Startpagina Uw stem

Opinie: Minister van dierenwelzijn en boerenleed

Leestijd : 3 min

Naar aanleiding van het editoriaal in Landbouwleven van 26 april laatstleden over de fratsen van de minister van dierenwelzijn, en van het artikel over de blikjes in het gras, twee bladzijden verder in hetzelfde nummer, nog deze bedenking over de schandelijke hypocrisie van de minister. Onlangs kwam hij opnieuw in het nieuws, en had hij dus opnieuw het succes waarop hij zozeer aast. Nu met zijn beslissing de privacy van de gorilla’s in dierentuinen te beschermen door ze de mogelijkheid te bieden zich te onttrekken aan de blikken van kijklustigen.

Deze blikken veroorzaken stress bij de gorilla’s en dus frustratie bij de minister. Fier als een gieter kondigde hij dan ook aan binnenkort deze maatregel uit te breiden naar alle zoogdieren in dierentuinen. Gedaan met blikken te werpen op deze dieren als zij dat niet wensen. Het veroorzaakt stress bij hen en bij hem. Hij bedoelt wel degelijk verboden ernaar te kijken. Proficiat minister van dierenwelzijn. Wat een prestatie!

Maar die andere blikken, de drankblikjes die de mensen achteloos wegwerpen, en die helse pijnen veroorzaken bij de koeien als ze in het voeder terechtkomen, en jaarlijks tientallen koeien een afschuwelijke dood doen sterven, die zijn van geen tel. Die veroorzaken geen stress bij de minister, alleen maar bij de boeren. Zelfs als landbouw- en natuurorganisaties sinds lang aandringen op het invoeren van statiegeld om dit probleem in te perken, zelfs al is er een groot draagvlak voor bij de bevolking, iets wat dezelfde minister in andere gevallen zo belangrijk vindt, dan nog blijft hij er zich samen met zijn hele partij hevig tegen te verzetten.

Hoe hypocriet een minister toch kan zijn! Toen de gemeenteraad van Poperinge verleden jaar debatteerde over de wenselijkheid het statiegeld in te voeren, wist een raadslid van zijn partij, een boerenzoon nog wel, niets anders te verzinnen dan zijn intussen alom gekende woorden: “Ik heb nog nooit een koe een bierblikje zien opeten”. Hij voelde zich immers geroepen het standpunt van de partij te verdedigen tegen het invoeren van statiegeld. Hoe onnozel een mens toch kan zijn. Gelukkig werd hij in oktober niet meer verkozen. Intussen mogen dierenbeulen volop verder blikken in het gras gooien, maar o wee als een dierenliefhebber nieuwsgierige blikken werpt op een gorilla.

Is het de minister dan wel echt om dierenwelzijn te doen? En hoe staat hij tegenover mensenrechten als hij verkiest goede maatjes te blijven met de mensen van Animal Rights die er niet voor terugschrikken nachtelijke inbraken te plegen, vervalste beelden en moedwillige desinformatie te verspreiden om zo in landbouwmiddens heel veel leed te veroorzaken, terwijl welmenende landbouworganisaties er niet in slagen hun standpunt bij de minister te verdedigen om zowel dierenleed als mensenleed te beperken? Kan men dan nog van goed bedoelde naïviteit spreken of is het hem alleen te doen om welbewust en moedwillig de landbouwsector zoveel mogelijk schade toe te brengen?

Nochtans, als de minister honger krijgt is het met deze laatste dat hij zal moeten voortdoen. Hopelijk zijn veel mensen heel wat wijzer dan de minister als ze op 26 mei naar de stembus trekken.

E.M. uit K.

Lees ook in Uw stem

Meer artikelen bekijken