie het de goede kant uitgaat.”

Er komt een nieuwe melkput om de oude 2 x 8 te vervangen. David van de melkploeg is enthousiast, maar hoopt weer vrij te zijn tegen die tijd.
Er komt een nieuwe melkput om de oude 2 x 8 te vervangen. David van de melkploeg is enthousiast, maar hoopt weer vrij te zijn tegen die tijd. - DC

Deel uitmaken van de melkploeg loont wel degelijk de moeite, volgens David. “’t Is een goede groep in de melkput. We werken de hele dag samen. Omdat we vroeger opstaan dan de rest ontbijten we apart. Ook het avondeten is onder ons, omdat we melken van zes tot acht. Dat schept een band.”

Wat Henri als een volleerde boer verzweeg, moet David al snel van de lever: “Nu hebben we een beetje miserie. De laatste week hebben we drie zieke koeien gehad. De veearts is net geweest. Eén had net gekalfd, en ging van 35 liter per dag naar zo goed als niets. Waarschijnlijk komt dat omdat we een halve week zonder krachtvoer zaten, door een misverstand met de meelfabriek. Spijtig, hé. De potstal, onze ziekenboeg, heeft zo lang leeg gestaan. Ja, ‘t houdt me wel bezig.”

Nultolerantie

“De stier moest gisteren naar ’t slachthuis, omdat hij wat te zot deed”, vertelt David nog. “Hij probeerde over het hek te springen, maar gelukkig bleef hij hangen. Kwaad heeft hij niet kunnen aanrichten, maar hij was meteen van het bedrijf af. Voor melkkoeien geldt dat ook. Vanaf het moment dat een koe een keer stampt naar iemand, gaat ze weg, ook al geeft ze 40 liter per dag.”

Voor de gedetineerden geldt eigenlijk hetzelfde. Op het PLC wordt geen enkele vorm van geweld getolereerd, ook niet naar de dieren toe. Daarnaast voert het personeel regelmatig alcohol- en drugstesten uit. Wie zondigt, vliegt er onherroepelijk uit, terug naar de gevangenis van Brugge of een andere strafinrichting. Daarnaast dragen ook de buitenlucht, het harde werk en het grote gevoel van vrijheid bij tot een goede sfeer. Volgens David vallen hier minder incidenten tussen gevangenen voor dan in een gewone gevangenis: “Ergens anders gaat ‘t rapper miserie zijn dan hier. Mensen verliezen zich dan in discussies over domme dingen.”

Guido, de tuinbouwer

Gevangenen lijken zich dus beter te gedragen in het PLC, maar of ze er ook als een beter mens weer buiten stappen? Guido, een andere gedetineerde, is daar lang niet zeker van. “Dat ligt aan jezelf”, haalt hij zijn schouders op. “De mensen die hier buiten komen, zijn daarom niet veranderd.”

Hijzelf werkt op het veld met de tractor en ontfermt zich over de uitgebreide moestuin die alle gevangenen in het penitentiair centrum van verse groenten voorziet. Waarom koos hij daarvoor? “Ik heb zelf een landbouwbedrijf. Dat heb ik overgenomen van mijn ouders. Ik rijd al met de tractor van mijn 7de, en dat is nu 50 jaar geleden.” Van David hoor ik dat Guido nog ploegwedstrijden heeft gewonnen vroeger.

Toch doet hij hier liever de moestuin. “In den hof werken, dat is planten, zaaien en na een tijdje oogsten. Je hebt resultaat van je werk, waar je dan tevreden over kan zijn”, legt hij begeesterd uit. “Ik heb het land geploegd voor de mais, maar hoe goed ik ook mijn best heb gedaan, die opbrengst valt nu dik tegen. Het weer blijft altijd de spelbreker in de landbouw, hé?”

Met één been buiten

Guido weet goed waarom hij zich voor dit werk heeft aangemeld: “In een gewone gevangenis zit je 22 uur per dag in een cel. Dat is niet goed voor je lichaam. Hier heb je de weiden voor jezelf, tenminste als ze weten dat je je werk doet. Je blijft in conditie. Bovendien ben je beter voorbereid op de dag dat je weer vrijkomt. Je staat hier met één been in de gewone wereld”, schetst hij.

“Je staat hier met één been in de gewone wereld”, schetst gedetineerde en  landbouwer Guido.
“Je staat hier met één been in de gewone wereld”, schetst gedetineerde en landbouwer Guido.

Hij verwacht over een goede maand het PLC weer achter zich te laten, zij het wel met een enkelband. “Ik ga terug naar mijn bedrijf en ik doe verder”, ontvouwt hij zijn plannen. Ligt hij er net als Henri van wakker of zijn opvolgers zijn werk goed zullen verderzetten? “Nee. Hier meewerken is een kans die je krijgt. Je mag buiten komen, met de tractor rijden, in de hof werken... Als anderen die kans niet grijpen, dan is dat mijn probleem niet”, reageert hij onverstoorbaar.

Goede werkers, betere mensen?

Henri, David en Guido verwachten niet dat het werk op de boerderij van het PLC betere mensen van hen maakt. Tegelijkertijd maakten ze alle drie de indruk gewoon goedaardige mensen te zijn. Aan de ene kant selecteert het gevangeniswezen de gedetineerden die hier mogen komen zorgvuldig en streng. Het werk op de boerderij trekt waarschijnlijk ook net die mensen aan met een goede (werk)houding.

