Elmi (aardbeien): ‘Vinden van voldoende seizoensarbeiders is onze grootste zorg
In de fruitsector is ook het vinden van voldoende arbeidskrachten doorslaggevend. “Emotioneel weegt de onzekerheid heel sterk door. Je staat ermee op en je gaat ermee slapen”, zegt Annelies Elst van bvba Elmi.
In het centrum van de aarbeienteelt in Hoogstraten is het bij de bvba Elmi van Ruud Elst en Annelies nog even wachten op de heel belangrijkste oogstmaanden mei, juni, juli en augustus. “De planten staan in bloei, de pluk zit eraan te komen en er is weinig tot geen zekerheid op de vraag of we voldoende én geschikte seizoensarbeiders voor de oogst zullen hebben”, zegt Annelies.
Volle grond en substraat
Het bedrijf startte op van vader op zoon. In 2000 is Ruud Elst begonnen met zijn eenmanszaak, waarbij hij in volle oogsttijd een beroep deed op een 20-tal buitenlandse werkkrachten. “We zijn gegroeid van 6 ha volle grond naar 60 ha vollegrondsaardbeien, de substraatteelt steeg van 0,4 naar 5 ha.”
Het medewerkersbestand groeide naar 160 à 180 medewerkers in het hoogseizoen. In 2007 werd bvba Elmi opgestart. “We bouwen nu het gedeelte aardbeien in volle grond verder af en schalen de substraatteelt verder op. Maar deze vergunningen laten echter wel op zich wachten.”
De coronacrisis is nu de grootste zorg. “Boerenbond doet op dit moment echt alles om onze sector te helpen en te ondersteunen, maar als de buitenlandse medewerkers niet tot hier kunnen of durven komen, hebben we binnen een maand een groot probleem.”
Werken met werklozen of tijdelijk werklozen ziet men hier niet direct als een geschikt alternatief. “Dat zal ons nog meer tijd en energie kosten, dan wat het ons zou opleveren. Ze zouden dan ook voor een korte periode moeten worden opgeleid. En ook de motivatie is er bij die mensen meestal niet, of onvoldoende”, aldus Annelies.
De in bloei staande teelten staan er vandaag prachtig bij. “En die moeten kunnen worden geoogst. Financieel kan dit heel zwaar om dragen worden. En als die dan geoogst kunnen worden, is nog maar de vraag wat de prijszetting zal zijn. Vandaag is de export heel onstabiel, maar deze is heel belangrijk voor onze sector. Emotioneel weegt de onzekerheid heel fel door. Je staat er mee op en je gaat er mee slapen.”
Geen uitkeringen
Alles is onzeker en elke dag verandert er wel iets. “Dat maakt het er allemaal niet gemakkelijker op. Voor onze sector zijn vanuit de overheid ook geen subsidies of uitkeringen voorzien. Er zijn wel voorstellen voor uitstel van betalingen enzo, maar op het einde van de rit moet je toch je schulden betalen. Maar het allerbelangrijkste vandaag is dat de Polen, Roemenen, Bulgaren... mogen en kunnen doorreizen, zodat ze in ons land kunnen geraken om het werk aan te vatten. Ook zij zijn vragende partij. Anders komen ze in geldnood, wat dan ook weer voor problemen zou gaan zorgen”, besluit Annelies.
Intussen werden wel allerhande steunmaatregelen, zowel financieel als op het vlak van seizoensarbeiders, genomen (zie p. 3).