Toch hoor je dat wie bij de ploeg hoort, veel aan zijn ploegmaten heeft. Daarnaast biedt het buitenwerk een gevoel van ruimte en rust in het hoofd. Bovendien zijn de gevangenen sterk bezig met het resultaat van hun inspanningen. Guido ziet de moestuin produceren, Henri houdt nauwgezet de productiecijfers bij en David kijkt met veel gevoel naar het aantal zieke koeien in afzondering, de ‘potkoeien’. Het lijkt zin te geven aan hun straf.

Etienne, de coördinator

“Wat we hier doen moeten we niet ophemelen, we maken er niet allemaal betere mensen van. Als we een kleine bijdrage leveren is dat allang goed”, haalt coördinator Etienne Demûelenaere zijn schouders op. “Wij bieden hen regelmaat, dat helpt. Ze nemen verantwoordelijkheid. Een zieke koe moet behandeld worden. Dat is hun taak, dan moeten ze niet naar een ander kijken. Ze goed laten samenwerken met elkaar vind ik nog het moeilijkste. Maar wat die drie kernwoorden - regelmaat, verantwoordelijkheid en samenwerken - kunnen doen, is fenomenaal.”

“Mensen betrekken is de eerste stap”, vindt coördinator Etienne Demûelenaere.
“Mensen betrekken is de eerste stap”, vindt coördinator Etienne Demûelenaere. - DC

“Mensen betrekken is de eerste stap. Ze moeten weten wat er gebeurt. Om de twee maanden komt de veearts langs. Dan komen alle probleemkoeien ter sprake. De gedetineerden zijn daarbij. Zien ze problemen, zoals een koe die plots veel minder produceert, dan komen ze daarover praten. Hoe is de programmatie van de krachtvoerautomaat? Moet die bijgesteld worden? Dat gaan we samen na.”, illustreert Etienne.

Toekomstplannen

“Zodra we groen licht krijgen, gaan we van start met de bouw van een nieuwe stal. Ook daarin hebben we de gedetineerden betrokken”, voegt Etienne nog toe. Er komt bovendien een nieuwe serre, terwijl de andere vernieuwd wordt. Zijn er uitbreidingsplannen? “Zeker. In de nieuw te bouwen stal zal plaats zijn voor 180 koeien. Er komt een nieuwe melkput van 2 x 10 plaatsen, in plaats van de oude van 2 x 8”, vertelt hij enthousiast. De kudde van 121 melkkoeien wordt geleidelijk opgebouwd tot 150. “En dan zien we wel. Tot 2031 geldt onze vergunning voor 390 runderen”, lacht de coördinator.

In de oude melkput wil het PLC een kaasmakerij bouwen, die zou leveren aan alle gevangenissen van het land. Daar zouden weer andere gedetineerden werken. Niet toevallig staat er ook een uitbreiding aan de huisvesting in de steigers. Er zouden ongeveer 50 plaatsen voor gedetineerden bijkomen.

Hoewel hij de motor is achter de nieuwe stal, zal hij ze zelf niet gaan gebruiken. Tegen volgende zomer laat ook hij de poort van de gevangenis definitief achter zich dichtvallen. “Ik word 65, ik ga op pensioen. Het gaat me wel iets doen, dat steek ik niet weg.”

Eén keer bedreigd

Voelt Etienne zich een landbouwer? “Ik ben een boerenzoon en een landbouwingenieur. Af en toe voel ik me mee boer, ja. Ik beleef het allemaal mee. Dat is nodig ook, anders blijf je dit niet doen.” De mannen waarmee Etienne werkt blijven natuurlijk veroordeelde criminelen. Heeft hij al met geweld te maken gehad?

“Ik moet zeggen, het getuigt voor de mensen die de gedetineerden die hier komen selecteren. Ik heb me nog maar één keer echt in gevaar gevoeld. Een gedetineerde was een aantal dieren, waar een jonge stier bij zat, aan het voederen. Die jonge stier was wat hevig. Hij zat met zijn kop te schudden en wilde spelen, typisch voor jonge stieren. Die gedetineerde gaf de stier toen een enorme mep op de kop met zijn schop.

Hij was in een stadium van pure razernij, zo razend dat zijn ogen begonnen te draaien, dat had ik nog nooit gezien. Hij wist dat ik het gezien had, en dat hij te ver gegaan was. In die paar seconden dacht ik: hij gaat mij ook een mep geven. Maar hij kalmeerde, en we zijn samen naar binnen gegaan”, vertelt Etienne.

Dat was het enige incident in ruim tien jaar tijd. Over het algemeen vertrouwt hij zijn boerderijploeg. “Er zijn er bij die ik met een gerust hart mijn portefeuille in bewaring zou geven”, knikt hij, waarna hij haastig toevoegt: “Bij wijze van spreken, natuurlijk.”

De namen van de gevangenen zijn fictief, om hun privacy te respecteren.

DC

Lees ook in Melkvee

SMP-prijzen blijven op laag niveau

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 3 april met ons de financiële situatie in de wereld en de internationale zuivelmarkten. De geschatte voorraad mageremelkpoeder ligt vooral door de lagere productie lager dan vorig jaar eind januari.
Meer artikelen bekijken